Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 5e jaargang 1959 Nrs 1 - 5
Only in Dutch.

Essofoon - 5e jaargang 1959 (10 nummers).
No. 1 - Januari 1959



De Esso-X nadert geleidelijk zijn voltooiing en U ziet hierboven een perspectivische tekening van het reusachtige schip, dat met
zijn afmetingen van 690' x 90' de „Nieuw Amsterdam" overtreft. Dit vlaggeschip van de H.A.L. heeft een lengte van 670' en een
breedte van 87'11". Onze tanker is dus bijna 7 meter langer en 1 meter breder dan dit mooie passagiersschip. De Esso-X kan ca.
34.000 ton lading vervoeren. Indien met benzine geladen werd, zou dit circa 50 miljoen liter betekenen, een hoeveelheid die toe-
reikend zou zijn om een Jaguar met een verbruik van 1op 5 gedurende 6250 jaar 40.000 km per jaar te laten rijden. Belaadde men
het schip met huisbrandolie, dan zou men gedurende ruim 10.000 jaar een normaal huis kunnen verwarmen. Het schip zal worden
voorzien van airconditioning en zal geheel volgens de laatste ontwikkelingen op het gebied van warmte- en geluidsisolatie worden
ingericht.
Zodra het schip nagenoeg voltooid zal zijn, zullen wij o.m. nadere bijzonderheden verstrekken over de inrichting van de slaap- en
woonvertrekken van de bemanning.

Grootste opdracht in de geschiedenis van de Nederlandse scheepsbouw.
Aan Verolme's Verenigde Scheepswerven te Rozenburg is opdracht gegeven tot de bouw van 3 tankschepen van 73.000 t. d. w.,
waarvan één voor onze maatschappij is bestemd en de twee andere voor onze moedermaatschappij. Dit betekent voor de Neder-
landse scheepsbouw een toevoeging van ruim 30.000 t.d.w. aan de oorspronkelijk te bouwen scheepstonnage. Voor onze onder-
neming is dit het grootste schip dat ooit aan een Nederlandse werf in opdracht is gegeven. Het is tevens het grootste schip dat
ooit voor rekening van een Nederlandse rederij op een Nederlandse werf werd gebouwd. De afmetingen van deze reusachtige
schepen zijn: draagvermogen 73.000 t.d.w.; lengte 260 meter, breedte 43,3 meter; holte 18,3 meter; diepgang 13,7 meter; snel-
heid 17,5 knopen; vermogen 26.500 pk, te leveren door stoomturbines die gebouwd zullen worden door Werkspoor. De aandrijving
geschiedt door l schroef. Het grote bouwdok van 110.000 t. van de Verolme-werf op Rozenburg, waarin deze schepen zullen word-
en gebouwd, heeft een lengte van 290 meter, een breedte van 43,5 meter en een diepte ten opzichte van N.A.P. van 5 meter - dat
wil zeggen 9 1/2 meter onder het maaiveld en circa 6 meter onder de normale waterstand.

Van de tankvloot;
Vertrokken:
s.s. Esso Amsterdam - J. P. Feldbrugge     leerl. stuurman

DANKBETUIGING.
Mede namens mijn echtgenote en kinderen betuig ik mijn hartelijke dank aan de Directie, superieuren en collega's voor de blijken
van belangstelling, die ik op 1 december j.l. ter gelegenheid van de viering van mijn 25-jarig dienstjubileum mocht ondervinden.
S.S. Ulrich MT / Marine Constr. & Maintenance

SERVICE BUTTONS
De volgende mannelijke en vrouwelijke employé's zullen in de loop van 1959 een service button, resp. brochette ontvangen voor
40, 30, 20 of 10 dienstjaren bij onze maatschappij:
Tien dienstjaren:
G. Erkelens       E.T.M. Zeeschepen      16.1
S. Tuit                E.T.M. Zeeschepen       9. 2
J. B. de Smit     E.T.M. Zeeschepen     28. 6

