Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 4e jaargang 1958 Nrs 7 - 12
Essofoon - 4e jaargang 1958 (12 nummers).
No. 7 - Juli 1958

Van de tankvloot :
Vertrokken:
s.s. Esso Nederland R. J. v. Leeuwen leerling stuurman
s.s. Esso Nederland G. R. Roqué ass. werktuigkundige
s.s. Esso Rotterdam J. W. v. Leeuwen 3e stuurman

No. 8 - Augustus 1958

TANKER ROUTES.
Onze maatschappij heeft, dat is U natuurlijk bekend, bij Nederlandse werven orders lopen voor drie nieuwe supertankers. Deze drie
schepen maken nog maar een klein deel uit van de 65 nieuwe tankers waarvoor Jersey en haar dochterondernemingen bij scheeps-
werven overal in de wereld opdrachten hebben geplaatst. Dit alles om een verwachte stijging van 60% in de behoefte aan tankerton-
nage vóór 1965 te kunnen opvangen.
Van de 65 bestelde tankers behoren er 34 tot de klasse der grootste schepen die straks het Suezkanaal zullen kunnen passeren,
wanneer dit in 1960 geheel is verbeterd en uitgediept. Gezamenlijk bezitten Jersey en haar dochterondernemingen thans 153 tank-
ers, varende onder de vlaggen van 11 naties. Ondanks de minder gunstige omstandigheden in de wereld-tankvaart, die ook Jersey
tot het opleggen van schepen noopten, varen nog altijd ruim 300 eigen en gecharterde tankers op de zeeroutes van het concern. Zij
maken een zesde deel uit van de totale tankvloot van de vrije wereld. Jersey zelf heeft 38 tankers varen onder Amerikaanse vlag; zij
vormen de grootste tankvloot van de V.S.
Dochterondernemingen die geen rekening behoeven te houden met de diepte van het Suezkanaal overwegen thans de bouw van
enkele tankers van 73.000 ton. Andere Esso-maat-schappijen zijn met de regering van het land waar zij werken in overleg getreden
omtrent de mogelijkheid van „atoomtankers".

EEN ZIEL VOOR DE „ESSO PARENTIS".
(door Jan Brusse in Elseviers Weekblad)
De Franse marinebeeld houwer Georges Guiraud woont in Montparnasse. Daar zit hij onder de oude en altijd wat stoffige stadsbomen
en piekert over zijn opdrachten. Vooral de laatste heeft hem heel wat hoofdbrekens gekost. Esso liet in Saint-Nazaire een tankschip
bouwen van 38.000 ton. En of de marinebeeldhouwer daar maar even een aantrekkelijk schegbeeld voor wilde maken. Dertig vierkante
meter groot. Buigzaam en onbreekhaar.
Nu wist de directie van Esso Standard Prancaise S.A. wel aan wie zij dat vroeg. Want Guiraud droomt sinds vele jaren van die mooie
afbeeldingen, die men vroeger op de boeg van een schip maakte. Hij heeft het steeds betreurd dat onze moderne tijden deze tastbare
poëzie niet meer kennen. Volgens hem is een schip niet werkelijk klaar wanneer de voorsteven niet met een fraai relief is versierd. Dat
schegbeeld is de gepersonifieerde ziel van de boot.
Ja, je kunt rustig zeggen dat Guiraud een schegbeeldspecialist is. Hij heeft in het Parijse Museum van de Marine alles uitvoerig bestu-
deerd wat hij hierover kon vinden. In zijn vrije tijd kopieerde hij bewaard gebleven reprodukties. Maar aangezien deze vorm van kunst
ook in Frankrijk uit de tijd was geraakt, kreeg hij nooit de kans om eens een echt schegbeeld te maken.
Georges Guiraud bij zijn boegbeeld voor de Esso Parentis.
Gelukkig dat Esso de boeg van zijn laatste drie tankers wel heeft laten bewerken. En zo kreeg de marinebeeldhouwer een jaar geleden
de opdracht om de 38.000 ton grote „Esso Parentis" van een ziel te voorzien. Daarbij hadden de zeelieden, die deze boot bevaren, hem
meteen al gevraagd: Faites nous une belle femme. Zij menen dat de ziel van hun tanker geen man met een baard en haaf op de borst
moet zijn. Maar een verleidelijke vriendin, waar je tijdens de lange reizen met plezier aan kunt denken.
Het centrum van het schegbeeld werd dus een vier meter hoge vrouwenfiguur. Aangezien te voorspellen is dat ze regelmatig veel water
over zich heen zal krijgen, kleedde meester Guiraud deze Vrouwe Fortuna natuurlijk niet aan.
Het relief, dat zeven meter breed en bijna vijf meter hoog is, werd gegoten in polye-thyleen. Het is ongekend hard, zodat de tonnen zee-
water die er telkens weer tegenop zullen slaan er geen kwaad aan kunnen doen. Daarbij is het toch soepel en onbreekbaar. Het is veel
geschikter dan brons. Bovendien veel goedkoper en veel lichter. Het laat zich alleen heel moeilijk bewerken. Moeilijk en pijnlijk. De twee
arbeiders, die Georges Giraud in dienst had genomen om hem té helpen, zijn allebei weggelopen. Toen heeft de beeldhouwer een beroep
gedaan op zijn vrouw. Maandenlang hebben ze in de grootste rommel moeten vechten om Vrouwe Fortuna in deze nieuwe kunsthars vast
te leggen. Zijn ateliers zien er nog uit als ware laboratoria.
„Wanneer je niet tegelijkertijd artiest, schilder, beeldhouwer, uitvinder, scheikundige, kleermaker en gieter bent dan kun je beter niet aan
zulk soort werk gaan beginnen." zei hij. „Het is een rotwerk, maar het resultaat is meer dan de moeite waard." Nu de Franse scheeps-
werven het werk niet aankunnen en Esso het goede voorbeeld heeft gegeven, kunnen er nog oneindig veel opdrachten voor schegbeelden
worden verstrekt.

