Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site | home
De Tanklichter
Uit de ESSOBRON Jaargang 11, September 1961.
Een van de belangrijkste schakels in het distributiesysteem van aardolieprodukten.
In ons waterrijke land vormt het transport per tanklichter een van de belangrijkste schakels in het distributiesysteem van aardolie-
produkten. De bevoorrading van de Essodepots en de leveranties van Esso Nederland aan grote bedrijven, zeeschepen, binnen-
schepen, coasters en vissersvaartuigen worden voor het grootste deel door Esso's binnenvloot verzorgd. Naar het doel waarvoor ze
worden gebruikt, kunnen de schepen van Esso's binnenvloot in drie categorieën worden ingedeeld, nl. bevoorradingsschepen, leur-
bootjes en opslagschepen. In de praktijk zijn de grenzen tussen deze categorieën vanzelfsprekend niet altijd scherp te trekken.
Behalve in de genoemde categorieën kunnen de schepen nog naar twee typen worden ingedeeld, nl. sleepschepen en
schepen met eigen voortstuwing.
Een sleepschip van 1800 m3 waarvan er vroeger verscheidene vóór de maatschappij voeren.
Vóór de tweede wereldoorlog bezat Esso Nederland een aantal sleeplichters waaronder enkele van 1500 ton. Dit type schepen is
evenwel te afhankelijk en daardoor te weinig efficiënt om in de moderne binnenvloot van een oliemaatschappij nog een rol van enige
betekenis te spelen. Derhalve is de huidige Esso-binnen-vloot uit gemotoriseerde schepen samengesteld. De eerste categorie, de be-
voorradingsschepen, wordt voornamelijk gebruikt voor de bevoor-rading van depots en voor leveranties aan grote afnemers. Dit gedeelte
van de binnen-vloot bestaat dan ook hoofdzakelijk uit grotere tanklichters, waaronder zes van 1200 ton. Aangezien de exploitatie van
schepen hoge vaste kosten meebrengt, is het noodzakelijk dat van deze tanklichters een maximaal gebruik wordt gemaakt. Daarom
is het vaar-schema van enkele van deze schepen reeds gericht op continu-dienst. Dit betekent dat deze tanklichters dag
en nacht in bedrijf moeten kunnen zijn en daarvoor een grotere bemanning aan boord dienen te hebben.
Een bevoorradingslichter van 800 ton.
De nieuwste schepen, zoals bijv. de 1200 ton metende „Esso Nederland 71", bezitten dan ook ten behoeve van de continudienst slaap-
verblijven in het voorschip, zodat de bemanningsleden die geen dienst hebben daar, zonder dat zij hinder ondervinden van de motoren,
kunnen slapen. Een ander belangrijk punt bij de verhoging van het rendement van tanklichters is de verkorting van de laad- en lostijd.
Een moderne 1200-tonner bezit hier van de pompen is zodanig dat het mogelijk is een gehele lading in drie uur te lossen. Het
centrum van verzending der Esso-produkten is sinds kort de Esso Raffinaderij Rotterdam. De depots in het land melden dagelijks de
stand van hun voorraden aan de van de tweede wereldoorlog en de inbedrijfstelling van de Esso Raffinaderij Rotterdam was de Esso
Tank-installatie Rotterdam-Pernis het centrale verzendingspunt. Tussen de twee wereldoorlogen geschiedden de verzendingen van
uit Amsterdam en Rotterdam.
De Amsterdamse opslagplaats werd in 1940 vrijwel geheel verwoest. De eerste opslagplaats van de maatschappij bevond zich te
Charlois, Rotterdam. Bij het verkrijgen van een vergunning voor het aanleggen daarvan ondervond de maatschappij grote
moeilijkheden, aangezien de gemeentelijke autoriteiten in de beginjaren van de pe-troleumhandel grote angst hadden voor de
„zeer licht ontvlambare en voor ontploffing vatbare aard-, steen- of rotsolie", zoals men de aardolie toen noemde. Hoewel de angst
is verdwenen betekent dit zeker niet dat men tegenwoordig geen veiligheidsmaatregelen meer kent. Integendeel, men heeft de
verschillende produkten zelfs in gevarenklassen ingedeeld en aan de hand daarvan veiligheidsvoorschriften vastgesteld. Deze zijn
echter alleszins verklaarbaar en vormen geen knellende band en voor de huidige handel.
De proefvaart van de leurboot „Esso Nederland 104".
In welke gevarenklasse een produkt valt hangt samen met het vlampunt van het betrokken produkt. Men kent thans een viertal gevaren-
klassen, nl. de KO-klasse, waarin produkten als propaan en butaan thuishoren, de K1-klasse voor benzinesoorten, de K2-klasse voor
petroleum en de K3-klasse voor gas- en stookolie. De veiligheidsvoorschriften die met deze ge-varenklassen verband houden zijn voor
wat de Rijnvaart betreft internationaal geregeld. Als tweede categorie werden de leurbootjes genoemd. De naam leur-
bootjes stamt uit de tijd dat men nog werkelijk met olieprodukten in de havens en op de andere binnenwateren leurde. Tegenwoordig wordt
vrijwel uitsluitend op bestelling of volgens contract geleverd. Van echt leuren is geen sprake meer. De leurbootjes worden gebruikt voor
leveringen aan binnenvaartuigen, coasters en vissersschepen. Aangezien het hierbij gaat om betrekkelijk kleine hoeveelheden zijn de leur-
bootjes in het algemeen niet groter dan 100 m3. Voor het snel doorgeven van orders zijn enkele leurbootjes, opererend in de
grote havens, thans met een mobilofooninstallatie uitgerust. De bevoorradingsschepen van de eerste categorie bezitten eveneens een
dergelijke apparatuur, echter met een veel grotere draagwijdte. Deze z.g. Very High Frequency (V.H. F.)-installatie maakt het mogelijk
dat deze schepen door het hele land bereikbaar zijn. Hiertoe heeft men op verschillende plaatsen V.H.F.-stations gebouwd. Zo is bij-
voorbeeld langs de Rijn, van Hoek van Holland tot Bazel, een systeem van dit soort stations te vinden. De efficiëntie van de lichter is door
deze nieuwe techniek aanmerkelijk verhoogd. Veel leveringen aan binnenvaartuigen, vissersschepen en coasters geschieden via tus-
sen handelaren, die ook wel de beschikking hebben over eigen leurbootjes. Deze tussenhandelaren maken dikwijls nog gebruik van opslag-
schepen, die als derde categorie werden genoemd. Voor Esso Nederland geraken deze schepen langzamerhand uit de tijd, aangezien
de maatschappij in haar moderne depots voldoende opslagruimte bezit. Esso's binnenvloot heeft dan ook nog slechts enkele van dit soort
schepen. Een nieuwe verschijning op dit gebied is het z.g. winkelsohip. Deze schepen zijn niet alleen bedoeld als opslagsohip voor brand-
stofleveringen aan leurbootjes of direct aan binnenschepen, maar ook als verkooppunt van verpakte smeeroliën en scheepsbenodigdheden.
Esso Nederland heeft dergelijke schepen gestationeerd te Gorkum en Amsterdam. De totale grootte van Esso's binnenvloot be-
draagt thans 17.000 ton.
„Esso Nederland 38", als winkelschip gestationeerd te Gorkum.
Het stuurhuis van de „Esso Nederland 71" (1200 ton).