Soms zit het mee, soms zit het tegen
Als beheerder van het archief van Rederij Doeksen krijg ik soms een vraag voorgelegd die bij het zoeken naar een antwoord informatie oplevert over gebeurtenissen die een beetje in de vergetelheid zijn geraakt. Zo ook naar aanleiding van een vraag over de Esso Den Haag. De vraag op zich was gauw beantwoord, maar in het kantoorjoumaal kwam ik diverse zaken tegen die best de moeite waard zijn om genoemd te worden.
Door Kees Dekker
Op maandag 20 mei 1963 vertrekt de Holland naar Amsterdam voor een korte dokbeurt. Een paar dagen daarna, op 23 mei, is het guusjen; de Georg Fock heeft met motorschade te kampen bij ET 3.
De Doggersbank gaat eropaf, maar een Wieringer visserman houdt de visserij voor die dag gezien en sleept deze onfortuinlijke Duitser naar Den Helder.
Op 15 mei is de Holland weer terug op station, weer Paraat En Start Klaar dus. De uitluisterende marconisten stappen van de Doggersbank weer over op de Holland.
Marconist Teun Krul vangt op 27 mei een gesprek op van de Esso Den Haag met scheepswerf Verolme. Deze mammoettanker is sinds 26 mei aan het proefvaren op de Noordzee en nu heeft een van de twee stoømltetels van de voonstuwingsinstallatie het begeven. De positie is dan 59 mijl NW van IJmuiden. Men vraagt om ketelmakers en technici van Werkspoor. De Titan van Bureau Wijsrnuller in IJmuiden wordt hiervoor ingehuurd. Krul belt meteen de heren Volkert en Jan Doeksen en kaptein Van der Wielen.
Besloten wordt om te gaan varen. Wijsmuller lijkt misschien de beste kansen te hebben, maar je weet maar nooit. 's Nachts rond 1 uur is de Holland bij de tanker en dan wordt het standaardtelegram verstuurd: sleepboot holland/pesk drieduizend pk nu op uw positie aangekomen stop bieden assistentie aan op basis lloyds openform no cure no pay stop verzoeke antwoord = kapitein. Prompt komt er een antwoord: bedankt voor attentie kunnen nu geen gebruik maken van uw diensten. Waarop de Holland weer antwoordt: ok houden stand by op dezelfde Frequentie waar u nu op zit dus als de situatie verandert kunt u ons altijd roepen.
Later in de morgen geeft de PR-afdeling van Verolme het volgende persbericht uit: Op 16 mei is de tanker Esso Den Haag uitgevaren voor het houden van een proeftocht op de Noordzee.
Hoewel het eerste deel van de proeftoeht naar wens verliep is door lekkage in de hoofdcondensor zout in het condensaat gekomen wat risico's met zich meebrengt voor de gehele machine installatie. Om verdere schade te voorkomen zal de lekkage op zee zoveel mogelijk worden verholpen en zal het schip op eigen kracht naar de werf terugkeren.
Het gaat anders! 's Middags wordt de heer Verolme persoonlijk ingelicht dat het allemaal niet zo vlot gaat. Ook de assuradeuren in Londen worden ingelicht. En aan het eind van de middag wordt de knoop doorgehakt: slepen! Smit krijgt het contract en de Esso Den Haag krijgt het volgende bericht: Smit sleept u met hulp van Doeksen totaal vier sleepboten tenzij de kapitein van de essodenhaag minder sleepboten nodig acht.
Door het mankement aan de stoomketel kan ook het tonnenzware anker niet worden gelicht. Hiervoor wordt Van der Tak ingeschakeld en om 10 uur 's avonds is deze klus geklaard en kan het konvooi onderweg naar Rotterdam.
De sleep binnen de pieren van Hoek van Holland, de sleepboten vlnr. Barentsz Zee, Holland en Gele Zee. Vlak voor de kop van de Esso Den Haag de Paul Bezon ( havensleepbaot van de werf ). Achter de Holland zijn nog de masten te zien van de sleepboot Maas.
De sleep binnen de pieren van Hoek van Holland.
Problemen doen zich verder niet voor en onder veel bekijks komt de sleep op woensdagmiddag 29 mei de Waterweg op. Op zich geen spectaculaire jop, maar de Esso Den Haag was toen wel bet grootste koopvaardijschip onder Nederlandse vlag: 91.000 ton dw. Dat tankers in die tijd in ras tempo groter en groter werden, mag blijken uit het feit dat zo'n 5 jaar later Shell in Japan tankers (geen mammoet- maar nu supertankers genoemd) liet bouwen van 210.000 ton. Een daarvan, de Metula, heeft de Holland, ook weer met de Barentsz Zee, in 1969 nog aan de tros gehad.
Eerder op dezelfde dag dat de Holland de Esso Den Haag vasunaakte, sleepte de Stortemelk ll het Duitse jachtje Odin naar de haven. 'Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd' zal toen zeker bij deze en gene zijn opgekomen.
Bij alle drukte voor het bergingsbedrijf vraagt ook de veerdienst nog om aandacht. De Oost-Vlieland moet in de nacht van 28 op 29 mei een patiënt naar Harlingen brengen en is zodoende niet op tijd om 7 uur 's morgens van Vlieland te vertrekken. Vanaf
Terschelling moet daarom 's nachts de Vlieland (u weetwel: de 'kleine' uit 1938) derwaarts.
Na de Esso Den Haag bij de werf afgeleverd te hebben vertrekt de Holland om 19.00 uur van Rotterdam. Rond die tijd is er bij Texel een aanvaring tussen het Duitse ms Anne Marie en de Griek Elpidoforos. De Stortemelk II en de Doggersbank gaan er meteen op af en de Doggersbank is spoedig langszij de Elpidoforos. Omdat het vanaf zijn eigen schip niet lukt, krijgt de kapitein van de Elpidofotos de gelegenheid om vanuit de radiohut van de Doggersbank met zijn agent in Londen te bellen. Behalve de Holland is ook de Schouwenbank van Smit die kant uit gekomen, en het is een grote tegenvaller dat deze boot vanuit Londen is
gecontracteerd om de Elpidoforos naar Hoek van Holland te begeleiden. Gastvrijheid wordt niet altijd beloond!
De "Holland", nu als Museum sleepboot. "Hollands Glorie !!".
Op donderdag 30 mei 's morgens om 1:30 uur zijn alledrie de sleepboten weer nerug in de haven van Terschelling.
Het Pinksterweekend zorgt op zaterdag 1 juni voor veel drukte vanuit Harlingen. Ook de Holland moet daarom een reis in de passagiersdienst maken.
Even verderop in het kantoorjoumaal lees ik nog dat de schelpenzuiger Volharding op 7 juni aan de firma Slorbaorn is verkocht en door de Stortemelk II naar Den Helder wordt gesleept.
Zo heb ik in deze nieuwsbrief even aandacht kunnen besteden aan de drie pijlers die jarenlang het fundament van Rederij Doeksen zijn geweest: schelpenzuigen, berging en passagiersdienst.
Bron : Nieuwsbrief Stichting Guusjen, Rederij Doeksen.
|