No. 2 - Februari 1959

De binnenvloot van Esso Nederland N. V.
Langzaam, maar geheel volgens de regelen der kunst, maakt het schip hier kennis met het natte element. Het is het motortank-
schip „Esso Nederland 69", dat op de werf „Piet Hein" van de firma Schram te Papendrecht is gebouwd en na zijn tewaterlating
op 2 februari j.l. tot het 60ste schip van Esso's binnenvloot behoort. Het tankschip heeft een laadvermogen van ca. 1160 ton, is
80 meter lang en 9.40 meter breed. Het behoort tot de klasse der grootste binnenschepen van onze maatschappij. De „Esso
Nederland 69" zal worden uitgerust met twee Bolnes dieselmotoren van elk 350 pk en zal met een snelheid van ca. 19 km per
uur de Hollandse baren kunnen doorklieven. Het schip is namelijk bestemd voor binnenlands vervoer van schone olie, zoals ben-
zine enz., alsmede van stookoliën, waartoe het is voorzien van stoomspiralen.
Op dezelfde dag werd op de werf „Piet Hein" de kielplaat gelegd voor de bouw van een volkomen gelijkwaardig zusterschip, de
„Esso Nederland 70".

Van de tankvloot;
In dienst getreden:
s.s. Esso Amsterdam - R. Zwier    electricien
Vertrokken:
met studieverlof - G. A. v.d. Hoff    3e werktuigkundige

No. 3 - Maart/April 1959

ESSO-X.
De Esso-X wachtend op haar tewaterlating, waarbij ze Esso Rotterdam zal worden gedoopt.

Hierboven publiceren wij een recente foto van onze supertanker, Esso-X, die op 4 april a.s. te water zal worden gelaten.
Gekoesterd door mannen die weten wat werken is en gekluisterd aan kabels om het houvast te geven, is het kind daar op de
helling bij Van der Giessen & Zonen uitgegroeid tot een krachtige robuuste kerel met een huid van stalen platen, een lijn die
snelheid verraadt, bereid om een gevecht met de woedende golven van de oceanen aan te binden.
Die groei is sneller gegaan dan de wasdom van een mensenkind. Op 28 april vorig jaar vond de geboorte van de Esso-X plaats.
Toen legde de commissaris van de Koningin in de provincie Zuid-Holland, mr. J. Klaascsz, het eerste kielstuk van 14 ton, dat
weldra gevolgd werd door talrijke andere stukken staal. Langzamerhand kreeg de reus daar op de werf in Krimpen a/d IJssel
een vorm, waarvan men goedkeurend kon zeggen dat het geheel op een schip ging lijken. Op 4 november 1958 volgde de achter-
steven van 130 ton, op 9 december twee waterpijpketcis van elk 90 ton en een dag daarna het achterschip van 105 ton. Vrijdag,
6 maart j.l. ging het roer op zijn plaats. Aan de ruim 210 meter lange en 27,43 meter brede Esso-X zal nog de schroef worden
aangebracht voordat op 4 april a.s. de laatste beletselen zullen worden weggenomen die het stalen gevaarte nu nog op zijn ge-
boorteplek houden.
De dag, waarop het schip zal komen waar het hoort en waarop het dan Esso Rotterdam zal worden gedoopt, zullen wij met een
gevoel van trots beleven. Trots op de voorspoedige groei en de uitbreiding die onze tankvloot daardoor ondergaat. Maar dit gevoel
zal ook vermengd zijn met een tikkeltje weemoed over de leegte die dan op de werf zal zijn ontstaan. Geen imposant gezicht
meer van een hoog prijkende boeg, geen gedaver van hamers en gesis van lasapparaten. Een rust die vreemd aandoet na die
periode van koortsachtige arbeid. Niet lang echter zal die leegte daar zijn. Een nieuw kielstuk Zal daar op de helling geplaatst
worden en weer zal dat het begin betekenen van de groei van een tankschip voor Esso Nederland, de Esso-Y.

No. 4 - April/Mei 1959

Een tweede smeerolielichter in de vaart.
      L. v. d. Kemp
Sinds 1 april jl. heeft onze maatschappij voor de leveringen in de havens van Rotterdam en Amsterdam een tweede smeerolie-
lichter, de „Esso Nederland 129", in gebruik genomen. Bovenstaande foto toont dit schip, dat is ingebouwd door N.V. Scheeps-
werf „De Hoop" te Schiedam.
De „Esso Nederland 129" is van zes compartimenten voorzien, waardoor verschillende smeeroliesoorten tot een totaal van
48.000 liter ineens of in gedeelten in bulk kunnen worden afgeleverd. Bovendien heeft het schip een laadruim, waarin meer dan
100 vaten smeerolie kunnen worden vervoerd. De voortstuwing geschiedt door een 6-cilinder, 80 pk DAF-dicselmotor, type
D 575 A (Leyland licentie), waarmede de „Esso Nederland 129" een snelheid van ca. 14 km per uur kan bereiken. Een 2-cilinder
Petter dieselmotor van 12 pk drijft door middel van een 4-snelheden vertraging een positive-displacement ladingpomp aan, die
een bunkersnelheid garandeert van 4 tot 10 ton per uur. Het schip staat onder bevel van de heer L. van der Kemp.