De Esso X groeit voorspoedig.
Als U mocht denken dat het bouwen van een 37.000 tons supertanker een aangelegenheid is, waarbij men de groei slechts met fikse
tussenpozen kan waarnemen, dan zullen onderstaande foto's van de Esso X in aanbouw U het tegendeel bewijzen. U herinnert zich on-
getwijfeld ons vorderingen-prentje van eind juni. Deze foto's stammen van eind juli en U ziet dat de Esso X toen al bepaald meer in vorm
was. Sectie na sectie komt uit de grote
hallen van de scheepswerf en wordt door machtige kranen op zijn plaats gebracht. Geen wonder dat men op die manier al snel huizen-
hoog torent en de mens (zie de foto links) nietig wordt temidden van zijn eigen schepping.
  
De Esso X in volk groei.

UITBREIDING BINNENVLOOT.

. . . 58ste van Inland Transportation
Onze binnenvloot is wederom uitgebreid. Op zaterdag 2 augustus werd van de N.V. Scheepswerven Piet Hein na een geslaagde proef-
vaart het 800 ton metende motortankschip „Esso Nederland 67" overgenomen. Dit 58ste schip van onze binnenvloot is bestemd voor
vervoer van zowel schone oliën als stookoliën. Er staan twee Bolnes dieselmotoren in, elk met een capaciteit van 250 PK; zij geven de
67 een snelheid van 18 km. De nieuwe tanklichter is bijna 74 meter lang, ruim 8 meter breed en heeft geladen een diepgang van 2,35 m.
Natuurlijk zijn ook aan boord van deze nieuwste aanwinst de verblijven voor kapiteinsgezin en bemanningsleden bijzonder fraai en voor-
zien van alle moderne comfort.

Van de tankvloot :
Service Buttons:
10 dienstjaren:
13.9.1958  S. F. Westra

No. 9 - September 1958

Bij de voorplaat :
Deze maand eens een opname van onze Tankinstallatie te Pernis; de fotograaf werd getroffen door het lijnenspel bij de vatenopslag aan
de Tweede Petroleumhaven.

