Bron : NRC 15 Juni 1892
Queenstown, 13 juni.
Het Nederlandse stoomschip "CHARLOIS", van Rotterdam naar New York, liep hier binnen om een klein de-fect aan de machine te verhelpen.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 05-11-1892
Scheepstijdingen
Ned. st. Charlois, van Rotterdam alhier aangekomen ( New York ), heeft dekschade.
Algemeen Handelsblad, 13-11-1892
Scheepstijdingen
(Philadelphia, 1 Nov.) De gezagvoerder van het Ned. ss. Charlois, van Rottardamhier aangekomen, rapporteert den 22sten Oct. op 4ü" 50' NBr. ca 40 WL een orkaan gehad te hebben van het ZO. tot ZW., welke zes uren aanhield, tijdens welke booten, luchtkoker, en andere zaken aan dek zwaar beschadigd werden.
( Moet zijn New York, AAV )
Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 18-09-1894
Scheepstijdingen.
IJmuiden 17 September, Het Ned. stoomschip Charlois, van Philadelphia alhier binnen, heeft 8 dezer in den Atlantischen Oceaan een zware stortzee overgekregem waardoor de commandobrug gedeeltelijk weg en een groote reddingsboot overboord sloeg, de luchtkoker defect werd en meer andere schade ontstond.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 05-12-1894
Scheepstijdingen
Londen, 8 December
Het stoomschip Charlois, 28 Nov. van Philadelphia naar Dover vertrokken, geraakte bij Delaware aan den grond, doch kwam spoedig weder vlot en zette de reis voort.
Bron : Algemeen Handelsblad, 16-02-1895.
Scheepstijdingen.
Naesgaard. (IJmuiden, 14 Febr.)
De gezagvoerder van het stoomschip Charlois, van Philadelphia alhier binnen, rapporteert 9 dezer op 49" 17' N.Br. en 22° 7' W.L. gepasseerd te zijn het verlaten Noorsche barkschip Naesgaard van Egersund. De fokke- en bezaansmast stonden nog, doch de groote mast lag overboord. De kajuit en het volkslogies stonden onbeschadigd. Booten waren niet aanwezig. Het schip drijft zeer gevaarlek voor de Trans Atlant. stoomschepen. (Het Noorsche schip Naesgaard, kapitein Feyzing, vertrok 23 Nov. 1894 van Laguna naar het Kanaal.) [Red.]
Bron: Het nieuws van den dag : kleine courant 04-01-1897
Scheepsberichten.
Philadelphia. 21 Dec.
Het stoomschip Charlois, van Rotterdam hier aangekomen, heeft door eene opeenvolging van zware stormen spanten gebroken en verbogen. Het. stoomschip is lek gesprongen, ook aan het dek werd eenige schade veroorzaakt.
Bron: Het nieuws van den dag : kleine courant 05-04-1897
Scheepsberichten.
Philadelphia. 23 Maart.
Het Ned. st. Charlois, van Amsterdam alhier aangekomen, heeft gedurende de reis hevig stormweer doorstaan en een schroefblad verloren.
Bron : Algemeen Handelsblad, 2-04-1899.
Scheepstijdingen.
Charlois. (IJmuiden, 1 April.) Kapt. Peters, van het stoomschip Charlois, alhier van Newyork binnen, rapporteert 21 Maart op 41° 18' NB. 48° 11' WL te zijn gepasseerd een grooten IJsberg; op 23 Maart op 43° 65' NB. 39° 08' WL. te hebben gepasseerd nog een grooten IJsberg.
Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 17-08-1903.
Scheepsberichten.
Het tankstoomschip Charlois vertrok 14 Aug, van IJmuiden naar New-York.
Later.
Het tankstoomschip Charlois is uit zee teruggekeerd wegens dienstweigering der stokers.
Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 23-11-1903.
Stadsnieuws.
Gisterenwerd, na voorloopig te zijn verbonden, naar zijn woning gebracht aan de Volmarijnstraat no. 123, de scheepstimmerman J. De Jong, die aan boord van het in de Petroleumhaven liggend stoomschip „Charlois" van het sparre-in het tusschendek was gevallen, ten gevolge waarvan hij een ernstige wond aan het achterhoofd bekwam en bewusteloos bleef liggen.