De Esso binnenvloot heeft haar zestigste schip.
             
                                                                                                                        L. Sissing
Op deze foto bezegelen de heren A. Markusse van het Marine Transportation Dept. en P. Schram Jr. van de werf Schram
met een handdruk het feit dat de binnenvloot van onze maatschappij weer verrijkt werd met een motortankschip, de „Esso
Nederland 69". Dit vond plaats op vrijdag, 10 april jl. Dit 60ste schip van onze binnenvloot meet 1160 ton en behoort tot de
klasse der grootste binnenschepen van onze maatschappij. Het schip is bestemd voor het binnenlands vervoer van schoon
produkt (benzine etc.) en van stookoliën, zulks ter bevoorrading van depots en afnemers in Nederland. Ten behoeve van het
vervoer van stookoliën is het uitgerust met stoomspiralen. Het schip heeft een lengte van 80 m en is 9.40 m breed. Twee
Bolnes dieselmotoren van elk 350 pk geven het een bedrijfssnelheid van ca. 18 km per uur. De „Esso Nederland 69" is het
eerste motortankschip van onze binnenvloot dat met radar en V(ery)  H(igh) F(requency)-telefoon is uitgerust.
Met ingang van 16 maart jl. is de heer L. Sissing van Inland Transportation benoemd tot schipper op de „Esso Nederland 69".

Ik doop U "ESSO ROTTERDAM" en wens U een behouden vaart.
Het waren deze woorden van de doopster, mevr. Mc Faddin-Kruiter, en de daarop volgende vlotte stapelloop van het nieuwe
schip, die de hoogtepunten vormden van een glorieuze dag op 4 april jl. te Krimpen a/d IJssel.
Begunstigd door een mild voorjaarsweer waren talrijke genodigden en andere bezoekers, waaronder vele bewoners uit de om-
geving van de werf getuige van dit grootse evenement. Twee muziekkorpsen uit Krimpen a/d IJssel en twee kadetten-korpsen
uit Arnhem en Schiedam gaven klank en fleur aan dit gebeuren; op het water gleden zeilboten voorbij en voeren pleziervaartuig-
en langs om van daaruit het schouwspel gade te slaan.
Om zes minuten over half vier gleed de „Esso Rotterdam" binnen een minuut van de helling bij C. van der Giesscn & Zn's Scheeps-
werven. Nadat het schip majestueus in het natte element was gegleden, werden handen gedrukt, gelukwensen uitgesproken
en daarmede was dan de tank vloot van onze maatschappij verrijkt met een modern tankschip van 36.000 ton, waarvan nog
geen jaar geleden de kiel werd gelegd. De nieuwe ,,Esso Rotterdam" is ruim 210 meter lang en heeft een breedte van 27,43 m.
In het schip is bijna 10.000 ton staal verwerkt.
De nieuwe aanwinst voor onze: tankvloot zal medio van dit jaar haar proefvaart maken. Zodra het schip zijn eerste reis voor onze
maatschappij zal aanvangen, zal de totale tonnage van de Esso-vloot de honderdduizend ton ruim zijn overschreden. Na de
stapelloop werd er in de cantine van Van der Giessen een dronk uitgebracht. De heren P. J. van der Giessen, C. R. Smit,
mevr. Mc. Faddin-Kruitcr en de heer F. J. C. Barten hielden toespraken die wij hieronder in woord en beeld laten volgen.
Toespraak van de heer P. J. van der Giessen, na de doopplechtigheid.
Mijne heren directieleden van Esso Nederland,
Mijnheer de burgemeester van Rotterdam,
Mijnheer de burgemeester van Krimpen,
Dames en Heren.
Het grote aantal eregasten maakt het voor mij onmogelijk om allen met name te noemen, maar U zult mij wel willen toestaan dat
ik een uitzondering maak voor burgemeester, mevr. Van Walsum en heer burgemeester Aalbers van Krimpen a/d IJssel. Met U,
heer Aalbers, verheugen wij ons er over dat vandaag het grootste schip, dat ooit boven de Maasbruggen te water is gegaan, in
Krimpen is gebouwd en dat U daarbij het genoegen en wij het genoegen hebben de burgemeester van Rotterdam, de grote na-
burige stad, aanwezig te zien. Ik kan mij voorstellen dat U, mijnheer Van Walsum, vandaag hier zijt omdat het schip de naam
van Uw stad heeft ontvangen maar ook een beetje, omdat nog hele oude banden U met deze gemeente verbinden Wij zijn zeer
dankbaar dat U vandaag hier hebt willen zijn.
l should like to welcome our guests from abroad. We feel it an esteemed honour that you all have taken the trouble to come to our
yards and to attend the launching of "Esso Rotterdam". We sincerely hope that it will not be the last time for you to come to
launching here.
Mag ik, mevrouw Mc.Faddin, mij vervolgens met een speciaal woord tot U richten. Wij zijn zeer verheugd dat U onze invitatie hebt
aanvaard om vandaag als doopster van dit schip op te treden en wij zijn erg gelukkig dat U het op zo gracieuse manier in dit mooie
weer hebt gedaan en daarmee nog meer fleur hebt hebt gegeven aan deze voor ons zo belangrijke dag en voor zo'n belangrijk
moment in het leven, ook van het schip. En wanneer ik U dan dank voor alles wat U gedaan hebt namens de werf, dan wil ik deze
dan graag vergezeld laten gaan van een souvenir en ik hoop dat U dit kadootje beschouwen wilt als herinnering aan deze dag. En
dat wil ik graag thans aan U geven.
In het vervolg van zijn toespraak wijdde de heer Van der Giessen uit over de verschillende tankschepen die op zijn werf waren ge-
bouwd. Zo werd het eerste tankschip reeds in 1906 door zijn bedrijf gebouwd. Spreker voegde hieraan toe dat het een Rijnschip
was van maar 220 ton groot. Hij had voorts losse tanks en het vervoerde zwavelzuur, maar het was een tankschip. De heer Van
der Giessen betreurde de afwezigheid van de commissaris van de Koningin m Zuid-Holland, Mr. Klaassesz die de kiel van het
nieuwe schip had gelegd. Spreker legde de nadruk op de steun die de werf bij de bouw heeft mogen ondervinden van onze
technische dienst en hij noemde met name de heren Ulrich en Soria. De heer Van der Giessen bracht dank aan allen die door
hun aanweizgheid deze dag hebben opgeluisterd, waaronder de zee-kadetten uit Arnhem en Schiedam, de school uit
Rotterdam die het nieuwe schip heeft geadopteerd en de beide muziekkorpsen. Met het uitbrengen van een dronk op de voor-
spoed van onze maatschappij besloot de heer Van der Giessen zijn toespraak.