No. 10 - Oktober / November 1958

VAN DE TANKVLOOT.
GEZAGVOERDER W. DE RAAT MAAKTE LAATSTE REIS.
Toen op vrijdagmiddag 26 september onze ss „Esso Amsterdam" bij de Esso Tankinstallatie te Pernis was afgemeerd en met het lossen
van een lading vliegtuigbenzine, gasolie en tractorpetroleum werd begonnen, betekende dit voor gezagvoerder W. de Raat het besluit van
zijn zeemanscarrière. Er ontbraken op dat moment precies 2 dagen aan een 36-jarig dienstverband, dat op 28 september 1922 begon,
toen hij als derde stuurman met de tankvaart kennis maakte aan boord van het ss ,,Amsterdam". Overigens zal kapitein de Raat die 36
jaar nog wél volmaken, omdat hem nog enkele maanden verlof resten alvorens hij de Esso Tankvaart Maatschappij N.V. in december a.s.
definitief gaat verlaten wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Kapitein de Raat werd op 3 juni 1898 te Zaandam geboren. Na het behalen van zijn derde rang trad hij in 1922 in dienst van de toenmalige
N.V. American Petroleum Company. In 1931 werd hij tweede stuurman op het ms „Den Haag", in 1937 eerste stuurman op hetzelfde schip.
Na reeds enkele reizen als tijdelijk gezagvoerder te hebben gemaakt, volgde in 1940 zijn benoeming tot gezagvoerder van het ms „Rotterdam".
Kapitein W. de Raat verlaat de „Esso Amsterdam".
Juist voor het uitbreken van de oorlog, in april 1940, was kapitein de Raat met de „Rotterdam" naar Amerika vertrokken. In de eerste oorlogs-
jaren werd zijn schip ingezet op de vaart van de Golf van Mexico via Halifax naar Engeland. In maart 1942, toen hij met een lading van 12.000
ton vliegtuigbenzine in konvooi op wegwas naar Liverpool, slaagde hij erin 57 bemanningsleden van een getorpedeerde Engelse collega aan
boord van de „Rotterdam" op te pikken. Hij ontving daarvoor later een officiële dankbetuiging van de Engelse Minister voor Oorlogstransport.
Enkele maanden later zou kapitein de Raat zelf zijn schip verliezen. Op 28 augustus 1942 werd de „Rotterdam" in de Caraïbische Zee getor-
pedeerd. Tien bemanningsleden verloren het leven. Kapitein de Raat werd gered en kwam via Cuba en de V.S. in Engeland.
De verdere oorlogsjaren bracht hij door op vrachtschepen, aanvankelijk als gezagvoerder op het ss „Van der Velde" in de konvooi-vaart tussen
Engeland en de Verenigde Staten, later op de „Aert van der Neer", waarmee hij o.a. deelnam aan een konvooi naar Molotofsk en Moermansk.
In september 1944 kreeg hij een walplaatsing als Luitenant ter Zee I bij de Marine Inlichtingendienst op het hoofdkwartier van de Koninklijke
Marine in Londen. Voor zijn dienst onder moeilijke omstandigheden in oorlogstijd werd hem bij Koninklijk Besluit van 25 oktober 1947 door
H.M. de Koningin het Kruis van Verdienste toegekend.
In de jaren onmiddellijk na de oorlog voer kapitein de Raat eerst nog op enkele vrachtschepen, doch in 1947, bij de hervatting van haar tank-
vaart door de toenmalige Standard Amerikaanse Petroleum Compagnie N.V., keerde hij op de tankers terug en kreeg hij het ss „Esso Den
Haag", een T2 tanker, onder zijn bevelen. Met een korte onderbreking als gezagvoerder van het ss „Esso Rotterdam" bleef hij op de „Den
Haag" tot begin 1958, toen dit schip, als gevolg van de omstandigheden in de internationale tankvaart, tijdelijk uit de vaart werd genomen.
Hij werd toen overgeplaatst op de „Esso Amsterdam" die sindsdien een aantal reizen tussen Aruba en Zuid-Amerikaanse havens heeft ge-
maakt.
In totaal maakte kapitein de Raat na de oorlog 104 reizen als gezagvoerder. In 1955 werd hem door H.M. de Koningin de zilveren medaille
van het K.N.M.I. toegekend voor zijn verdiensten bij het opstellen van meteorologische en stroomjournalen. In december zullen maatschap-
pij en collega's tijdens een officiële receptie afscheid nemen van gezagvoerder de Raat. De „Esso Amsterdam" is zaterdag 27 september
naar Aruba vertrokken, nu onder gezagvoerder L. C. L. Theunisse uit Vlaardingen.

