Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Diverse krantenartikelen
"La Campine", de ondergang 1917
Berichtgevingen uit diverse kranten, over de gebeurtenissen met de La Campine in 1917.

Uit : Het Centrum, 8 Maart 1917.

Petroleum.
Het Haagsche Corr.-bureau meldt, dat de groote petroleum-importeurs, met het oog op de belangrijkever-traging der scheepstransporten en de daardoor ontstane onzekerheid met den aanvoer van  petroleum, be-sloten hebben voorloopig hun aflevering te beperken tot 75 pct. van de In overeenkomstige periode van 1916 van hen betrokken petroleum.
De uitvoerende commisie van de N.O.T. deelt mede, dat haar onderhandelingen met de Britsche regeering tot het resultaat hebben geleid, dat de stoomschepen New York, La Campine, en 't motorschip Gallia in ballast via Halifax naar Noord Amerikaansche havens ten Noorden van Kaap Hatteras kunnen varen, om volle lading gasolie en petroleum in te nemen.

Uit : Het Centrum, 13 Maart 1917.

De Scheepvaart.
Nu de Noordelijke vaargeul van 15 dezer af blijkens een mededeling van de Duitsche autoriteiten absoluut
veilig zal zijn, zal het motorschip Gallia van de firma Ph. van Ommeren te Rotterdam, op genoemde datum de reis via Halifax naar Noord Amerika aanvaarden.
De stoomschepen La Campine en New York, van de American Petroleum Company, hebben reeds eenige dagen geleden langs dezelfde route de reis aanvaard.

Uit : Het NRC, 15 Maart 1917.

De La Campine getorpedeerd.
Men deelt, ons mede, dat het stoomschip La Campine, dat uit Rotterdam uitgevaren is, in de Noordzee ge-torpedeerd is. De gehele bemanning, bestaande uit 32 man, is aangebracht op het lichtschip Doggers-bank-Zuid.
Heden zal zij daarvan worden afgehaald.
[ Het stoomschip La Campine, het eigendom van de American Petroleum Company te Rotterdam, was in
1890 te Newcastle gebouwd en mat 2657 ton bruto. Het stoomschip was 10 dezer uit den Waterweg naar
New-York vertrokken. - Red. ]

Uit : Leidsch Dagblad, 15 Maart 1917.

UIT ONS LAND.
Weer een NederIandsch schip getorpedeerd
Men deelt, ons mede, dat het stoomschip La Campine, dat uit Rotterdam uitgevaren is, in de Noordzee ge-torpedeerd is. De gehele bemanning, bestaande uit 32 man, is aangebracht op het lichtschip Doggers-bank-Zuid.
Heden zal zij daarvan worden afgehaald.
Het  s.s, "La Campine", 10 dezer van Rotterdam via Halifax naar New-York vertrokkon, was groot 2595 br. t., werd gebouwd in 1890, en behoorde aan de Amer. Petroleum Company te Rotterdam.
Bij de laatste terugreis was ,,La Campine" door een Duitsche duikboot beschoten en aangehouden, doch mocht het de reis vervolgen, toen bleek, dat het voor de afkondiging van den verscherpten duikbootoorlog van New-York vertrokken was. De uitreis van dit vaartuig had thans onder ongunstige omstandigheden plaats. Het moest toen 't reeds in zee was, terugreizen naar Hoek van Holland, wegens machine schade. Zondagmorgen is het daarop voor de tweede maal vertrokken.

Uit : Vlissingse Courant, 15 Maart 1917

Een Nederlandsch stoomschip getorpedeerd.
Het Nederlandsche tankstoomschip "La Campine" op reis van Rotterdam naar New-York is in de Noordzee getorpedeerd. De geheele bemanning, bestaande uit 32 man, is aangebracht op het lichtschtschip Dog-gersbank Zuid, en zal heden daarvan worden afgehaald.
Het stoomschip "La Campine" was Zaterdag van Rotterdam vertrokken. In zee kreeg het machineschade en keerde daarom terug. Voorgaats den Waterweg werd de schade met eigen middelen hersteld, waarna het Zondagmiddag om 3.25 de reis voortzette om den Noord via Udsire.
De "La Campine" was 2595 bruto en 2141 netto tons groot, in 1899 gebouwd en behoorde aan de Ameri-can Petroleum Company te Rotterdam.
Reeds, vroeger verloor deze maatschappij het stoomschip "La Flandre" dat in het Kanaal op een mijn liep en zonk, waarbij slechts 2 man werden gered, alsmede het in Amerika nieuw gebouwde s.s. "Antwerpen", dat op zijn eerste reis van New-York naar Londen in het Engelsch Kanaal tot zinken werd gebracht.

