Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site | home
Essofoon - 6e jaargang 1960 Nrs 1 - 6
Only in Dutch.
Essofoon - 6e jaargang 1960, (11 nummers).
No. 1
Een reis met de „Esso-Rotterdam".
De Manager van het Employee Relations Dept., tevens directeur van de Esso Tankvaart Mij. N.V., de heer F.J.C. Barten
met zijn echtgenote op de loopbrug van de „Esso Rotterdam". Met dit schip vertrokken de heer en mevrouw Barten op
6 december j.l. voor een reis naar het Midden-Oosten.
SCHEPEN MET GESCHIEDENIS.
Met de verkoop van het tankschip, de „Esso Amsterdam", is het laatste schip van het type T-2 uit onze vloot verdwenen.
Dit type tankschip heeft een rol van onschatbare betekenis gespeeld in de tweede wereldoorlog. In die jaren, waarin de vijand
vooral met zijn onderzeeboten aanvankelijk op schrikwekkende wijze huis hield onder de geallieerde transportschcpen, werd
naarstig gezocht naar een oplossing om de geweldige scheepsverliezen de baas te blijven.
Men wist dit te bereiken door massa-seriebouw, een techniek waardoor, tezamen met het succesvol gebleken konvooiensysteem
de wedloop tussen de bouw van schepen in Amerika en het tot zinken brengen ervan door de vijand ruimschoots door de
geallieerden werd gewonnen.
Deze scheepsbouwtechniek dateert weliswaar van de eerste wereldoorlog, doch vooral in de laatste wereldoorlog heeft de
massaseriebouw een indrukwekkende omvang te zien gegeven.
Het type T-2 was een goed ontwerp.
De grootscheepse bouw van tankschepen van het type T-2 berust op een ontwerp van deskundigen van de Sun Shipbuilding & Dry
Dock Cy. Chester, Pa. (de werf waar in 1944 de „Esso Den Haag" van stapel liep). Het ontwerp had tot doel te komen tot massa-
seriebouw van eenvoudige, doch praktisch ingerichte en dientengevolge snel te bouwen tankschepen die in ieder detail met elkaar
gelijk waren. Het werd het T-2 type (SE-A l), waarvoor in samenwerking met de Scheepvaartcommissie van de Verenigde Staten en
met de medewerking van nog drie andere scheepswerven, t.w.: Alabama Dry Doek & Shipbuilding Cy., Kaiser Co. Swan Island Yard
en Marinship Corporation, een reusachtig programma voor de bouw van tankschepen werd opgesteld en uitgevoerd. In versneld tempo,
aanvankelijk om 60 dagen en naderhand om de 40 dagen, gleden de tankschepen van deze vier werven te water.
De Marinship Corporation (op welke scheepswerf in 1945 de „Esso Amsterdam" en „Esso Rotterdam" van stapel liepen) bouwde
bovendien tankschepen van het type T-2-SE-A 2 en A 3 die in grote lijnen overeenkwamen met het prototype T-2-SE-A l, doch waar-
van het voortbewegingsmechanisme verschil vertoonde. Door hun groter vermogen (10.000 hp) konden beide laatste typen schepen
een grotere snelheid bereiken.
Bij de capitulatie van Japan bestond de tankvloot in de Verenigde Staten hoofdzakelijk uit schepen van het „T"- of standaardtype die
in tonnage varieerden van 15.900 tot 23.000 DWT.
Het zijn deze schepen, tezamen met de eveneens in seriebouw vervaardigde Liberty- en Victory vrachtschepen, geweest die de
onmisbare schakels vormden tussen Amerika als produktieland van oorlogsbenodigdheden en het frontgebied der Geallieerden. Nooit
tevoren is de zeewaardige kracht van Amerika zo doelmatig gebruikt als in de oorlog. Het was dan ook de koopvaardijvloot die in
nauwe samenwerking met de geallieerve strijdkrachten ter zee een rol heeft gespeeld, die van onschatbare betekenis is geweest bij
de glansrijke overwinning der Geallieerden.
Van de tankvloot;
Service Buttons
Tien dienstjaren :
B. W. Croes, ETM-zeeschepen 03.02.60
J. N. Pronk, ETM-zeeschepen 13.02.60
1960 Jubilea & Service Buttons & met Pensioen.
H. C. v. Schouten ETM-zeeschepen 27-01-1960
B. W. Croes ETM-zeeschepen 03-02-1960
J. N. Pronk ETM-zeeschepen 13-02-1960
J. W. Mossel ETM-zeeschepen 01-05-1960
D. J. Rottier MT/Marine Repair & Maint. 01-07-1960
P. Mardjan ETM-zeeschepen 01-08-1960
NA GEDANE ARBEID.