TOESPRAAK VAN ONZE PRESIDENT DIRECTEUR, de heer C. R. Smit.
Mijne Heren Directieleden van Van der Giessen,
Mijnheer de Burgemeester van Rotterdam,
Mijnheer de Burgemeester van Krimpen a/d IJssel,
Dames en Heren.
In de eerste plaats wil ik U, mijnheer Van der Giessen, hartelijk dankzeggen voor de vriendelijke woorden, die U zo juist hebt ge-
sproken. En voorts wens ik U en Uw mede-directieleden, alsmede het gehele personeel van Uw werf van harte geluk met de voor-
spoedige stapelloop van de „Esso Rotterdam".
Met een tussenpoos van slechts enkele jaren is wederom van één van Uw hellingen een schip te water gelaten, dat het grootste
is, dat ooit boven de Maasbruggen is gebouwd: 4 jaar geleden was het de "Esso Nederland", een tanker van 26.000 DWT, thans
is het de „Esso Rotterdam", een 36.000 tonner. Het stemt ons tot grote voldoening dat beide schepen door Uw werf voor onze re-
kening zijn gebouwd. Hierdoor komt de bijzonder goede samenwerking, die steeds tussen Uw bedrijf en het onze heeft geheerst,
wel voldoende tot uiting. Wij zijn ervan overtuigd, dat deze goede samenwerking zich ook in de toekomst zal voortzetten. Daarvan
kan ik geen beter bewijs aanvoeren dan het feit, dat op de helling, welke zo juist is vrijgekomen, de kiel zal worden gelegd voor
weer een nieuwe Esso-tanker, die een zusterschip zal worden van de „Esso Rotterdam".
Kiellegging van de "Esso-Y".
Bij velen, die bekend zijn met de minder gunstige omstandigheden, welke reeds geruime tijd in de wereldtankvaart heersen, zal de
vraag opkomen hoe Esso Nederland deze ontwikkeling ziet. Welke redenen hebben onze maatschappij ertoe gebracht niet alleen
de „Esso Rotterdam" te laten bouwen, maar daarenboven nog twee andere schepen te bestellen. Eén daarvan zal - zoals ik reeds
zei - op deze helling verrijzen; het andere schip zal 73.000 ton meten en daardoor niet bovenstrooms van Rotterdam kunnen word-
en gebouwd.
De vraag waarom wij deze schepen laten bouwen lijkt te meer gerechtvaardigd als men weet, dat twee Essotankers, ieder van
± 16.000 DWT, thans in de Waalhaven zijn opgelegd, schepen die technisch zeker nog niet zijn versleten.
Als antwoord op deze vraag zou ik willen wijzen op de snelle groei van de energiebehoeften in ons land en in West-Europa. Enkel
jaren geleden werd nog gesproken van het energieprobleem, waarmede toen werd bedoeld het probleem hoe aan de snel groeien-
de vraag naar energie kon worden voldaan. In deze tijd van grote kolenoverschotten in verschillende Westeuropese landen lijkt
het probleem eerder in het tegenovergestelde te zijn omgeslagen; het aanbod is momenteel groter dan de vraag.
Toch geloof ik dat wij te maken hebben met een tijdelijke toestand, mede als gevolg van noodmaatregelen, die enkele jaren ge-
leden, rond de Suez-crisis, werden genomen. Ik geloof dat in West-Europa in de naaste toekomst plaats zal zijn voor alle vormen
van energie, mits deze voldoen aan de eisen, die altijd door de verbruiker zullen worden gesteld, nl. vrije keuze op de basis van
de laagst mogelijke kosten voor zijn specifieke energiebehoefte. Speciaal voor Nederland met zijn groot export-percentage is
goedkope energie van uitermate groot belang. De verwachtingen van economen en anderen, die het beste in staat zijn de groei
van het energieverbruik te kunnen schatten, wijzen erop dat het energieverbruik in West-Europa zeer sterk zal stijgen. Stellen
wij voor het jaar 1935 het energieverbruik in West-Europa op 100, dan is dat in 1955, dus 20 jaar later, opgelopen tot 148 en dit
ondanks de invloed van de Tweede Wereldoorlog, die de stijging in het verbruik tijdelijk aanzienlijk heeft afgeremd. In 1975 ver-