Uit : Leeuwarder Courant, 15 Maart 1917.

DE DUIKBOOTOORLOG.
’s GRAVENHAGE 14 Maart.
Het stoomschip 'La Campine", die voriga week uit Rotterdam is uitgevaren, is in de Noordsee getorpe-deerd. De geheele bemanning is aangebracht op het lichtschip Doggersbank Zuid, vandaar ze morgen wordt afge-haald
De hedenmiddag aan onze graanschepen verleende vergnnning tot uitvaran is weder ingetrokken. De schepen mogen niet uitvaren.
Het stoomschip "La Campine" was 2595 ton bruto groot, behoorde aan de American Petroleum Company te Rotterdam en werd in 1890 gebouwd.
Zooals we een week geleden mededeelden hadden onderhandelingen van de N.O.T. met de Britsche re-geering tot het resultaat geleid dat de stoomschepen "New-York" en "La Campine" en het motorschip "Gallia" in ballast via Halifax naar Noord-Amerikaanse havens ten noorden van Kaap Hatteras konden varen om volle ladingen gasolie en petroleum in te nemen. De schepen voeren onder Nederlandsche vlag.
Zaterdag j.l. vertrok "La Campine" van den Hoek van Holland naar New-York doch het keerde Zondag met een defect aan de stuurinrichting aldaar terug.
Het schip heeft echter spoedig daarna langs de noordelijke vaargeul die van 15 Maart af "absoluut veilig zou zijn de reis aanvaard.

Uit : Leidsche Courant, 16 Maart 1917.

BINNENLAND.
Nederland en de oorlog.
De „La Campine" in den grond geboord.
Het stoomschip ,,La Campine", dat uit Rotterdam uitgevaren is, is in de Noordzee getorpedeerd. De gehee-le bemanning, bestaande uit 32 man, is aangebracht op, het lichtscbip Doggersbank-Zuid.
(Het stoomschip ,,La Campine", het eigendorn van de Amencan Petroleum Company te Rotterdam, was in 1890 te Newcastle gebouwd, en mat 2557 ton bruto. Hel stoomschip was 10 dezer uit den Waterweg naar New-York vertrokken. Red.).

Uit : Leidsche Courant, 16 Maart 1917.

BINNENLAND.
Nederland en de oorlog.
Het getorpedeerde s.s. "La Cam ine"
Men deert aan De Maaybode mede, dat het getorpedeerdie Nederlandsche tank-stoomschp ,,La Campine", op reis van Rottendam naar New-York Zaterdag van Rotterdan was vertrokken. In zee kreeg het machine-schade en keerde daarom terug. Voorgaats den Waterweg werd de schade met eigen middelen hersteld, waarna het Zondagmiddag om 3.25 de reis voortzette om den N. (Noord,  AAV), via Udsire.
De „La Campine" was 3595 bruto en 2111 netto tons groot, in 1890 gebouwd en  behoorde, zoals gemeld, aan de American Company te Rotterdam,
Reeds vroeger verloor deze Maatschappij het s.s. "La Flandre", dat in het Kanaal op een mijn liep en zonk, waarbij slechts 2 man werden gered, alsmede het in Amerika nieuw gebouwde s.s. "Antwerpen'', dat op zijn eerste reis van New-York naar Londen in het Engelsche Kanaal tot zinken werd gebracht:
Het Haagsche Corr.-bureau meldt ons:
Wij rnenen te weten, dat volgens de bemanning van het getorpedeerde stoomschip "La Campine" dit schip getorpedeerd is in de vaargeul, waarin veilig kon worden gevaren, maar dat volgens de Duitsche lezing de torpedeering zou zijn geschied in het verboden gebied.

