Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Het leven aan boord van een olietanker
Het leven aan boord van een olietanker, Part - 2
Het leven aan boord van een olietanker (vervolg)
Adri in 't Veld (82) werkte ruim 40 jaar bij Esso, waarvan elf jaar bij Esso Tankvaart Maatschappij - van 1958 tot 1969. Als lektricien op verschillende olietankers voer hij de wereldzeeën over. Een avontuurlijke tijd, die mooie verhalen en hechte vriendschappen opleverde, waarover hij in het septembernummer al vertelde. Nu mijmert Adri verder.
door Ine van den Boer

Pech bij een proefvaart en een verdwenen anker
Na nog drie reizen met de Esso Rotterdam `verkaste' Adri op 1 november '62 naar de nieuwbouw van de Esso Den Haag, waar hij de eerste tijd als paint inspector werkzaam was, en het 'elektrische gebeuren' moest controleren en testen.

Bevalling op het nippertje
Een dag voor de proefvaart werd op zondagmorgen 23 juni Adrí”s dochter Grethe geboren, dat kon hij nog nét meemaken. De avond van dezelfde dag moest hij aan boord van de Esso Den Haag voor de proefvaart.

Esso Den Haag in aanbouw bij Verolme.

“Een eerdere proefvaart op 26 mei is fout gegaan", vertelt Adri. “We gingen weg en het was een gekkenhuís aan boord. Voor de
technische mensen van Verolme en onze eigen bemanning was er niet genoeg accommodatie, we sliepen met vier man in een hut. Zestig mijl boven Den Helder ging het mis. Door lekkage in de hoofcondensor was zout in het condensaatsysteem gekomen en daardoor waren enkele ketelpijpen doorgebrand. Een hele consternatie aan boord! In een mum van tijd waren er een aantal sleepboten om ons heen die assistentie wilden verlenen. Aanvankelijk dacht men de reparatie aan boord te kunnen doen, maar daar bleek de reparatie toch te groot voor.
Uiteindelijk kregen Smit en Doeksen toestemming om ons naar de wal te slepen.”
“Maar we hadden het anker laten zakken en geen stoomkracht meer om dat op te halen. Om toch weg te kunnen komen is de ankerketting doorgebrand; er werd een tros aan gedaan met een vlot om de locatie van het anker te bepalen en een bergingsmaatschappij kreeg opdracht om dat anker later op te halen. Maar in de tussentijd waren er wat vissersbootjes
gekomen, die vermoedelijk die tros hebben opgehaald. Het anker is nooit gevonden.”
De proefvaart op 24 juni ging wél goed en op 4 juli 1963 werd de Esso Den Haag feestelijk gedoopt bij de Scheveningse Pier door prinses Beatrix. Prinses Margriet, bescherrnvrouwe van de koopvaardij, zou het aanvankelijk doen,maar die was ziek.

Het binnenbrengen van de Esso Den Haag na de mislukte eerste proefvaart.

Jenever en bier in Brega
Adri heeft veel reizen me\ de Esso Den Haag gemaakt. “ln die tijd voeren we veel naar Banias en Sidon in Syrië en naar Marsa el Brega in Libie". vertelt hij, “ln Brega kon je niet aan de wal. Daar hadden ze een toren in zee gezet waar je met de punt naar we moest gaan liggen. Aan de zijkant moest je de slangen uit zee halen en aankoppelen.

Esso Den Haag ladend te Marsa El Brega, Libie.

Zo werd je geladen.
Op de sleepbolen van Wijsmuller. die ze hadden ingehuurd om te assisteren. zaten Nederlanders. Die jongens konden in die
zandbak niets krijgen, Dan kwamen ze even langszij en kregen ze van ons de nodige jenever en bier mee", lacht Adri.