Zij, die in 1960 de pensioengerechtigde leeftijd zullen bereiken en niet ingang van de daarbij vermelde datum zullen worden gepensioneerd,
volgen hieronder:
J. M. Ponsie ETM-zeeschepen 01-03-1960
Essofoon - 6e jaargang 1960.
No. 2
SUCCESVOLLE STAPELLOOP VAN DE „ESSO AMSTERDAM".
De stapelloop van Esso Nederland's derde supertanker.
De doopster heeft haar taak verricht; het schip glijdt snel de helling af.
Op zaterdagmorgen, 20 februari j.l., werd de derde supertanker van de Esso Tankvaart Mij. N. V., het turbine-tankschip „Esso Amsterdam"
te water gelaten. Het laadvermogen van dit nieuwe schip zal ongeveer 36.000 ton bedragen.
De doop werd verricht door mevr. E. van Hall-Nijhoff, echtgenote van de burgemeester van Amsterdam. De plechtigheid vond plaats op de
werf van C. van der Giesscn & Zn's Scheepswerven te Krimpen a/d IJssel. Een groot aantal genodigden en belangstellenden, onder wie de
burgemeester van Amsterdam, de directie van Van der Giessen, de voltallige directie van Esso Nederland, vele vooraanstaande employé's
van Esso Nederland en Esso Tankvaart Mij., de officieren van de tankvloot die op dat moment met verlof waren, woonde de gebeurtenis bij.
Traditiegetrouw verleende het -weer zijn volle medewerking; het was weliswaar koud, doch stralend weer.
Om kwart voor elf spatte de fles met inhoud stuk tegen de bak-boordboeg van de „Esso Amsterdam" en vrijwel onmiddellijk daarna gleed
het schip zijn element tegemoet. De Amsterdamse Politiekapel speelde tijdens dit historisch ogenblik het Wilhelmus. Was het nieuwe
schip niet in Krimpen a/d IJssel, doch van een van de werven in de hoofdstad van stapel gelopen, dan zou dit evenement een volledig
Amsterdamse aangelegenheid zijn geweest. Het hoofdstedelijk karakter bleef ook nu goeddeels behouden, wanneer men bedenkt dat de echtgenote
van de burgemeester van Amsterdam de doop verrichtte en een schip, genoemd naar de hoofdstad, van de helling deed glijden, dat de muzikale
omlijsting op een voortreffelijke manier werd verzorgd door de Amsterdamse Politiekapel, dat een olie-verfschilderij, voorstellende de „Esso
Amsterdam" in volle zee, door onze president-directeur aan de burgemeester van Amsterdam werd aangeboden om een plaatsje te krijgen in
een der zalen van het hoofdstedelijk stadhuis, alsmede een cheque als bijdrage tot het lenigen van de nood in Tuindorp-Oostzaan en
dat tenslotte de doopster op haar beurt een historische prent, voorstellende een stadsbeeld van Amsterdam, aanbood, voor welke sfeervolle wand-
versiering een goed plaatsje werd gevonden in de hal van het nieuwe schip.
Nadat de „Esso Amsterdam" op deskundige wijze door sleepboten was opgevangen, het moment van spanning was gebroken en de plotseling
zo leeg en zielloos geworden helling er onwennig en onwezenlijk bijlag, verzamelden de genodigden zich in een der kantines van de werf.
Daar nam de heer P. J. van der Giessen het eerst het woord om de aanwezigen voor hun komst te bedanken. Hij memoreerde dat de „Esso
Amsterdam" het derde voor de Esso Tankvaart Mij. N.V. bestemde schip was, dat op deze werf te water werd gelaten. Woorden van waardering
gingen ook naar het adres van de doopster, die vergezeld gingen van een waardevol souvenir.
Dat eerste optreden in het openbaar vindt deze kleuter maar een griezelige onderneming; ze heeft zojuist bloemen over-
handigd aan mevr. E. van Hall-Nijhoff.
Het geschenk van onze directie aan het Gemeentehuis van Amsterdam: een waterverfschilderij, voorstellende de „Esso Amsterdam"
in volle zee. Links de heer en mevr. Van Hall; rechts de heren C. R. Smit en P. J. v. d. Giessen.