Uit : Het Centrum, 16 Maart 1917.

Onze scheepvaart.
Gistermiddag hebben belangshebbenden bij het uitvaren onzer schepen naar Amerika, in verband met een
tegenorder om te vertrekken, welke Woensdagavond door de autoriteiten in Den Haag gehouden waarbij te-genwoordig was de chef van de Marinestaf, kapitein ter zee Umbgrove.
Naar wij vernemen, blijft het verbod tot uitvaren voorlopig gehandhaafd.
Het Haagse correspondentiebureau meldt, dat volgens de bemanning van het getorpedeerde stoomschip
La Campine dit schip getorpedeerd is in de vaargeul, waarin veilig kon worden gevaren, maar dat, volgens
Duitsche lezing de torpedeering zou zijn geschied in het verboden gebied.

Uit : Het Centrum, 16 Maart 1917.

Waar is de „La Campina" getorpedeerd.
Het feit, dat de bemanning der getorpedeerde La Campina is aangebracht op het eerst onlangs uitgelegde lichtschip Dogggersbank Zuid maakt de vraag van bijzonder belang waar het schip aan de vernielwoede van den Duitsche duikboot oorlog is ten offer gevallen, schrijft de Nieuwe Courant.
Immers dat lichtschip ligt in de vaargeul, waar na 5 Maart volstrekte veiligheid kon worden gewaarborgd.
Is het schip in die geul vernield, wat dan te denken van Duitsche toezeggingen omtrent volstrekte veiligheid? Is het  schip daar getorpedeerd, dan is er voor den duikbootcommandant, die de torpedo lanceerde, geen enkele verontschuldiging. Hij moet thuis zijn geweest sedert 3 Februari, toen die vaargeul veilig werd ver-klaard, kan zich dus niet beroepen op gebrek aan kennis van de instructies, die de Duitsche regering, naar zij aan de onze verzekerde, aan haar duikbootcommandanten zou geven.
En als het schip nabij die geul, maar in de gevaarlijk verklaarde zone is vernield, dan treft de Duitsche reger-ing de verantwoordelijkheid voor deze vernieling. De nota, van 7 Februari van onzen minister van Buitenland-sche Zaken heeft met de uiterste kracht er tegen geprotesteerd, dal van Duitsche zijde was besloten tot een stelsel dat in zich bevatte den opzettelijken aanval op onzijdige schepen, wat ook hun lading, of hun bestem-ming was, en zonder te onderscheiden of hun tegenwoordigheid in de gevaarlijke zone vrijwillig is of een ge-volg van omstandigheden, onafhankelijk van hun wil.
Dat het schip opzettelijk het duikbootgevaar zou hebben geriskeerd is onaannemelijk Voor de beoordeling van het geval komt het dus in de eerste plaats aan op de vraag waar opnieuw een Nederlandsen schip is vernield.

Uit : Zierikzeesche Nieuwsbode, 16/03/1917.

De "La Campine".
Het Haagsche Corr.-bureau meldt:
Wij meenen te weten, dat volgens de bemanning van het getorpedeerde stoomschip „La Campine" dit schip getorpedeerd is in de vaargeul, waarin veilig kon worden gevaren, maar dat volgens de Duitsche le-zing de torpedeering zou zijn geschied in het verboden gebied.

Uit : Het Centrum, 17 Maart 1917.

La Campine.
De Nederlandsche sleepboot Thames heeft te Nieuwendiep van het lichtschip Doggersbank-Zuid aange-bracht de bemanning, groot 32 man, van het stoomschip La Campine, dat in de Noordzee door een Duit-sche duikboot vernietigd is. De bemanning, die door de Duitschers aan haar lot werd overgelaten, heeft in twee scheepsbooten 32 uur op zee rondgezworven. Toen trof een Engelsche duikboot haar aan, die ze later op een Noorsch stoomschip heeft overgezet, welk schip de opvarenden aan het lichtschip Doggersbank-Zuid heeft afgegeven.
De stuurman verklaarde, dat de La Campine, toen zij aangehouden werd, zich bevond op 56 graden Noord-erbreedte en 4 graden 57 minuten Oosterlengte. Men had juist die hoogten genomen en bevond zich volgens het bestek in de vrije vaargeul.