Bron : Leidsch Dagblad, 23/11/1903
Gemengde berichten.
Aan boord van het stoomschip „Charlois" van de American Petroleum Company, liggende aan de Petro-leumkade te Rotterdam, was het den gezagvoerder gebleken, dat verschillende goederen, als messen, vork-en, enz., behoorende tot den inventaris van de messroom, waren gestolen. Het vermoeden viel op den ontslagen chef-hofmeester H.H.P., een 23-jarigen Rus, die inmiddels naar Amsterdam was vertrokken, zijn zeemansgoederen, in twee zeilen en een kist verpakt, achterlatende in het magazijn der Maatschappij aan de Sluisjesdijk te Rotterdam. Een inspecteur van politie mocht het gelukken den verdachten Chef-Hofmeest-er in een zeemaslogement op de Martelaarsgracht te Amsterdam te arresteren, waarna hij naar Rotterdam gebracht werd en op het politiebureau aan de Nassaukade opgesloten. Inmiddels waren de gestolen goederen in de zeemanszakken van de verdachten chef-hofmeester teruggevonden en in beslag genomen.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 31-12-1903.
Scheepsberichten.
Londen, Charlois, 29 Dec. Het Ned. Stoomschip komende van Batoum, is Kaap Spartel gepasseerd, stoomende met halve kracht, wegens schade aan de machine.
Bron : Leidsch Dagblad, 29/12/1903
Telegrammen
LONDEN, 29 December. Het Nederlandsche stoomschip „Charlois", van Batoum naar Rotterdam, is heden Kaap Spartel gepasseerd met een gebrek aan de machine en halve kracht stoomende.
Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 2 Maart 1907.
Scheepstijdingen.
LONDEN, 28 Febr.
Volgens telegram uit Philadelphia is het Nederlandsche tankstoomschip Charlois, van daar naar Antwerpen
bestemd, in de rivier aan den grond geraakt doch met assistentie vlot gekomen.
Het schip heeft de reis voortgezet, hebbende oogenschijnlijk geen schade bekomen.
Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 6 Januari 1908.
Scheepstijdingen.
ROTTERDAM, 4 Jan.
Het tankstoomschip Charlois, van New-York naar Amsterdam, passeerde 2 Jan. Scilly en seinde de stuurboordsreddingsboot verloren te hebben.
Bron : Vlissingse Courant, 6/08/1908
Vlissingen 6 Augustus,
Het Nederlandsche stoomschip „Charlois", vertrok den 21 Juli met een lading petroleum voor Vlissingen, ko-mende van New York en kan op den 6 augustus alhier worden verwacht.
Bron : Vlissingse Courant, 07/08/1908
Vlissingen 6 Augustus,
Hedenavond is hier gearriveerd het Nederlandsche stoomschip „Charlois", komende van New York met eene lading petroleum.
Bron : Vlissingse Courant, 07/10/1908
Vlissingen 6 October,
Zondagmiddag omstreeks 2 uur werd brand ondekt in de machine-kamer van het tankstoomsobip "Charlois" liggende aan de Petroleumkade aan het terrein van de American Petroleum Company te Charlois. Tijdens het uitvoeren van reparatiewerk was een gloeiende bout gevallen op houtwerk in de machinekamer, waar-door een houten schot doortrokken van petroleum in brand geraakte. Pogingen, om den brand te blusschen met een slang van het terrein, bleken vergeefs. Juist passeerde de drijvende stoomspuit "Havenwerken II" met den havenmeester, op de rivier. Deze werd gepraaid en onmiddelijk in het werk gesteld. Te 4 uur was de brand gebluscht.
Bron : Algemeen Handelsblad , 5-10-1908.
GEMENGDE BERICHTEN.
Zondagmiddag omstreeks 2 uur werd brand ontdekt in de machinekamer van het tankstoomschip “Charlois" liggende aan de Petroleumkade van het terrein van de American Petroleum Company te Charlois. Tijdens het uitvoeren van reparatiewerk was eon gloeiende bout gevallen op houtwerk in de machinekamer, waardoor een houten schot doortrokken van petroleum in brand geraakte.
Pogingen om de brand te blusschen met een slang van het terrein, bleken te vergeefs. Juist passeerde de drijvende stoomspuit “Havenwerken ll'' met den havenmeester op de rivier.