Onze president-directeur, de heer C. R. Smit, richtte zich met woorden van dank tot de vorige spreker en herinnerde het gehoor aan het feit
dat in nog geen vijf jaar tijd op de werf van Van der Giessen drie grote tankschepen zijn gebouwd tot een gezamenlijke tonnage van 99.000
DWT. De heer Smit legde de nadruk op het feit dat een tewaterlating zoals die waarvan wij getuige waren een gebeurtenis is, waarvan het
belang uitgaat boven dat van onze maatschappij alleen.
„Door aardolie aan te voeren met Nederlandse schepen, gebouwd op Nederlandse werven en voorzien van een technische uitrusting, die
vrijwel geheel door Nederlandse industrieën is geleverd, draagt Esso Nederland bij tot deviezenbesparing, tot werkverschaffing, tot activering van
het economische leven van ons dichtbevolkte land", aldus onze president-directeur. Even daarvoor had hij de burgemeester van Amsterdam
de olieverfschilderij, vervaardigd door de kunstschilder, de heer Trip, en een bijdrage voor het Nationale Rampenfonds overhandigd, waarmede
de heer Smit de verbondenheid van Esso Nederland met en de belangstelling van onze maatschappij voor Amsterdam nog eens wilde tonen.
Mevrouw Van Hall dankte tenslotte voor de uitnodiging die zij mocht ontvangen tot het verrichten van deze plechtigheid. Zij wenste de aanstaande
gezagvoerder, kapitein C. M. Schoemaker, officieren en verdere opvarenden van het schip een goede vaart toe. Zij zou, zo sprak zij, de vaart
van de „Esso Amsterdam" steeds met de grootste aandacht volgen.
Toen de „Esso Amsterdam" van stapel liep, dreef de ex. „Esso Amsterdam" ( thans "Moelv" geheten ) hulpeloos rond op 120 mijl oost-noord-oost van de Tyne. Zoals u weet is dit schip destijds door ons verkocht aan de Noorse rederij Torvald Klaveness. De "Moelv", die met 7 runners aan boord voor sloop op weg was naar de Tyne, was losgeslagen van de Engelse sleepboot „Englishman".
|
Van de Tankvloot :
Vertrokken:
W.A. Kierdorff ss „Esso Rotterdam"
D.R. Rügebrecht ss „Esso Amsterdam"
C. Visser
Na gedane arbeid.
Op 29 februari 1960 heeft de heer J.M. Ponsie ETM-zeeschepen, onze dienst verlaten wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
De heer Ponsie trad op 26 Juli 1935 als 4e werktuigkundige in dienst van de toenmalige Standard American Petroleum Cornpany. Ruim een jaar
later behaalde hij zijn rang van 3e werktuigkundige en op 21 januari 1941 die van 2e werktuigkundige. Als opzichter op de Tankinstallatie
Rotterdam-Pernis was de heer Ponsie in 1946 gedurende een half jaar in dienst van Esso Nederland N.V. werkzaam.
Daarna trad hij op 24 september 1946 wederom in dienst van de Esso Tankvaart Mij. N.V., toen nog Petroleum Industrie Mij. geheten.
Vanaf maart 1951 deed de heer Ponsie afwisselend dienst als 2e werktuigkundige en hoofdwerktuigkundige en sedert 16 april 1956 bijna
uitsluitend als hoofdwerktuigkundige.
Tijdens de oorlog heeft de heer Ponsie op schepen onder Panamese vlag gevaren; hij kwam eerst op 15 december 1945 naar Nederland terug.
Essofoon - 6e jaargang 1960.
No. 3
Proefnemingen met Tankschepen.
Een ingenieur regelt op deze foto het mechanisme dat het meren tot gevolg heeft tijdens een laboratoriumproef met een 1 1/2 m lange houten
model van een 73.000 ton olietanker. Het model, schaal l : 100, wordt vertoond terwijl het golven moet doorstaan die toppen van 5 meter hebben.
De proefneming is onderdeel van een programma dat wordt uitgevoerd door Esso Research & Engineering Co. met het doel nieuwe gegevens
voor het ontwerpen van aanlegsteigers voor olietankers te verkrijgen. (Deze proefneming werd verricht voor Esso in het Davidson Research
Laboratory van het Stevens Institute of Technology, Hobo-ken, New Jersey).