wacht men dat de energiebehoefte van West-Europa zal stijgen tot 255.
In 1935 kwam 8% van de Westcuropese energie uit aardolie en ik zou het aardolie-verbruik voor dat jaar wederom op 100 willen
stellen. In 1955 was het olieverbruik reeds gestegen van 100 tot 407 en namen petroleumprodukten reeds 22% van de energie-
voorziening voor haar rekening. Men verwacht, dat in 1975 aardolie voor 34% zal bijdragen en dat ten opzichte van 1935 de olie-
consumptie zich ruim vertien-voudigd zal hebben, nl. van 100 tot 1071. Voor Nederland alleen zijn deze cijfers nog veel indruk-
wekkender.
Geen wonder dat wij als petroleummaatschappij en leverancier van energie vertrouwen hebben in de toekomst en enkele jaren
geleden besloten tot de bouw van een raffinaderij te Rotterdam, waarmede bijna tweehonderd miljoen gulden zijn gemoeid.
Deze fabriek, die ook voor de export zal werken, brengt echter een omwenteling in ons vervoerspatroon met zich. Voorheen im-
porteerden wij gerede produkten van overzee, in de naaste toekomst zullen wij, behalve ons aandeel in de Nederlandse crude,
nog ongeveer 4 miljoen ton ruwe olie per jaar moeten aanvoeren.
Willen wij goedkope energie blijven leveren, dan zijn grote en efficiënte schepen met lagere kosten per ton/mijl een gebiedende
eis voor de toekomst. Als de loshavcns zoals Rotterdam en als ook de laadhavens zich voldoende aanpassen om deze grote
eenheden te ontvangen, dan hebben wij op grond van de energieontwikkeling voldoende vertrouwen om ons niet door een tijdelijk
ongunstige situatie te laten weerhouden datgene te doen wat, gezien de toekomstige ontwikkeling op energiegebied, o.i. nood-
zakelijk is.
Dat het schip, dat U in zijn element hebt zien glijden, inderdaad doelmatig is, hoop ik met enkele gegevens duidelijk te maken.
De 36.000 DWT metende ,,Esso Rotterdam" kan ca. 34.000 ton lading vervoeren tegen 25.000 ton in de „Esso Nederland". De
bouwkosten van het schip, de vervoerkosten per ton lading, de pompcapaciteit en de bemanning van de tanker staan ten opzichte
van kleinere schepen in een zeer gunstige verhouding.
De investering per ton draagvermogen in het grotere schip is lager dan in het kleinere. De „Esso Rotterdam" zal 53 man beman-
ning krijgen tegen 50 op de „Esso Nederland". Met 6% meer bemanning zullen wij 36% meer lading kunnen vervoeren.
Wanneer wij op een bepaald traject de vervoerkosten per ton van de „Esso Rotterdam" vergelijken met die van haar voorgangster,
de „Esso Nederland", dan constateren wij dat, indien wij de vervoerkosten van de „Esso Nederland" op 100 stellen, die van de
„Esso Rotterdam" 92.5 bedragen, hetgeen inderdaad over de grote afstanden die deze schepen moeten afleggen belangrijke be-
sparingen met zich brengt.
Ik wil niet onvermeld laten, dat bij de bouw speciale aandacht is besteed aan de bemanningsverblijven en andere voorzieningen
aan boord ten behoeve van het comfort der opvarenden. Zo heeft ieder lid der bemanning zijn eigen verblijf. Aangezien wij een ge-
deelte van onze ruwe olie zullen laden in de Perzische Golf of in andere havens in tropisch klimaat, wordt het gehele schip voor-
zien van airconditioning. Ook aan warmte- en geluidsisolatie is de nodige aandacht besteed.
Het is tegenwoordig nauwelijks meer een bijzonderheid, dat een grote tanker een zwembad heeft en natuurlijk zal dit schip deze
faciliteit aan haar bemanning geven, Ik wil thans nog een ogenblik stilstaan bij de naam van ons nieuwe schip.
Het is voor ons een bijzonder genoegen deze tanker de naam te hebben kunnen geven van één van onze opgelegde schepen en
zodoende een traditie voort te zetten, waarop onze maatschappij trots is.