WAT DOEN ZIJ?
Het is nu al weer enige tijd geleden dat twee onzer schepen, de „Esso Rotterdam" en de,,Esso Den Haag", werden opgelegd. De toestand
in de wereld der zeetankvaart, die destijds aanleiding vormde tot deze maatregel, is nog steeds niet dermate verbeterd, dat aan dit gedwong-
en nietsdoen een einde kon komen.
Van verschillende kanten bereikten ons de afgelopen tijd vragen over het doen en laten van de collega's die deze schepen bevoeren. U zult
zich herinneren dat aan het korps officieren destijds de keuze is gelaten in onze dienst te blijven om elders in de maatscnappij te worden in-
geschakeld of onze dienst te verlaten. Het dekpersoneel, dat per reis aanmonstert, had geen vaste binding met de Esso Tankvaart Maat-
schappij.
Twee employé's verkozen te blijven varen en verlieten onze maatschappij. De anderen bleven de Esso vlag trouw en aanvaardden een wal-
plaatsing. Daarbij dient U te bedenken dat de zeeman gewoonlijk een fiks verlof heeft. Er kwam dus in eerste instantie gelegenheid dat ver-
lof op te nemen en er bestaat thans bij voortduring gelegenheid weer naar zee te worden geroepen als een bemanningslid van de nog varen-
de schepen aan verlof toe is. De walplaatsing wordt dus in sommige gevallen onderbroken.
„Esso Rotterdam" - thans gedwongen nietsdoen.
Daarnaast ging een aantal collega's weer aan de studie. U weet dat de zeeman praktijk en theorie moet afwisselen om een hogere rang te
kunnen bereiken. Door het opleggen ontstond gelegenheid de theorie weer aan bod te laten komen. En dan nu iets over het doen en laten
van hen die bleven.
Gezagvoerder H. Schol van de ,,Esso Rotterdam" is op het ogenblik met verlof. Hij heeft drie drukke maanden achter de rug als „Geheim-
zinnige klant" in de „Actie Nieuw". Samen met de andere geheimzinnige klanten, voornamelijk de 3e werktuigkundigen P. Mardjan,
J. v. d. Zwan en A. Pardon, legde hij ruim 65.000 km af. Aan reizen en trekken heeft het deze vier zeelieden ondanks de walplaatsing tot
nog toe dus niet ontbroken. De heren Mardjan, v. d. Zwan en Pardon zijn thans aan de studie getogen. Vier andere collega's hebben even-
eens het schip voor de auto verwisseld. Zij werden (en blijven dat tot 15 november) salesman voor HBO. Derde stuurman L. A. Wunderlich
ging in die functie naar Arnhem, 2e stuurman R. Harthoorn naar Amsterdam, hoofdwerktuigkundige G. Siliakus naar Den Bosch en
elektricien J. Rotermundt naar Den Haag. Over hun bestemming na 15 november is nog geen beslissing genomen.
De twee eerste stuurlieden L. Veen en M. C. v. d. Vliet hebben de zee geen gedwongen vaarwel behoeven te zeggen. Zij varen boven de
sterkte, resp. op de „Esso Nederland" en de „Esso Amsterdam" waar zij als radarinstructeur optreden. Voor die functie werden zij destijds
eerst in Engeland opgeleid.
Een drietal collega's is op Hoofdkantoor beland, te weten chef steward P. Stoutjesdijk (op het moment dat wij dit schrijven, maakt hij
echter een reis op de „Esso Amsterdam"), 2e stuurman R. Struis en 2e werktuigkundige F. C. Bahlman. Zij houden zich bezig met het
opstellen van nieuwe inventarislijsten en een bevoorradingssysteem voor de schepen, hetgeen niet alleen voor de nog varende schepen
van veel belang is, maar bovendien uitermate te pas zal komen bij het indienststellen van onze nieuwe supertankers in 1959 en 1960. En
dan resteren nog de extra studerende E.T.M.'ers. Van hen kunnen we U weinig meer vertellen dan hun naam. Het zijn 3e stuurman
C. Veldkamp, de 3e werktuigkundigen P. R. Heyn Papousek, M. H. G. P. van Baak en K. Wortel, de 5e werktuigkundigen H. Ates en
F. D. C. M. Scheppers en de 4e stuurlieden J. J. C. Huizing en F. A. Belderbos. Zij allen studeren voor een hogere rang en wanneer wij
straks weer een beroep op deze collega's doen, zullen zij ongetwijfeld met voldoening kunnen zeggen dat zij van een noodgedwongen
periode aan de wal nuttig gebruik hebben gemaakt. Niet alleen zij zelf, maar ook onze maatschappij zal daarvan t.z.t. profijt trekken. Wij
wensen hen veel succes bij de beklimming van een hogere sport in hun carrière.

K.N.M.I. ONDERSCHEIDINGEN.
Wederom viel aan twee officieren van de E.T.M, de eer te beurt door H. M. de Koningin te worden onderscheiden voor hun verdiensten
op meteorologisch gebied. Het K.N.M.I. maakt jaarlijks een voordracht voor deze onderscheidingen. Ditmaal werd aan gezagvoerder
C. M. Schoemaker van de „Esso Nederland" de zilveren medaille toegekend voor zijn verdiensten voor de maritieme meteo. Aan onze
eerste stuurman Th. E. L. Goossens werd een aneroïde barometer toegekend voor het langdurig bijhouden van meteo-journalen. Beide
officieren van harte geluk gewenst.

