Op 4 april 1960 bracht Koning Boudewijn een bezoek aan de haven van Antwerpen. Bij die gelegenheid hield hij
er aan een bezoek te brengen aan de «Esso Brussels» die juist terug was van zijn eerste reis naar het Midden-
Oosten. Hier zien we de koning in gezelschap van de Heer R. Andersen, voorzitter van Esso Belgium, en van verschillende andere personaliteiten.
25 februari 1960 was een historische dag voor die nieuwe schitterende eenheid van de Esso-vloot : voor de eerste maal voer zij
de Schelde op naar de thuishaven. En dat verwekte ongewone belangstelling : het was immers de eerste maal dat er op de
Schelde, richting Antwerpen, een schip van die omvang te zien was.
Te Vlissingen wachtten de officiëlen in slagorde. De boot gewaardigde zich met zijn indrukwekkende massa even stil te houden,
- met zo maar 40.900 ton is ze ongetwijfeld de chef de file van de Belgische handelsvloot ! - juist de tijd om aan de loodssloep
de kans te geven de eregasten voor die dag aan boord te brengen. Dat was een zeer gevarieerd gezelschap, personaliteiten en
onbekende heren, specialisten en experten, die meereisden omdat hun functies hun die eer cadeau gaven. De Minister O. Vanaudenhove vertegenwoordigde de regering ; verder waren er de vertegenwoordigers van de havendiensten, de mensen van de pers en van de televisie, en, het hoeft nauwelijks gezegd, de directie van Esso. Alleen uw dienaar scheen door een gek toeval
aan boord geraakt te zijn en hij is zeker niet de ingewijde in economische of politieke wetenschappen, in scheepsbouw of petrologie die dit voorrecht moest toegeworpen krijgen. Wat er van zij, we vaarden in hetzelfde bootje met de heer Minister van Openbare Werken en verschillende hoge ambtenaren van zijn departement, de hh. L. Delwaide, Schepen van de Haven, R. Codde, inspecteur-generaal van Bruggen en Wegen, 0. Leemans, directeur-generaal van de Havendiensten, W. Graré, kapitein kommandant van de haven, dhr. Andersen, de president-generaal van «Esso Belgium», met zijn generale staf, en nog vele anderen.
Hoe onbelangrijk we ons ook voelden we betreurden het helemaal niet erbi te zijn. Zo een reis is echt leerrijk.
De vliegende brug.
vooreerst volstaat het even rond tekijken als men aan boord van zo een boot is, om er zich rekenschap van geven, dat petroleum inderdaad het zwarte goud van onze eeuw moet zijn. Deze supertanker «Esso Brussels» is liet zonder meer een drijvende tank; hij is geen banaal handelsschip zoals de andere, alles behalve dat ! Het is een paleis waar alles ontworpen en inricht werd op de meest functionele tevens meest luxueuze wijze ; er werd op geen kosten gezien.
Zo werden bij voorbeeld de genodigden, een honderdtal, door de kapitein, ir. J. Loze, ontvangen in de longroom. Als we hem niet gezien hadden, met eigen ogen gezien, zouden wij ons een longroom altijd voorgesteld hebben als een soort cabine, maar dan iets groter. Maar dat heeft er geen zweem meer van. Men denkt zelfs niet meer aan een schip. De longroom is een ruim en zeer chic salon-restaurant, zo groot en van een even onfeilbaar goede smaak als de eetzaal van een hotel eerste klasse. En daarenboven : men hoort zelfs de geluiden niet meer, men voelt de bewegingen van de boot niet meer.
Het gegons van de motor is zo discreet, dat men het zou toeschrijven aan het blazen van een ventilator. Het schip gaat in volle vaart met zijn 16.500 pk op Antwerpen, en men voelt zich zo perfect rustig als op vaste grond in een of ander Ritz- of Waldorf-Astoriahotel.
En het zijn niet alleen de gegalonneerde mijnheren die op die wijze in de watten worden gelegd. De andere leden van de bemanning hebben zich evenmin te beklagen. Zij ook beschikken over ultra-modern, geraffineerd comfort waar men vóór vijftien
of twintig jaar geen vermoeden van had. Waar zijn de hangmatten van weleer, de kooien van de matrozen van destijds ? Alles
helder en opgewekt : wanden in pasteltintjes, praktisch en comfortabel rnobilier. Al de leden van de bemanning beschikken over een eigen cabine, of beter over een klein gemeubeld appartement.
En het kombuis van eertijds ! Een perfect uitgeruste keuken, die menige huishoudster of gastvrouw zou doen watertanden.