Een vaste logé
Adri: “We kwamen toen regelmatig in Rotterdam, maar met 90.000 DWT kon de Esso Den Haag niet bij de raffinaderij komen om te lossen. De helft van de lading werd daarom in Europoort gelost, waama we buitengaats gingen, wachtten tot het vloed werd en vervolgens naar de raffinaderij voeren om de rest te lossen. In Rotterdam kwam de aflosploeg aan boord, zodat de bemanning (verplicht volgens de cao) 24 uur thuis kon zijn.
Een assistent, Jan Kievit, woonde in Sommelsdijk op Goeree Overvlakkee. Als we 's avonds laat binnenkwamen op de
raffinaderij kon hij niet meer naar huis toe, want hij moest met de veerboot en die ging niet meer. Dus dan bleef Jan bij ons thuis
slapen en 's morgens vroeg ging hij met het trammetje en de veerpont naar huis toe.
's Avonds kwam hij weer eerst naar ons toe - de laatste veerboot ging om 20.00 uur - en om 12 uur gingen we dan aan boord."

Eten voor India
In l966 was er in Nederland de actie 'Eten voor India'; Novib en andere hulporganisaties haalden 26 miljoen gulden op voor India waar hongersnood heerste als gevolg van droogte. Later dat jaar maakt Adri een aantal reizen naar Bombay en is verbijsterd over wat hij ziet.

De poster van Oxfam Novib

Graan op de kade
Adri: “Wij lagen voor anker in de haven van Bombay en in die haven lagen allemaal schepen uit de mottenballenvloot van Amerika, schepen vol met graan, ze werden niet gelost. En er lag ik weet niet hoeveel graan op de kant. Op een gegeven moment gingen Hans Mossel, de hoofdmachinist en ik met z`n drieën de wal op, we komen bij de gate en er komt een Indiër aanlopen die werd gefouilleerd. De wachtposten haalden een appel uit zijn zak en sloegen die jongen verrot. We sprongen er tussen, hebben die
jongen mee aan boord genomen, hem wat opgelapt en te eten gegeven. We gaven hem ook eten voor thuis mee en hebben hem
meegenomen de stad in. Ons durfden ze niet aan te houden bij de gate, dus zo kon die jongen veilig weg met het eten.”

Koningshuis
“Een dag later kwam er een heer aan boord die vroeg naar de kapitein. Hij vertelde hem een verhaal over drie heren die een lndiër
geholpen hadden gisteren. Hans Mossel zei: “dat zijn wij geweest.” Of “ie met ons kon praten. Blijkt die man advocaat te zijn en
alles, werkelijk álles, te weten van het Nederlandse koningshuis. Als dank dat wij die lndiër geholpen hadden, bood hij aan om
ons Bombay te laten zien. De volgende dag zijn wij met die kerel in een riksja door heel Bombay gereden. Het was mensonterend
wat ik daar zag! Mensen die dood of stervend op straat lagen en de levende koeien die daar tussendoor liepen.
Verschrikkelijkl" “Maar ik schrijf dat aan Bep, wat ik gezien had en dat het graan daar op de kade lag te rotten en mijn vrouw stuurt die brief door naar het Algemeen Dagblad. Een joumalist neemt stukken van mijn brief over in zijn column met de vermelding dat het een schande was dat we hier aktie voerden voor India en er niets aan gedaan werd. Een professor uit Leiden beaamde wat mijn vrouw had geschreven en de volgende dag stond er een artikel in de krant waarin werd gesuggereerd dat de Indiase ambassade maar eens contact met mijn vrouw moest opnemen over dat eten vuor India. Mijn vrouw was als de dood dat die Indiërs hier aan de deur zouden komen en is drie weken met onze dochter naar haar tante in Leeuwarden gevlucht."
Adri (schaterlachend): “De buren hielden ons huis in de gaten of er geen vreemde gasten kwamen kijken."

@ Jac. de Nijs - Anefoto, Nationaal Archief.