Bovenstaand bericht geeft aanleiding ons de vraag te stellen wat de hoogste golven zijn die kunnen optreden. Men spreekt wel eens van
huizenhoge golven, maar de berichten over de afmetingen lopen dan nog vaak uiteen.
Vanwege de onbetrouwbaarheid van de schattingen aan boord van een schip weten wij er dus weinig van. In ieder geval is het ons bekend dat een
golf nooit hoger kan worden dan 1/7 van zijn lengte; hogere golven hebben een onstabiele top, die direct overstort en uit elkaar valt. Wanneer
iemand rapporteert een golf van 100 m lang en 20 m hoog waargenomen te hebben, dan kan dit gevoegelijk als zeemanslatijn opgevat worden.
Golven hoger dan 30 nieter zijn een grote zeldzaamheid en in de buurt van dat getal zal ongeveer wel de maximaal voorkomende golfhoogte liggen.
Essofoon - 6e jaargang 1960.
No. 4
Nieuws van het Esso Museum.
Onderstaande foto is een afbeelding van één der schilderijen, die door de heer H. van Vierzen uit Pernis (oud gepensioneerde van de Esso
Tankvaart Mij.) welwillend is afgestaan voor het Esso Museum. Het is het ss. „New York", dat in het begin van deze eeuw in de vaart was.
Genoemde heer schonk ons tevens een aantal foto's, die genomen waren in de tijd dat hij als opvarende werkzaam was op de eerste
tankschepen van onze moedermaatschappij. Wij hopen met deze publikatie onze employees nog eens te kunnen opwekken om ons Esso
Museum te gedenken.
Reis met het s. s. Esso Rotterdam.
Het is wel zeer verheugend, dat de Directie schrijver van dit artikel (de heer H. J. Bos, voormalig directeur van de E.T.M., Red. Essofoon)
tezamen met zijn vrouw in de gelegenheid heeft willen stellen de zesde reis met dit mooie schip van Rotterdam naar Ras Tanura vice versa
mee te maken.
Uiteraard hebben wij met veel spanning uitgezien naar een zeereis van vijf weken. Het kan mee of tegenvallen. We hebben evenwel een
fantastische reis gehad.
Het weer was bij uitstek mooi en wel zodanig, dat de bemanning steeds aanleiding vond om te beweren, dat zij dit nog maar zelden hadden
meegemaakt. Niet te warm en niet te koud en praktisch de gehele reis zonneschijn.
Weinig wind en behoudens een enkele uitloper
geen hoge golven en derhalve weinig of geen hinder van zeeziekte. De weerberichten gaven nog wel zandstorm en windkracht 10 aan, maar wij
ontkwamen deze narigheid. Op de route is veel te beleven en te genieten, al was het alleen maar het op en ondergaan van de zon en opkomen
van de maan, zoals wij dit maar zelden te zien krijgen.
Vaak zagen wij schepen aan stuur- en bakboord, voor het merendeel tankers. Ook passeerden veel vrachtschepen, afgewisseld door een enkel
passagiers- en oorlogsschip. Telkens opnieuw is het een belevenis de naam en de herkomst van de in zicht komende schepen na te gaan.
's-Avonds en 's-nachts oriënteren de stuurlieden zich hieromtrent met de morselamp (Aldis). Wij hebben geen schip ontmoet, dat het in snelheid
wint van de „Esso Rotterdam". Steeds hoorden wij vakmensen (loodsen) met lof over ons mooie schip praten. Het is werkelijk om trots op te zijn.
De accommodatie, het eten en drinken, de verzorging en bediening waren voortreffelijk. Een ieder van hoog tot laag deed alles om ons verblijf
aangenaam te maken.
Iedere dag is men bezig het schip in goede conditie te houden. Er wordt geschrobd en geverfd; leidingen, afsluiters, schroeven en bouten worden
regelmatig gecontroleerd. Ook de navigatie-instru-mentcn en elektrische apparatuur worden steeds nagegaan, opdat alles bedrijfsklaar is.
Voor de opvarenden is veel gelegenheid om zich na afloop van het werk bezig te houden en te vermaken. Men speelt sjoelbak, tafeltennis, of met
het voetbalspel. Eens per week wordt er een film gedraaid en als de temperatuur het toelaat is ei ook gelegenheid om te zwemmen.