Uit : Goessche Courant, 17/03/1917.

De "La Campine" getorpedeerd.
Men deelt mede, dat het stoomschip "La Campine", dat uit Rotterdam uitgevaren is, in de Noordzee getor-pedeerd is. De geheele bemanning, bestaande uit 32 man, is aangebracht op het lichtschip "Doggers-bank-Zuid".
Gisteren zou zij daarvan worden afgehaald.
Het Haagse Corr.-bureau meldt:
Wij meenen te weten, dat volgens de bemanning van het getorpedeerde stoomschip "La Campine" dit schip getropedeerd is in de vaargeul, waarin veilig kon worden gevaren, maar dat volgens de Duitsche le-zing de torpedeering zou zijn geschied in het verboden gebied.

Uit: Leidsch Dagblad, 17 Maart 1917.

De "L a C a m p i n e".
Uit Nieuwediep meldt men, d.d. gisteren:
De Nederlandsche sleepboot "Thames" heeft heden, alhier van het lichtschip "Doggersbank-Zuid" aange-bracht de bemanning, groot 32 man, van het stoomschip "La Campine", dat in de Noordzee door een Duit-sche duikboot vernietigd is. De bemanning, die door de Duitschers aan haar lot werd overgelaten, heeft in 2 scheepsbooten 32 uur op zee rondgezworven. Toen trof een Engelsche duikboot haar aan, die ze later op een Noorsch stoomschip heeft overgezet, welk schip de opvarenden aan het lichtschip "Doggersbank-Zuid" heeft afgegeven.

Uit : Zierikzeesche Nieuwsbode, 19/03/1917.

De "La Campine" getorpedeerd.
Men deelt mede, dat het stoomschip "La Campine", dat uit Rotterdam uitgevaren is, in de Noordzee getor-pedeerd is. De geheele bemannning, bestaande uit 32 man, is aangebracht op het lichtschip "Doggers-bank-Zuid". Het stoomschip was dezer uit den Waterweg naar New York vertrokken.

Uit : Zierikzeesche Nieuwsbode, 19/03/1917.

Advertentie
Ondergeteekenden van het s.s. "La Campine" betuigen hiermede hunnen hartelijken dank voor de goede ontvangst en behandeling door de bemanning van het vuurschip "Doggersbank-Zuid", in het bijzonder aan de heeren A. HANNIK, Kapitein, P. KRUL, Stuurman en A. v.d. HEUVEL, Machinist.
L BRASSER, 1e Machinist.
H. DE GROOT, 2e Stuurman.
E. LAFÈRE, 3e stuurman.
A. LEGEMATE, 4e machinist

Uit : De Leeuwarder Courant, 20 Maart 1917.

De verscherpte duikbootoorlog.
Het te Rotterdam van Baton Rouge binnengekomen Nedertandsche tankstoomschip „La Campine" rappor-teert, in het Engelsche Kanaal door een Duitschen onderzeeboot te zijn beschoten. Nadat de bemanning zich in de sloepen had begeven, ging de gezagvoerder met de papieren naar den onderzeer.
Na inzage van de papieren kreeg men verlof de reis te vervolgen.
Eerstt is er een los schot gelost en daarna een scherp schot. Niemand is gekwetst.
De lading bestaat uit ongeveer 3100 ton petroleum.
De „La Campine" behoort aan de Amcrican Petroleum Company.
Bij geruchte verneemt de „N. R. Ct.", dat het stoomschip „Ootmarsum" (2313 ton), van de Stoomvaart-Maat-schappij „Oostzee", te Amsterdam, en het stoomschip „Trompenberg" (1608 ton) van de Stoomboot-Maat-schappij „Hillegersberg", te Amsterdam, getorpedeerd zijn. Naar het blad verneemt, waren beide schepen met een verplichte kolenlading voor Engelsche rekening van Engeland naar Las Palmas onderweg.
Uit Amsterdam wordt ons dit gerucht bevestigd. De schepen zijn in den Atlantischen Oceaan door een Duit-sche duikboot getorpedeerd. De bemanningen zijn te Buxham geland.
Men is bezig aan de mailboot „Koningin Regentes", van de maatschappij "Zeeland", de kleuren aan te brengen, aangegeven door de Duitsche overheid.