De „Esso Rotterdam" is n.l. het vierde schip van onze tankvloot dat achtereenvolgens de naam van onze grootste havenstad voert.
Het eerste werd reeds in 1895 door ons in dienst gesteld; het was een 6.000 DWT metend stoomschip, dat wij in 1923 hebben ver-
kocht. In 1925 werd het opgevolgd door het m.s. „Rotterdam" van 12.000 DWT dat in de Tweede Wereldoorlog in dienst van de ge-
allieerden een roemrijk einde heeft gevonden in de Caraïbische Zee. Na de oorlog, in 1948, kocht onze maatschappij in Amerika
een zgn. T-2 tanker, die de naam kreeg van „Esso Rotterdam" en dit schip zal thans worden vervangen door de tanker, die zo juist
te water is gegaan.
Van 6.000 DWT tot 36.000 DWT! Voorwaar in vogelvlucht de ontwikkeling van onze Maatschappij. Bovendien achten wij het bij-
zonder opportuun de naam Rotterdam te geven aan dit nieuwe schip op het ogenblik, dat onze maatschappij zich opnieuw op
grootse wijze in de Maasstad gaat vestigen.
Ik heb enkele jaren geleden reeds gezegd, dat bij de constructie van de Esso raffinaderij Rotterdam in Jersey-kringen de slogan
werd gebruikt: „do it the Rotterdam way" - „doe het op z'n Rotterdams". Onze maatschappij heeft sedertdien reeds getoond deze
slogan in daden te kunnen omzetten en zodoende een passend aandeel te leveren in de dynamische ontwikkeling van onze
grootste havenstad.
Datgene waarvan wij allen hedenmiddag getuige zijn geweest is een grote gebeurtenis, waarvan het belang uitgaat boven dat van
onze maatschappij. Door de grondstof voor onze maatschappij in te voeren met Nederlandse schepen, gebouwd op Nederlandse
werven en voorzien van een technische uitrusting, die vrijwel geheel door Nederlandse industrieën is geleverd, draagt Esso Neder-
land bij tot deviezenbesparing, tot werkverschaffing, tot activering van het economisch leven van ons dichtbevolkte land.
Het is de olie-industrie tot nog toe steeds gelukt produkten te leveren van steeds betere kwaliteit, aangepast aan moderne ma-
chines en toepassingsmogelijkheden, tegen prijzen die lang niet in die mate zijn-gestegen als het algemeen prijsniveau; van-
zelfsprekend laat ik hier de invloed der belastingen buiten beschouwing.
Dientengevolge heeft de olie-industrie in belangrijke mate bijgedragen tot een stijging der welvaart en een voortdurende uitbreiding
van de vraag naar nieuwe goederen. Laten wij hopen dat deze ontwikkeling zich ook in de toekomst zal voortzetten.
Nogmaals, heren Directieleden van Van der Giessen, betuig ik U de hartelijke dank van mijn maatschappij voor hetgeen U in de af-
gelopen jaren voor ons hebt gedaan.
Twee schepen hebt U voor de Esso Tank-vaart Maatschappij gebouwd en het derde zal weldra Uw thans lege helling vullen, terwijl
U ook voor onze zustermaatschap-pijen in het buitenland reeds tankers afleverde. Zo is er tussen onze maatschappijen een band
gegroeid, die uitgaat boven die van louter opdrachtgever en aannemer: wij kennen elkaar, begrijpen elkaar en vinden het plezierig
met elkaar samen te werken. Het zou ondoenlijk zijn hier de namen te noemen van al degenen, die bij de bouw van het schip hun
energie en enthousiasme hebben ontplooid, maar één uitzondering moet ik maken en wel voor de heer Soria, die zo welwillend is
geweest om de supervisie over de bouw van het schip te houden en wiens waardevolle adviezen voor ons van grote waarde zijn ge-
weest. Ik wil tenslotte niet eindigen zonder ook mevrouw McFaddin te bedanken voor het feit, dat zij ons nieuwe schip ten doop
heeft willen houden.
Tot besluit wens ik de Directie van de Esso Tankvaart Maatschappij geluk met deze prachtige aanwinst voor haar vloot en de
kapitein en bemanning van de „Esso Rotterdam" t.z.t. een behouden en goede vaart.