Wij hebben van alles meegenoten. Een dag vliegt voorbij. Het volgen van de route op de brug en in de kaartenkamer en het vertrouwd raken met
de navigatie-apparatuur, voor zover zulks mogelijk is, is een interessante bezigheid. Men komt nauwelijks aan lezen of correspondentie toe.
Een teleurstelling van deze reis is wel geweest, dat Kapitein Schol wegens ziekte vaak zijn bed en of hut (kamer) moest houden.
Desalniettemin hield hij welbewust van zijn verantwoordelijkheid voor schip en lading de touwtjes in handen. Op belangrijke punten was hij op de
brug om zijn commando's te geven. In de eetsalon moest hij evenwel behoudens een enkele uitzondering in verband met zijn dieet verstek laten
gaan met het gevolg, dat zijn tafelgenoten zijn interessante verhalen over zijn loopbaan helaas moesten missen. De zeeman kent een gezegde:
„Al zie je kerk en toren staan, dan is de reis nog niet gedaan" en dit werd bewaarheid toen ons schip op de terugreis met mist te kampen kreeg in
het Engels Kanaal. Het was toen alle hens aan dek en de kapitein gebruikte zelfs in de kaartenkamer staande zijn middagmaal.
Gedurende de jaren, dat ik belast was met het beheer van de Esso tankvaartrederij, heb ik nogal eens zaken in behandeling moeten nemen,
waaromtrent ik me alleen maar een voorstelling kon maken, zonder dat ik van nabij en in de praktijk een en ander had kunnen meemaken. Met
deze reis ben ik evenwel in de gelegenheid geweest van alles en nog wat een beter begrip op te doen.
Het is vooral daarom, dat deze reis voor mij onvergetelijk zal blijven en ik steeds met genoegen hierop zal kunnen terugzien. Het is de mooiste
vakantie geweest, die mijn vrouw en ik ooit hebben gehad en deze zeereis heeft ons beiden veel goed gedaan.
Ongetwijfeld zullen de lezers van dit artikeltje zich afvragen, is dit nu alles wat er van zo'n reis is te vertellen, en dan hebben ze nog gelijk ook. Er
is werkelijk een groter verhaal van te maken. Welbewust heb ik dit niet gedaan, omdat nog kort geleden in verschillende dagbladen en tijdschriften
door vakmensen uitgebreid is geschreven. Het is mij evenwel een behoefte voor de Essofoon iets te schrijven, omdat wij het zo buitengewoon
prettig aan boord gehad hebben en zo dankbaar zijn, dat wij deze reis hebben mogen maken.
Foto's berging „Esso Aarhus".
Volledigheidshalve zij vermeld dat de foto's die wij destijds publiceerden over de berging van de „Esso Aarhus" genomen zijn en voor plaatsing in
de Essofoon welwillend werden afgestaan door de heer H. Alkema, 3e stuurman.
Service Buttons :
Tien dienstjaren :
J.W. Mossel, E.T.M.-zeeschepen, 01.05.1960
Essofoon - 6e jaargang 1960.
No. 5
Bemanning Esso Nederland krijgt beloning!
Enkele leden van de bemanning van het ss. „Esso Nederland" nemen het bergloon in ontvangst. Deze geldelijke beloning werd door hen verdiend
voor het verlenen van assistentie in oktober 1959 bij het vlot trekken van het aan de grond gelopen ss. „Esso Aarhus" in de Perzische
Golf. De heer A. Markusse, Manager van de afd. Transport, reikt in Engeland aan boord van de „Esso Nederland" het bergloon uit.
Op de foto v.l.n.r. de heren:
A. Markusse, Manager Afd. Transport Esso Nederland N.V.
J. Kreuger Handlanger
R. Witberg Stoker
P. Meuldijk 2e kok/bakker
G. Peters Lampenist (Duitser)
H. Mosso Mendes Matroos (Portugees)
A. de Cristo Monteiro Handlanger (Portugees)
C. M. Schoemaker Gezagvoerder
"Esso Amsterdam" nadert haar bestemming.
Op het moment dat wij dit schrijven is het nieuwe ss. „Esso Amsterdam" de bruggen van Rotterdam gepasseerd op weg naar Wilton
Feyenoord te Schiedam. Zoals U weet is dit turbine-tankschip van 36.000 ton op 20 februari j.l. bij C. van der Giessen & Zn's Scheepswerven
te Krimpen a/d IJssel te water gelaten.