Uit : Het Centrum, 21 Maart 1917.

De beschieting der „La Campine".
Zooals wij reeds meldden, werd het SS La Campine in het Engelsche Kanaal tweemaal door een Duitschen onderzeeer beschoten. Hieromtrent vernam De Maasbode nog van de bemanning;  Op Zondag 11 Februari was de La Campine op weg naar de Downs. Hét vaartuig was 13 Februari van Baton Rouge naar Rotter-dam vertrokken, geladen met petroleum voor de American Petroleum
Company. Dien Zondag bevond men zich 's middags om 1 uur in het Kanaal op 6 mijlen van Falmouth en in het gezicht van de Engelsche kust, toen men plotseling een los schot voor den boeg kreeg. Er werd met volle kracht doorgestoomd, waarop een scherp schot volgde,
Het projectiel sprong tusscben de brug en den voormast, gelukkig ronder iemand te raken. De kop van het projectiel sprong op 50 meter van het schip aan bakboordzijde.
Na deze waarschuwing word gestopt.en zag men aan stuurbooruzij een Duitschen onderzeeër bovenkomen. De gezagvoerder gelastte den eersten stuurman met 4 matrozen in een sloep naar den onderzeeër te roeien om de papieren te toonen.
De gezagvoerder van den onderzeeër, een ongeveer 20-jarig jongmensch, liet een lijn uitwerpen, waaraan de papieren bevestigd werden. Door het water heen trok men de papieren aan boord van de duikboot. Wij den gezagvoerder van den onderzeeer bleek dat de La Campine vóór de afkondiging van den verscherpten duikbootoorlog vertrokken was, kreeg men vergunning door te varen.
De Duitsche onderzeeër salueerde met de vlag en de La Campine ging verdernaar de Downs. Daar werd verslag uitgebracht, aan de Engelsche autoriteiten en werden de overblijfselen van het projectiel in beslag genomen.
Zonder wederwaardigheden kwam men te Hoek van Holland, doch daarna kwam men ten gevolge van den mist op een bank, ten gevolge waarvan het vaartuig eenigzins scheef kwam te liggen. Een deel van de lading vloeide daarbij over boord. Bij het hoogwater kwam de La Campine weder vlot èn kon de reis naar Rotterdam voortzetten.

Uit : Het NRC, 24 Maart 1917.

Reuter seint ons uit Londen den tekst van een motie door de vereniging van Nederlandsche gezagvoerders
ter koopraardij aan den Engelschen gezant in Den Haag toegezonden met het verzoek tot doorzending naar de Britsche admiraliteit.
Daarin wordt hulde gebracht aan de Engelsche duikboot E 46 welke met groot gevaar voor eigen veiligheid verschillende uren lang de booten op sleeptouw heeft gehad, waarin de bemanning van het, door een Duit-sche duikboot in den grond geboorde, Nederlandsche stoomschip La Campine was gezeten en welke be-manning daardoor gered werd.

Uit : Het Centrum, 27 Maart 1917.

Rechtzaken.