Toen hun jongere, maar grotere zuster te water werd gelaten, bevond zich de „Esso Nederland" (boven) ten zuiden van Saoedie-
Arabië in de Arabische Zee en de „Esso Amsterdam" (onder) lag bij Neyborg (Denemarken) om er een gedeelte van een lading
schone produkten te lossen.
Dankwoord van de doopster van „Esso Rotterdam", mevr. Mc.Paddin-Kruiter.
Ik zou hier gaarne enige woorden van dank uitspreken voor de eer de,,Esso Rotterdam" vanmiddag te hebben te water gelaten.
Ik moet bekennen dat tankers te water laten niet bepaald tot mijn dagelijkse bezigheden behoort en ook daarom zal deze dag
altijd een heel speciale voor me blijven.
Ik bied hierbij de Scheepswerf Van der Giessen & Zonen mijn hartelijke gelukwensen aan met de bouw van deze mooie tanker
zomede de vlotte tewaterlating en ik hoop dat er in de toekomst van deze werf nog menig schip te water zal gaan.
Ook Esso Nederland wens ik van harte geluk met het bezit van de nieuwe tanker en met de uitbreiding van de Esso vloot. Last
but not least bied ik mijn allerbeste wensen aan voor de toekomst van de „Esso Rotterdam", de kapitein en de bemanning en ik
hoop dat het dit schip, waar ook ter wereld, in figuurlijke zin altijd voor de wind zal gaan.
Ter herinnering aan deze grote gebeurtenis hebben wij iets gevonden in de vorm van een tegel van Delftsch porselein, waarvan ik
het ontwerp hier heb. Ik had dit onderwerp graag provisorisch willen overhandigen aan kapitein Schol, maar daar kapitein Schol
nog ter zee is, kan hij helaas deze middag niet hier zijn en wil ik mijnheer Barten vragen of hij dat voor kapitein Schol in ontvangst
zal willen nemen.
Speech van de heer P. J. C. Batten.
Mijne dames en heren,
Het is inderdaad een belangrijke dag voor de werf Van der Giessen; het is een belangrijke dag voor Esso Nederland, maar het
is ook een belangrijke dag voor de Esso Tankvaart Maatschappij, als dochteronderneming van Esso Nederland.
Het is mij uiteraard een groot voorrecht om de eer te beurt te vallen als vertegenwoordiger van de Esso Tankvaart Maatschappij,
die ik vertegenwoordig als directielid en bij afwezigheid van de gezagvoerder Schol deze schitterende tegel in ontvangst te mo-
gen nemen.
Mevrouw Mc.Faddin, ik geloof dat U hiermee de gezagvoerder, de officieren en bemanning ongetwijfeld een groot genoegen zult
hebben gedaan. Wanneer ik naar deze schets kijk, dan zie ik hierop de hele symboliek van de aardolieindustrie, ik zie daar de
boortorens en ik zie daar de raffinage-apparatuur en het schip kan nu eenmaal in dit proces niet worden ontbeerd.
Op deze tegel verrijst bovendien het gedenkteken van Rotterdam voor de koopvaardij. Deze tegel, mevrouw Mc.Faddin, zal een
mooie plaats krijgen in de salon van het schip en wanneer ik dan denk aan deze vlotte tewaterlating, beschenen door de ons zo
allen geliefde zon, en door Uwe hand te water gelaten, dan ben ik er van overtuigd dat het het schip goed zal gaan. Ik dank U.