Maassluis uitgerookt
“Meestal, als je uit dok gaat, heb je ellende", zegt Adri. “Je hebt geen tijd om alles te controleren, er komen aannemers aan boord,
die gaan aan de slag en je moet overal bovenop zitten. Dus na een dokbeurt bij Verolme zijn we met veel problemen vertrokken met orders voor Ras Tanura. We waren van handstoken op automatisch stoken overgegaan, dan kon je vier man uitsparen, maar we kregen geen echte training, slechts een korte uitleg over de nieuwe automatische stookinstallatie. Het was haast, haast, haast, en toen we vertrokken hebben we heel Maassluis uitgerookt, Een róók uit die schoorsteen, je wil het niet weten.
Toen we buitengaats waren, hebben we een tijdje voor anker gelegen en hebben we eerst het zootje in orde gemaakt. Daama hadden we nog problemen met de zoutwaterverdampers; we zijn een dag en een nacht bezig geweest, Mijn vrouw was die reis mee aan boord, voor haar was het niet leuk, ze zag me nauwelijks. Toen we bij Brest waren, heeft de kapitein besloten om daar in
de baai voor anker te gaan zodat we 24 uur konden rusten.”


Van Asten onwel
“Toen we ter hoogte van Las Palmas voeren, hoorde ik 's nachts in de hut naast me een hels kabaal. Ik ben gaan kijken: zat
hoofdmachinist Van Asten op de wc, helemaal onder het bloed. Een maagbloeding. De eerste stuunnan, die ook als arts aan boord fungeert, kwam erbij en liet gelijk naar de wal seinen. Er kwam een boot buitengaats die Van Asten naar het ziekenhuis in Las Palmas heeft vervoerd. Daar heeft hij een tijd gelegen en is aansluitend met verlof gegaan. Toen zaten wij wel zonder hoofdmachinist, dus er vond een wissel plaats: Croes werd van tweede WTK hoofdmachinist, Scheppers werd tweede WTK en ik moest wachtlopen. Via kantoor werden we op de hoogte gehouden van de toestand van Van Asten. Hij is gelukkig goed hersteld.”

De cirkel is rond
Omdat Adri vaak maandenlang van huis was, werd zijn vrouw het een beetje zat, temeer daar zij nog graag kinderen wilde. Zij schreef ~ voor hem ~ op een advertentie waarin Esso een hoofd laboratorium zocht. “Ik kwam 27 december terug uit Las Palmas
en de volgende dag zat ik op kantoor hij de heer Mandenmaker, superintendent technische dienst van de scheepvaart', zegt Adri.
“Aardige man was dat. Hij zei: “je wilt er mee stoppen? Ik heb een mooie job voor je: we gaan drie supertankers bouwen van
350.000 DWT, de Esso Europoort, Esso Bonaire en Esso Nederland, je kunt bij die nieuwbouw werken voor een periode van
twee jaar. Maar ga eerst eens praten op de raffinaderij." Da! heb ik gedaan. Op 3 januari zouden ze daar starten met een
introductie van een maand voor nieuwe employés op de Aromatenfabriek. Dat is mij goed bevallen en ik ben daar gebleven. En
wie werd daar mijn supervisor? Wim Weghorst, die ik in 1958 op de tankvaart had afgelost als elektricien. Een paar jaar later heb ik Wim als supervisor opgevolgd.
Zo is de cirkel weer rond.”

Toen ik met pensioen ging in 1998 kreeg ik een uitnodiging voor een reünie van de VGEM. Ik zag er niet veel in, want ik was al
heel wat jaartjes weg uit de tankvaaxt, dus wie kende ik nog? Ik ben toch gegaan en dat is me toch léuk geworden! Van Asten, Van
der Zwan, van Schoten, Mossel, Croes, de Mooy, Scheppers en Van Vliet, ze waren er allemaal, met echtgenoten. En dat is een
vriendenkring geworden. We hadden regelmatig contact met elkaar. Helaas zijn er veel van weggevallen, de enige die nog leeft is Frans van Asten (93), die woont in Bleiswijk en daar ga ik nog regelmatig heen. Hij loopt slecht, maar zijn geheugen is nog scherp. Hartstikke leuk om samen die oude verhalen weer op te halen.”

Overgenomen uit VGEM Nieuws, Nummer 4, December 2020, Jaargang 57.