ESSO NEDERLAND 68.
De Scheepswerven Piet Hein te Papendrecht konden vrijdag 26 september 1958 noteren als een Esso-dag. De motortanklichter „Esso
Nederland 68", bestemd voor het binnenlands vervoer van schone olie en stookolie kwam op die dag voor het eerst in aanraking met het
natte element en op dezelfde dag vond de kiellegging plaats van een volkomen gelijkwaardige motortanklichter, de „Esso Nederland 69".
De foto links laat het 59ste schip van Esso's binnenvloot zien,
even nadat het perfect tewater was gegleden; het schip heeft een laadvermogen van 1200 ton, is 80 meter lang en 9,50 meter breed en
behoort tot de klasse der grootste binnenschepen die onze maatschappij bezit.
De andere foto geeft een beeld van het moment waarop de heer N. Burde, Ass. Manager van het Marine Transportation Department de
laatste hand legt aan het plaatsen van de kielplaat voor de „Esso Nederland 69", daarbij geassisteerd door werfdirecteur Schram.

Van de tankvloot :
In dienst getreden:
J. P. Feldbrugge   1e wtk s.s. „Esso Amsterdam"
Service Buttons :
10 dienstjaren:
8.11.1958 J. C. Beek, s.s. „Esso Amsterdam"

No. 11 - November 1958

Onze voorplaat.
Dit is een plaat die iedere rechtgeaarde zeeman goed zal doen: een hoge zee bij stormachtig weer, een zwaarbeladen schip met de
kop in de woedende golven en het schuimende water dat op het dek vrij spel heeft. Het is het ss „Esso Nederland" in de Golf van Bis-
caje en de foto is gemaakt door een der opvarenden van dit tankschip, de heer J. C. A. Francino, ass. W.T.K.
De heer Francino heeft deelgenomen aan de fotowedstrijd en verdient met deze foto een eervolle vermelding. Deze onderscheiding
menen wij niet beter tot uitdrukking te kunnen brengen dan door zijn foto tot voorplaat van deze Essofoon te kiezen.

ESSO NEDERLAND X.
De bouw van de Esso-X op de werf Van der Giessen maakt goede vorderingen. Dinsdagmiddag 4 november j.l. werd de ca 13 meter
hoge en 130 ton wegende achtersteven met behulp van een drijvende bok op zijn plaats gebracht.

Van de tankvloot :
Vertrokken:
 ss. Esso Rotterdam  Th. Heeres, 4e werktuigkundige
Geslaagd:
 De heer F. J. Louter, 2e werktuigkundige ss. Esso Nederland, is op 24 oktober j.l. met lof geslaagd voor het 1e gedeelte van het
diploma C als scheepswerktuigkundige, met welk verheugend resultaat wij hem van harte gelukwensen.
25 jaar:
1.12.1958 S. S. Ulrich, HK/MT/Marine Constr. &  Maintenance

No. 12 - December 1958

ESSO NEDERLAND X.
In het ketelruim van de in aanbouw zijnde Esso-X werden op 10 december j.l. twee per lichter uit Amsterdam aangevoerde
waterpijpketels, elk wegende 90 ton, geplaatst en een dag later werd het achterschip (105 ton) aangebracht. Bovenstaande
foto laat het moment zien waarop het achterschip nog in de bok hangt.
Bij N.V. Mij „De Schelde" in Vlissingen werd vorige maand de laatste hand gelegd aan de tandwielkast voor de Esso X. U ziet
\dit belangrijke onderdeel op bovenstaande foto. De tandwielkast dient om het hoge toerental van de turbineinstallatie van circa
5000 terug te brengen tot circa 100 omw. per minuut op de schroef as.

Van de tankvloot :
Vertrokken:
J. Rotermundt, electricien
A. Roskam 2e stuurman
Service Buttons :
10 dienstjaren:
16.1.1959 G. Erkelens, E.T.M. Zeeschepen

Bij het 25-jarig jubileum van dhr. S. S. Ülrich.
Maandag, 1 december j.l. vond op de werkkamer van dhr. A. Markusse de huldiging plaats van dhr. S. S. Ülrich, MT/ Marine Constr.
& Maintenance. De Contactdirecteur, dhr. H. O. Horstmann wenst hier de jubilaris en zijn echtgenote van harte geluk.