RAAD VOOR DE SCHEEPVAART.
Het torpedeeren van de La Campine.
De Raad voor de scheepvaart te Amsterdam heeft heden een onderzoek ingesteld naar het tot zinken brengen van de tankboot La Campine, van de American Petroleum Cy. te Rotterdam, door een Duitsche duikboot bij Doggersbank.
De gezagvoerder, de heer Claude, verklaarde, dat de reis van Rotterdam in ballast ging naar New York over Halifax. De Campine nam de Noordelijke route door de z.g. veilige vaargeul. Den 12 den Maart, des morg-ens 8 uur, was men van Rotterdam vertrokken. Men kreeg, terwijl de Hollandsche kust nog in zicht was, op-onthoud door het lek worden van een vlampijp.
Eerst werd langs de Hollandsche kust koers gesteld naar het Terschelligerbank-lichtschip. Het was mistig
weer. Er werd gevaren op gegist bestek. Op 13 Maart klonk er een schot en werd in Oostelijke richting een duikboot gezien. Getuige liet onmiddelijk stoppen en gaf 3 stooten op de fIuit. De duikboot bleef doorvuren. Daarop gaf de kapltein het sein: ik lig gestopt. hij kon zich niet draadloos in verbinding met de duikboot stel-len.
Eerst toen de antenne omlaag was gehaald, hield de duikboot met vuren op en naderde tot ongeveer 1 mijl afstand. De duikboot heeft voortdurend over de boot heen gevuurd. De tweede stuurman werd met een boot uitgezonden. Toen gaf de duikboot het sein : Verlaat het schip. De stuurman heeft aan den duikbootcomman-dant het gegiste bestek 56 graden N.B. en 4 graden 57 minutenen O. L. meegedeeld.
Dit kwam niet overeen met het bestek van den Duitschen duikbootcommandant : 65 graden 20 minuten N.B. en 3 graden 35 minuten O.L. De onderzeeer dook, nadat de bemanning van de Campine in de boten was gegaan en op de boot van den stuurman was aangeland, kwam weer boven en begon opnieuw op het schip te vuren, totdat het zonk. De duikbootcommandant weigerde te sleepen.
24 uur hebben de opvarenden, nu eens roeiende, dan weer zeilende, rondgezwalkt, totdat op sleeptouw zijn genomen door een Engelsche duikboot, die allen aan een Noorsch schip heeft overgegeven.
Dit schip heeft hen gebracht naar het lichtschip Doggersbank.
De eerste stuurman, de heer J. Ebbens, verklaarde, op 18 Maart des ochtends halfnegen nog hoogte  te hebben genomen, die vrijwel overeenkomt met de door den kapitein genomen hoogte. Het laatste bestek was van IJmuiden geweest. De tweede stuurman, die naar de duikboot is geroeid, verklaarde als volgt : de duikbootcommandan had eerst gezegd, dat de Campine te diep lag om in ballast te varen.
Daarna heette het, dat zij naar Amerika voer om van daar petroleum naar Engeland te brengen, en toen ge-tuige antwoordde, dat hem uit de scheepspapieren, die den duikbootcommandant overgegeven waren, zou blijken, dat dit onjuist was, luidde het antwoord, dat het schip in het blokkadegebied was en  daarom zinken moest.
Getuige heeft nog geantwoord dat volgens hun bestek het schip in de vrije vaargeul was.
De inspecteur van de scheepvaart merkte op, dat men op een duikboot, die als zij boven water is laag boven de zeespiegel is, veel minder goed in de gelegenheid is zonshoogto te nemen en in het algemeen daartoe ook minder gelegenheid heeft dan op een gewoon zeeschip.
Het gegiste bestek van een duikboot moet dan ook minder betrouwbaar zijn.

De Raad zal later uitspraak doen.

Uit: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 06-04-1917

Rechtzaken.

RAAD VOOR DE SCHEEPVAART.
De Raad heeft uitspraak gedaan betreffende het tot zinken brengen van het stoomschip "La Camplne".
De Raad is van oordeel, dat de "La Camplne" is gezonken tengevolge van beschieting door een Duitsche duikboot. Uit het onderzoek is voorts gebleken, dat het schlp zich, op het oogenbllk, dat de duikboot begon te schieten, bevond buiten het door de Duitsche regeering aangegeven blokkade-gebied. De observaties, op 12 Maart te 5.20 genomen, geven daaromtrent zekerheid ; Immers, zij zijn genomen bij heldere kim en scherpe zon door den kapitein en den 1en stuurman ieder afzonderlijk, terwijl twee onderling niet noemens- waard verschillende, voor het vertrek gecontroleerde meters aan boord waren.
Zelfs indien de breedte niet juist was, maar noordelijker, zoals door den commandant van de duikboot is opgegeven, zou, nu de hoogteberekenlng een uurhoek gaf van 3 ot 4 minuten, iedere hoogteminuut,
welke net schip noordelijker stond dan 56 gr. N.B. 15 oostelijker lengte geven, en zoude de "La Compine"
zich dus nog verder buiten het blokkadegebied hebben bevonden dan het bestek aanwees. Het bestek van 50 gr. 20 min. N.B. en 3 graden 25 mlnuten O.L., gelijk door den duikboot-commandant opgegeven, kan niet  juist zijn. Voor het nemen van een bestek is weinig aan boord van duikbooten, die laag op het water liggen, vaak onder water zijn, en telkens van koers veranderen. De juistheid van een bestek, indien verkregen, is dus welnlg betrouwbaar, en zeker niet, wanneer het in zoo belangrijke male afwijkt van een bestek als op de "La Compine" verkregen.