Het ontwerp van de tegel toont de gehele symboliek van de aardolie-industrie; boortoren, raffinage-apparatuur, het tankschip,
alsmede het gedenkteken van Rotterdam voor de koopvaardij.

No. 5 - Mei/Juni 1959

Dat ook aan boord van onze tankschepen verjaardagen niet worden vergeten, laat bovenstaande foto zien. De dienst-
doende hoofdwerktuigkundige, de heer J. M. Ponsie aan boord van de „Esso Amsterdam" neemt hier op zijn 59 ste ver-
jaardag (20 febr. 1959) een papieren kip van de wnd. gezagvoerder, kapt. S. F. Westra in ontvangst en was zichtbaar
vergenoegd dat het door de bemanning met vereende krachten geconstrueerde kunststuk het papieren omhulsel vorm-
de van een fles jenever. Hef is hier de laatste verjaardag die de heer Ponsie in dienst van Esso Nederland zal mee-
maken, aangezien hij volgend jaar met pensioen zal gaan; ter gelegenheid daarvan vergezelde zijn echtgenote,
(zie foto), hem op deze reis van Aruba naar Fawley.

100 jaar Suezkanaal.
Op 25 april 1959 bestond het Suezkanaal 100 jaar, een feit dat wij in deze kolommen niet onvermeld mogen laten.
Immers, het kanaal maakt de weg voor onze tankschepen van het oosten naar het westen korter. De doorvaart door
het Suczkanaal spaart 50 a 70% brandstof uit, al naar gelang de tonnage en snelheid van liet schip. Door de geo-
grafische ligging der olicgebieden in het Midden Oosten ten opzichte van het voornaamste afzetgebied, Europa, vormt
deze waterweg een zeer belangrijke schakel tussen olieveld en afzetgebied. Dat er enorme tankschepen worden ge-
bouwd die ook rendabel kunnen varen wanneer zij de route om Afrika nemen, doet op het ogenblik niets af van het feit
dat Europa heden ten dage door het Suezkanaal 2 miljoen barrels olie per dag uit het Midden Oosten aanvoert Het
Suezkanaal heeft voor Nederland altijd grote betekenis gehad. Vóór de tweede wereldoorlog namen wij zelfs de twee-
de plaats inonder de landen die het kanaal gebruikten, zulks mede op grond van het scheepvaartverkeer op onze
toenmalige koloniën in het Verre Oosten.
Het jaar na de opening voeren 486 schepen met tezamen 437.000 netto registertoii door het kanaal. Op 9 maart 1958
bereikte hef kanaal een rekord. Op die dag voeren 84 schepen door het kanaal. De lengte van het Suezkanaal bedraagt
173 km, zijn breedte bij een diepte van 11 meter bedraagt 60 meter en de maximale waterverplaatsing van schepen is
10,67 (y5 voet). Over twee jaar zal een door drie Amerikaanse firma's uit te voeren project ter waarde van $ 7.500.000
het kanaal met ongeveer 80 voet verbreden en uitdiepen, zodat er dan ook schepen niet een diepgang van 37 voet het
kanaal kunnen passeren. Te zijner tijd hoopt men de waterweg geschikt te maken voor supertankers van ongeveer
35.000 ton.

Van de tankvloot;
Service Buttons:
Tien dienstjaren;
28.6.1959 J. B. de Smit, E.T.M. Zeeschepen