Deze werd gepraaid en onmiddellijk in het werk gesteld. Ten 4 uur was de brand gebluscht
onder leiding van den havenmeester de heer L.J.H. Willinge.
Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 6 Januari 1909.
Scheepstijdingen.
ROTTERDAM, 5 Jan.
Het tankstoomschip "Charlois" arriveerde 2 Jan. van Bremerhaven te Shields.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 15 Mei 1909.
Scheepstijdingen
IJmuiden, 14Mei.
Het Ned. tankstoomschip Charlois, dat gisterenhier aankwam van Newyork, passeerende den 5den Mei op
43° 55' N.B. en 42° 15' W.L. een grooten ijsberg, welke naar schatting eene lengte had van 250 voet bij eene
hoogte van 60 voet.
Bron : Nieuwe Rotterdamsche Courant, 27-12-1910
CHARLOIS. Londen, 20 Dec.
Het Nederl. st Charlois, met petroleum van Batoum komende, strandde volgents telegram uit Syra bij het Zea Eiland, doch kwam met assistentie van een berglngsstoomer weder vlot.
Bron : Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28-12-1910
CHARLOIS. Syra, 26 Dec.
Het Nederlandsche stoomship Charlois (zie Ochtendbhtd B. 27 Dec) werd doorl het bergingsstoomschip Hermes vlot gebracht.
Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 2-01-1911
Scheepstijdingen
Zea, 29 Dec.
Het Nederl. tankstoomscip Charlois moet naar Piraeus vertrekken om tijdelijk of afdoende te repareeren.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 5-01-1911
Scheepstijdingen
Piraeus, 31 Dec.
Het st. Charlois is gisteren hier aangekomen. De bodem schijnt belangrijk beschadigd te zijn. Het zal hier waarschijnlijk voorloopig repareeren.
Bron : Algemeen Handelsblad , 11-01-1911
CHARLOIS
(Athene, 2 Jan.)
Het stoomschip "Charlois'' (zie Avondblad 4 Jan.) heeft uitgebreide bodemschade. Waarschijnlijk zal de lading petroleum door een ander stoomschip moeten worden vervoerd.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 12-01-1911
Athene, 2 Jan.
Het st. Charlois heeft uitgebreide bodemschade. Waarschijnlijk zal de lading petroleum door een ander stoom-schip naar de bestemming moeten worden vervoerd.
Bron : Nieuwe Rotterdamsche Courant, 23-01-1911
Antwerpen, 21 Jan.
Het st. Charlois zal, na voorloopige reparatie, binnen eenige dagen de reis naar hier voortzetten.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 25-01-1911
CHARLOIS.
Rotterdam, 25 Jan.
Het NederL st. Charlois (zia Avondblad 23 Jan.) heeft gisteren, na vóórloopig gerepareerd te hebben, de reis van Plraeus naar Antwerpen voortgezet.
Bron : Leidsch Dagblad, 02/08/1911
Gemengde berichten.
De zeeslang is weer gezien.
In Amerikaansche alsmede in vele Nederlandsche dagbladen leest men nogal eens dat schepen bij binnen-komst rapporteeren de beroemde zeeslang op den Noord-Atlantischen Oceaan te hebben gezien.
Kapitein J. Schmidt van het Nederlandsche tanikstoomschip „Charlois", dat Zaterdagavond van Philadelphia te IJmuiden binnenkwam, vertelde aan den berichtgever van het „Hbl." ( Algemeen Handelsblad ? ) het volg-ende:
Ook wij hadden de gelegenheid op de reis naar Noord-Amerika den 28sten Juni van dit jaar op 46 gr. 20' Noorder-breedte en 34 gr. 1' Westerlengte bij kalm weder een oogenschijnlijk monsterachtig dier van 200 tot 300 meter lengte te kunnen waarnemen.
De staart sloeg steeds liet water eenige meters omhoog. De kop van het reuzebeest, die telkens boven de oppervlakte van het water kwam gooide het water ver om zich heen.
Tusschen kop en staart waren twee kronkelingen te zien. Het geheel geleek volkomen op de beschrijvingen van zeeslangen, die bij vorige gelegenheden gezien waren en wij waren allen dus aan boord in de grootste spanning. Onze koers was recht op het wonderbeest toe en toen wij er ongeveer twintig meter van verwijderd waren, gaven wij met ons Winchester geweer eenige schoten, die het beest in het lichaam troffen.
