Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site | home
Technische informatie Esso Rotterdam
SEPTEMBER 1959
Turbine Tankschip "ESSO ROTTERDAM"
De "Esso Rotterdam" is gebouwd door C. van der Giessen & Zonen's Scheepswerven N.V. te Krimpen a/d IJssel
voor rekening van Esso Nederland N. V. te 's-Gravenhage. De kiel werd gelegd op 25 april 1958 door Mr. J. Klaasesz,
Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland.
Het schip is op 4 april 1959 te water gelaten, waarbij de doopplechtigheid werd verricht door mevrouw R. F. McFaddin-
Kruiter, echtgenote van de "shareholder representative" in Scandinavië van de Standard Oil Gompany (New Jersey).
Het ss. "Esso Rotterdam" heeft de volgende hoofdafmetingen:
Lengte over alles
|
690'-0" = 210.33 meter
|
Lengte tussen de loodlijnen
|
660'-0' = 201.20 meter
|
Breedte op grootspant
|
90' 0" = 27.45 meter
|
Holte
|
47'-0" = 14.33 meter
|
Diepgang op zomermerk (zout water)
|
35'-0 1/2" = 10.68 meter
|
Draagvermogen in tonnen van 1016 kg
|
35.550 ton
|
Capaciteit, lading-tanks
|
1,561,075 cu.ft. - 44,205 cu.m
|
Capaciteit bunkers en deep tanks
|
4,697 cu.m.
|
Maximum vermogen
|
17.600 A.P.K.
|
Dienstvermogen
|
16.000 A.P.K. bij 100 omw/min
|
Proeftochtsnelheid, geladen bij 16.000 A.P.K.
|
17 mijl
|
Het schip is geclassificeerd onder het American Bureau of Shipping en voldoet aan de eisen van de Neder-
landse Scheepvaart Inspectie.
Het grotendeels gelaste schip is ingericht voor het vervoer van alle soorten petroleumprodukten, waartoe in de
33 tanks verwarmingsspiralen zijn aangebracht. Ter beperking van roestvorming zijn vele tanks kathodisch
beschermd.
De achterpompkamer is uitgerust met vier door stoomturbines aangedreven Stork-hoofdladingpompen, elk
met een water-capaciteit van 1.300 ton/uur, en met twee Stork-stoomstripperpompen, elk met een water-
capaciteit van 330 ton/uur.
Voorts bevindt zich hier een aparte ballastpomp met een watercapaciteit van 900 ton/uur, aangesloten op een ge-
scheiden leiding-systeem voor ballastdoeleinden. Een kleine pompkamer in het voorschip dient voor het over-
pompen van stookolie van voor-naar achterbunkers en voor het lenspompen van het voorschip. De lading-
installatie is uitgevoerd door Werkspoor N.V. te Amsterdam.
De accomodatie voor officieren en bemanningsleden bestaat uit éénpersoonshutten, waarbij officieren en onder-
officieren over eigen doucheruimte met toilet en wastafel beschikken. Er zijn drie recreatiezalen, respectievelijk
voor stuurlieden, werktuigkundigen en bemanningsleden, vier messrooms en een bioscoopzaal met 25 zitplaatsen.
Het gehele schip wordt mechanisch geventileerd, desgewenst met verwarmde lucht, en is bovendien aangesloten op
een airconditioning-installatie in verband met de vaart op tropische gebieden. Op het achterdekhuis be-
vindt zich een ingebouwd openlucht zwembad.
Het schip is uitgerust met moderne navigatie-instrumenten, waaronder een Sperry-gyrokompas, een Sperry-
automatische besturing en een Decca-radarinstallatie. De voortstuwing van het schip geschiedt door een stoom-
turbine-installatie volgens het systeem Pametrada met twee ketels van het type Babcock en Willcox, geleverd en
geïnstalleerd door Werkspoor N.V. te Amsterdam. De HD- en LD-turbine-installatie is door middel van een dub-
bele reductie aan een enkele schroefas met vier-bladige schroef gekoppeld.
De scheepspijpleidingen werden geïnstalleerd door A. v. d. Ben N.V. te IJsselmonde en de elektrische installatie
is geleverd door A. de Hoop N.V. te Rotterdam, Het schip met zijn machine-installatie is ontworpen door het scheeps-
bouwbureau van de Esso Shipping Company, New York en werd gebouwd onder toezicht van dit bureau en de
technische inspectie van Esso Nederland N.V. De "Esso Rotterdam" is de eerste van twee tankers van 35.550 DWT,
waarvan de bouw door Esso Nederland N.V. werd opgedragen aan C. van der Giessen & Zonen's Scheepswerven
N.V. te Krimpen a/d IJssel. Van het zusterschip werd de kiel gelegd, op 16 april 1959 en de oplevering ervan
wordt verwacht in juli 1960.