Wanneer U dit leest heeft het nieuwe tankschip de technische proefvaart achter de rug. Van 18 tot en met 28 juni ligt zij gemeerd aan
de Parkkadc te Rotterdam, waarna op 28 juni het nieuwe schip officieel in dienst zal worden gesteld. Daarna zal de „Esso Amsterdam",
zulks o.a. op verzoek van de burgemeester van Amsterdam, wiens echtgenote de doopceremonie heeft verricht, zich enige tijd aan de
hoofdstad presenteren. Op 29 juni zal des morgens gelegenheid worden gegeven aan relaties van onze maatschappij, onder wie de
district-manager van N.W. Nederland - de heer B. Kok - om het schip te bezichtigen. Des middags wordt een receptie gegeven, waarop
vele autoriteiten van de gemeente Amsterdam, alsmede relaties van onze maatschappij, aanwezig zullen zijn.
Van de Tankvloot :
In dienst getreden:
D.W. v.d. Dungen Bille, ass.-werktuigk.
Essofoon - 6e jaargang 1960.
No. 6
De nieuwe "Esso Amsterdam"onder de vlag van de Esso Tankvaart Maatschappij.
Foto boven:
Aan het begin van de reis van de „Esso Amsterdam" op haar officiële proefvaart naar de hoofdstad stapte ook mevr. E. van Hall-
Nijhoff, echtgenote van de burgemeester van Amsterdam en doopster van dit schip, in Rotterdam aan boord. Onze walkapitein,
de heer H. Zuiderbaan, begeleidt haar naar de midscheeps.
Foto boven: De „Esso Amsterdam" kiest zee bij Hoek van Holland, tijdens haar officiële proefvaart op 28 juni j.l.
Foto midden: Enkele deelnemers zochten tijdens de zeereis de zonzijde op, voor de fotograaf bleef dit charmante gezelschap niet
onopgemerkt.
Foto : Onze president-directeur, de heer C.R. Smit, houdt een toespraak bij de overdracht, waarbij hij dank uitbrengt aan de werf, en
de kapitein, officieren en bemanning een behouden en goede vaart toewenst.
De nieuwe gezagvoerder van het s.s. „Esso Amsterdam".
Kapitein C.M. Schoemaker met het nieuwe schip onder zijn voeten, waarover hij het commando voert.
In verband met de aanstelling van de heer C.M. Schoemaker (zie foto boven) tot gezagvoerder van het ss „Esso Amsterdam" volgt hier
in het kort zijn levensloop.
31 december 1903 Geboren te Amsterdam
1920 - 1922 3-jarige H.B.S. te Amsterdam, Zeevaartschool Kadijksplein Amsterdam
november 1922 - september 1928 stuurmansleerling, 3e stuurman/wnd 2e stuurman Kon. Ned. Stoomboot Mij. te Amsterdam
december 1928 - oktober 1944 2e stuurman - 1e stuurman/wnd. gezagvoerder bij Bataafse Petroleum Mij. te Den Haag
Was gedurende de oorlog in Engeland.
9 oktober 1946 In dienst bij Standaard Am. .Petr. Co. (thans Esso Nederland N.V.) als 1e stuurman ss „Esso Den Haag".
16 november 1955 Bevorderd tot gezagvoerder
9 oktober 1956 Service-button 10-jarige dienst bij Esso Nederland N.V.
30 mei 1958 Zilveren medaille, toegekend door H.M. de Koningin, voor de aan het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut
bewezen diensten.
13 juni 1960 Gezagvoerder ss. „Esso Amsterdam" ( 35.500 DWT ) van Esso Tankvaart Maatschappij N.V.
Namens de vereniging „De Amsterdamse Haven" bood de vice-voorzitter, ir. D. H. Douwes, tijdens de officiële proefvaart kapitein
C.M. Schoemaker een bronzen embleem in de vorm van een anker aan.
Van de Tankvloot :
Vertrokken:
G. Wessel, 3e stuurman
F. A. Belderbos, 4e stuurman
Benoemingen en Functiewijzigingen.
De heer S.F. Westra aan boord van het ss „Esso Rotterdam", is met ingang van 27 juni j.l. bevorderd tot gezagvoerder.
Vóór die datum was hij 1e stuurman.
S.F. Westra.
Service Buttons ;
Tien dienstjaren:
D. J. Rottier, MT/Marine Repair & Maint. Section 01.07.1960
P. Mardjan, ETM-2eeschepen 01.08.1960