Het bloed kleurde de zee hel rood.
Het reuzendier splitste zich in vieren en deze delen zwommen heel aardig in een colonne van vier weg.
Het waren namelijk .... vier walvisschen achter elkaar van welke de voorste nu en dan den kop boven water gooide, terwijl de achterste wild met den staart zwiepte, en de middelste rustig zwommen. De geijkenis als of zij één visch vormden was zoo treffend, dat wij in de eersten ogenblikken beduusd waren.
Zouden er echter niet meer rapporten omtrent het zien van zeeslangen op een dergelijk gezichtsbedrog gebaseerd zijn ?
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 7 December 1911
Scheepstijdingen
Londen 6 Dec.
Het Ned. st. Charlois, van Newyork n. Vlissingen, heden Scilly gepass.,rapporteerde dekschade te hebben beloopen.
Bron : Vlissingse Courant, 09 December 1911
Hedenmorgen is alhier aangekomen het Nederlandsche stoomschip "Charlois", komende van New-York met een lading petroleum. Het schip heeft gedurende de reis dekschade beloopen.
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 7 Mei 1912
Antwerpen, 3 Mei.
Het Nederl. tankst. Charlois, dat hedenochtend van hier naar New-York zou vertrekken, wordt wegens ma-chineschade hier opgehouden.
Bron : Leidsch Dagblad, 29 October 1913.
Gemengd Nieuws
Het zinken van de "Volturno".
De berichtgever van het „Hbl.'' ( Algemeen Handelsblad ? ) te IJmuiden schrijft:
Hedennacht arriveerde hier van Sabine in Texas het Nederlandsche tankstoomschip "Charlois", dat de "Volturno" tot zinken gebracht had. De eerste-officier, de heer E. van Twisk, en de eerste-machinist, de heer J.W. van Zeeland, vertelden het volgende:
Het stoomschip „Charlois", dat Rotterdam thuisbehoort en met een lading petroleum van Sabine naar Ams-terdam bestemd was, vertrok 6 Oktober van Norfolk. Op Vrijdag 17 Oct., des avonds ongeveer 9 uur 30 min., kregen wij op 46 gr. 44' N.B. en 36 gr. 445 W.L. een stoomschip in 't zicht, dat zonder lichten ronddreef. Naderbij komend, bleek het stoomschip verlaten en in zeer ontredderden toestand te zijn. We zetten een boot uit, om een onderzoek in te stellen. Met deze boot gingen de1ste officier, de bootsman en een matroos mede, doch klommen niet op het wrak over, omdat men wel vermoedde daarop in het donker niet te kunnen verkeeren. Den geheelen nacht bleef men bij de stoomboot tot den morgenstond, toen men ontdekte dat het stoomschip "Volturno" heette en in Londen thuisbehoorde.
Opnieuw ging men met een boot naar het wrak, thans den 1e machinist medenemend. Op het stoomschip komend, was men de eerste oogenblikken zeer ontsteld bij den aanblik van een verschrikkelijke ruïne. De dekken waren gewoonweg in alle richtingen verbogen, een mast lag overboord en de lading was nog smeul-ende in de ruimen.
Onder den bak vond men vier verkoolde lijken, waarvan drie, naar de afmetingen gerekend, van mannen en één van een knaap waren. Verschillende voorwerpen, onder welke een sextant en eenige verbandkisten, klokken en andere kleinigheden stonden nog rechtop, doch vielen bij aanraking gewoon tot asch.
De machinist en de officier van de "Charlois" stelden in de machinekamer, welke nog prachtig in orde was, een onderzoek in en constateerden dat een berging buitengesloten was, terwijl het wrak een voortdurend gevaar voor de scheepvaart opleverde. Zij besloten het te doen zinken. Men nam daarom het deksel van de binnenbordinjectic af en opende de inlaatcirculatie, zoodat het water met een straal van 8 duim middellijn de machinekamer binnenstroomde.
Het vas zaak om nu zoo spoedig mogelijk van boord te gaan en terug te keeren naar het stoomschip "Char-lois", dat des morgens halftien de reis voortzette. Het wrak heeft men niet zien zinken, omdat het volloopen van een 7000-tons boot te langen tijd zou ophouden. Het laatst zag men de "Volturno" op 46 gr. 31' N.B. en 36 gr. 43' W.L.