Uit: Leidsch Dagblad, 16 April 1917.

Nederland en de duikbootoorlog,
Het Wolffbureau seint ous uit Berlijn: De Nederlandsche pers klaagt over het in den grond boren van verschil-lende schepen. Naar aanleiding hiervan moet worden geconstateerd, dat de "Haelen" poogde te vluchten, "La Campine" en het relief-schip "Trevier", de "Tres Fratres", de "Amstelstroom" en de "Hestia" werden binnen het versperde gebied getorpedeerd. De "Healdton" werd niet door een Duitsche duikboot tot zinken gebracht. De "FeIstein" liep op een mijn.

Uit: De Leeuwarder Courant, 17 April 1917.

PERSOVERZICHT.
De torpedeeringen.
Van het Wolff bureau ontvingen de bladen een telegram, dat, naar de „N i e u w e C o u r a n t" meent, blijk-baar geïnspireerd is door het Duitsche Reichsmarineamt, althans het verraadt, zoo schrijft het blad, denzelfd-en geest, als waardoor zich de „politiek" van dit „Ambt" kenmerkt.
Dat het telegram uitgaat van Duitschlands recht, om in de afgesloten zóne neutrale schepen te vernielen, is iets dat al geen verbazing meer wekt, zozeer zijn wij daaraan gewend, al krijgt dat beweerde “recht" door, de herhaalde proclamatie geen zweem van grond.
In dit telegram wordt beweerd, dat ”La Campine" werd getorpedeerd in de afgesloten zone, terwijl het on-derzoek voor de Raad van Scheepvaart het tegendeel heeft bewezen.
Na deze flagrante tegenspraak valt het moeilijk geloof te hechten aan de verzekering van Wolff, dat de
Haelen" van de Belgium Relief inderdaad zou hebben gepoogd te ontvluchten, dat de „Trevier" en een on-bekend klein tankschip (de “Charlois" ? ) in de „gevaarlijke" zone zijn vernield.
De “Amstelstroom" was inderdaad in deze zone. Het onmenschelijke optreden van den commandant der torpedoboot, die de mannen had kunnen redden, maar er de voorkeur aangaf dit na te laten, ontneemt den Duitschers het recht over de “King Stephen" historie nog een woord te zeggen.
Het slot van dit telegram willen wij onzen lezers niet onthouden.
Na nog gewaagd te hebben van de gevallen der “Tres Fraires", “Healdton"' en “Hestia" besluit dit telegram n.l.;
Dus zijn alle ons verweten gevallen een gevolg van het feit, dat de kapiteins alle waarschuwingen voor het  bevaren van het afgesloten gebied in den wind slaan, of als in het geval der „Haelen" gepoogd hebben zich te onttrekken aan de uitoefening van het prijsrecht
De Nederlandsche pers zou zich verdienstelijk maken, als zij met deze zakelijke uiteenzetting rekening hield.
Een parlementair woord ter kenschetsing van deze aanmatiging vinden wij niet."

Uit: De Leeuwarder Courant, 5 Mei 1917.

Aanvoer van petroleum en benzine.
Gisteren is het tankschip "American"  van de American Company uit Amerika te Rotterdam aangekomen met een lading, welke voor het grootste gedeelte bestaat uit petroleum en voor een klein gedeelte uit benzi-ne.
De toewizings-commissie voor petroleum en benzine verzoeken er de aandacht op te vestigen, dat deze be-
trekkelijk geringe vermeerdering van voorraad nauwelijks aanleiding kan geven tot het toekennen van groot-ere rantsoenen aan hen, die tot nog toe voor toewijzing in aanmerking kwamen, zoodat het dus overbodig is
te achten, hernieuwde aanvragen bij de betrokken toewijzings-commissies in te dienen.