Een echte droomkeuken, zoals men ze ziet in magazines of in het jaarlijkse voedingssalon. De meesterkok maakte een hele reeks voorgerechten, terwijl zijn helpers de kippen braadden. Laten we ze aan hun bezigheden om in het restaurant te gaan zitten. Na een onovertreffelijke lunch, wandelingetje op de brug, een ontzaglijke brug. Het volstaat even over en weer te lopen van de kampanie tot op de plecht, voorbij het achterkasteel, om zijn benen niet meer te voelen. De lengte van de «Esso Brussels» overtreft inderdaad die van een
Z.M. de koning bewondert de machinekamer tijdens zijn bezoek aan de T.T. Esso Brussels.
Kapitein Looze, de bevelhebber van de Esso Brussels in gezelschap van de Het personeel van Esso Belgium bezoekt onze minister van Openbare Werken. nieuwe Supertanker.
der fraaiste kathedralen: hij is 213 m, terwijl de Antwerpse kathedraal 123 m oog is. Hij is zo breed als een grote lulevard (bijna
30 m). Als men be-aikt dat de bemanning van een der-lijke mastodont slechts 47 a 52 koppen telt is men even uit de maat. Als ten schip als dit petroleum vervoert in ilaats van enkele tientallen genodigden oet deze reus zo verlaten zijn als t strand van Oostende bij zwaar eer. Behalve dan de bemanning die verrassenderwijze beperkt bleef, doordat ze bijna uitsluitend kon samengesteld worden uit techniciens, is hier Bes op uitzonderlijke schaal. Niet alen de silhouet trouwens. Aan boord m de «Esso Brussels» is alles over-'dimensioneerd. Er zijn vooreerst de ontzaglijke reservoirs : de 33 tanks, 11 in het midden, 11 aan beide kanten, hebben de eerbiedwaardige inhoud van 40,000 ton of 56.800 m3. Deze lading, weze terloops gezegd, kan afgeladen worden op 8 uren
tijds, dankzij de pompen met een uur-debiet van 250 ton per pomp !
Er is nog de machinekamer, die op zichzelf reeds een kleine building van 6 verdiepingen is en de 2 enorme buisvormige stoomketels die 28 a 37 ton stoom per uur kunnen produceren. Het vermogen bedraagt 16.500 pk, zoals reeds gezegd. Dat wordt ontwikkeld door een De Laval turbine en daarmede kan het schip varen aan 17 knopen of 31 km/u.
Een opvallend contrast in deze fabriek die functioneert op zware fuel-oil, waarvan ze 4 ton per uur verbruikt: de mecaniciens zijn
alle in het wit gekleed en dragen witte handschoenen. De wanden zijn alle wit, met reeksen controleborden erop in helder grijs, met zeegroene geleidingen. Die heren in witte blouse wandelen in dit soort gemechaniseerde onderwereld als kalme technici, duwend op knopjes en handels. Niets te maken met de bunkers of de machinekamers onzer vaderen. Het werk op een superpetroleumtanker heeft niets meer van slavenwerk. Men let op alles, ongetwijfeld, maar men werkt in een rustige, ontspannen,
zelfs aangename atmosfeer..
Alleen het purperen licht van een bijna ondraaglijke intensiteit van de vlammen die uit de branders gespuwd worden herinneren
er u aan dat ge aan boord zijt niet van een plezierboot, maar van de machtigste petroleumboot van onze handelsvloot, chef de
file van onze marine, de grootste eenheid die ooit te Antwerpen heeft aangelegd, de «Esso Brussels» die de trots van de maat-schappij «Esso Belgium» is, het sieraad van onze nationale haven. We waren opgetogen deze merkwaardige trip te kunnen
meemaken. We wensen alle geluk aan de «Esso Brussels» en alle leden van de bemanning, - we hopen dat hij een lange en
vruchtbare carrière moge hebben en we zijn ervan overtuigd dat, dank zij dit fraaie schip en zijn opvolgers, «Esso Belgium», de Antwerpse haven, en heel het land, de toekomst mogen tegemoetzien met vertrouwen, met een sterk optimisme en een
volkomen rechtmatig gevoel van trots.
De heer O. Vanaudenhove, minister van Openbare Werken feliciteert Hr. Museur 1e officier werktuigkundige.
Dhr. Delwaide, schepen van de haven van Antwerpen, feliciteert dhr. R. Andersen, voorzitter van Esso Belgium, bij het einde van de plechtigheid.
|