Uit: De Leeuwarder Courant, 6 Augustus 1917.

In de vrije vaargeul getorpedeerd.
's Gravenhage, 6 Augustus. Een op voorstel van Duitschland benoemde internationale commissie waarin een Nederlandsch, een Duitsch en een Zweedsch zeeofficier zitting hebben, heeft verklaard dat de "Amstel-dijk" binnen de vrije vraargeul getorpedeerd  is.
Duitschland had zich in dat geval tot verontschuldiging en volledige schadeloosstelling bereid verklaard. Het geval van het tankschip "La Campine" is nog bij de commissie in onderzoek.

Uit: Leidsch Dagblad, 7 Augustus 1917.

De vernieting van de "La Campine" en de "Amsteldijk"
Het ministerie van buitenlandsche zaken deelt officieel het volgende mede:
De protesten der Nederlandsche regeering ter zake van de vernietiging van Nederlandsche schepen door Duitsche zeestrijd krachten hebben tot dusver in twee gevallen - dat van het tankschip "La Campine" en dat van den Êstoomtreiler "Amsteldijk" de Duitsche regeering aanleiding gegeven tot de verklaring dat, indien, zooals uit de Nederlandsche, in tegenstelling met de Duitsche, gegevens zou moeten worden afgeleid, de vernietiging had plaats gehad buiten het door Duitschland voor gevaarlijk verkIaarde gebied, de Duitsche regering stelde daarom voor, dat de beide regeeringen, ieder met handhaving van haar standpunt-inzake de al of niet rechtmatigheid van vernietiging in het gevaarlijke gebied, door een internationale commissie zou-den doen onderzoeken, of de plaats van de vernietiging inderdaad buiden dat gebied was gelegen.
De beide regeeringen zijn het daaromtrent eens geworden. De bedoelde commissie bestaat uit een Neder-landsch, een Duitsch en een Zweedsch zeeofficier.
Als Nederlandsen lid der commissie is aangewezen kapitein-luitenant ter zee C. J. Canters als Duitsch lid kapitein Vanselon en als derde lid de korvet-kapitein der Zweedsche marine O. Lybeck.
Ten aanzien van den stoomtreiler "Amsteldijk" is de beslissing reeds gevallen:
de commissie heeft uitgemaakt, dat het schip binnen de vrije vaargeul getorpedeerd is.

Uit: De Leeuwarder Courant, 7 Augustus 1917.

In de vrije vaargeul getorpedeerd.
Gisteren hebben we in een deel van onze editie gemeld dat een op voorstel van Duitschland benoemde commissie heeft verklaard dat de "Amsteldijk" binnen de vrije vaargeul is getorpedeerd.
In verband hiermee laten we hieronder nog volgen hetgeen het ministerie van Buitenlandsche Zaken mede-
deelt :
De protesten der Nederlandsche regeering ter zake van de vernieling van Nederlandsche schepen door  Duitsche zeestrijdkrachten hebben tot dusver in twee gevallen - dat van het tankschip "La Campine" en dat van den stoomtreiler "Amsteldijk" de Duitsche regeering aanleiding gegeven tot de verklaring dat indien zooals uit de Nederlandsche in tegenstelling met de Duitsche gegevens zou moeten worden afgeleid de ver-nietiging had plaats gehad buiten het door Duitschland land voor gevaarlijk verklaarde gebied de Duitsche regeering bereid was verontschuldigingen aan te bieden en volledige schadeloosstelling te geven De Duit-sche regeering stelde daarom voor dat de beide regeeringen ieder met handhaving van haar standpunt in-zake de al of niet rechtmatigheid van vernietiging in het gevaarlijke gebied door een internationale commis-sie zouden doen onderzoeken of de plaats van de vernietiging inderdaad buiten dat gebied was gelegen
De beide regeeringen zijn het daaromtrent eens geworden worden. De bedoelde commissie bestaat uit een Nederlandsch een Duitsch en een Zweedsch zeeofficier
Als Nederlandsen lid der commissie is aangewezen kapitein-luitenant ter zee C. J. Canters als Duitsch lid kapitein Vanselon en als derde lid de korvet-kapitein der Zweedsche marine O. Lybeck.