Een aan boord gevonden Engelschen brief zou de 1ste officier aan de afzenders - wier naam daarop ver-meld stond - terugzenden.
Bron : Leidsch Dagblad, 14/03/1914
Uit de Rechtzaal.
Aanvaring met het wrak der "Volturno".
De Raad vvan de Scheep vaart te Amsterdam heeft behandeld de zaak betreffende de aanvaring op den Atlantisch-en Oceaan op 18 October ji. tusschen het S.S. "Charlois" (gezagvoerder Joh. Schmidt uit Elspeth; reederij: American Petroleum Cy. te Rotterdam) en het wrak van het Engelscbe S.S. "Volturno" van de Ura-nium Steamship Comp.
Zooals men weet, had de ramp met het S.S. "Volturno" plaats op 9 October. Het wrak dreef in den Oceaan rond en leverde voortdurend gevaar op voor de schepen.
Als eerste getuige werd gehoord de gezagvoerder Joh. Schmidt. Deze deelt mede, dat de "Charlois'' een tankschip is, 1671 reg. ton meet en den 6 den October van Norfolk (Amerika) met bestemming naar Amster-dam vertrok.
In den avond van den 17 den October, toen men zich in den Atlantischeu Oceaan op 46 gr. 44 min. N.B. en 36 gr. 44 min. W.L. bevond, kreeg de eerste stuurman, die de wacht had, aan B.B. vooruit op een kleine mijl afstand een romp van een schip in zicht. Uit de rechtopstaande pijp maakte men op, dat dit een stoomschip was.
Bijzonderheden kon men niet waarnemen daar de lucht donker was.
De wind was N. en de "Charlois" voer volle kracht.
De stuurman liet den gezagvoerder waarschuwen. Beide mannen konden geen lichten van het vreemde sohip zien en roken een brandlucht. Get. liet toen een sein met de stoomfluit geven, dat niet beantwoord werd.
Toen werd een boot uitgezet, die een uur later midden in den nacht het donkere stoomschip, dat om de Zuid dreef, bereikte.
Na een onderzoek keerde de boot weer naar de "Charlois" terug. De bemanning rapporteerde get. dat het een uitgebrande passagiersboot was.
Niemand bevond zich aan boord.
De eerste stuurman stelde voor, het schip een haven binnen te sleepen. Get, ging, toen de dag aanbrak. met den eersten machinist zelf aan boord van het verbrande schip.
Het bleek de "Volturno" te zijn.
Get. zag dat het schip absoluut niet bestuurbaar was; het houten stuur was natuurlijk verbrand terwijl het handstuur totaal gesmolten was. Terwijl de boot metget. weer naar de "Charlois" terugkeerde, bleef de ma-chinist aan boord.
De gezagvoerder achtte het zich verplicht ten aanzien van de veiligheid op zee, het schip te laten zinken. Aan sleepen viel niet te denken, daar het schip niet te besturen en de dichtsbijzijnde haven van de Azoren op 600 mijlen afstand was.
De "Charlois" bleef op ongeveer 2 scheepslengten steeds om de "Volturno" heen stoomen, Eensklaps kwam een bui uit het O. opzetten.
Het tankschip begon te loeven en dreef naar de "Volturno" toe. Niettegenstaande hard B.B. gegeven werd, raakte het achtersohip der "Volturno" nog dat der "Charlois", met dit gevolg, dat een reddingboot verpletterd en het hekwerk afgerukt werd. Later bemerkte men in de Petroleumhaven te Amsterdam, dat bij de waterlijn twee platen aan B.B. bij tank 2 ingedeukt waren.
De machinist, verklaart get. verder, heeft de circulatie opengemaakt.
Anderhalf uur later kon men zien, dat de "Volturno" 6 a 7 duim lager op het water lag. Get. gelooft niet, dat het wrak nog vier uur hierna boven, water is geweest.
Vier lijken werden geheel verkoold op het voorschip gevonden. Eenige voorwerpen, zooals een scheepsbel en een stoomfluit, werden medegenomen en later aan de eigenaresse, de Uranium Cy., teruggegeven.
De eerste machinist der "Charlois" verklaart, 's avonds aan boord te zijn geweest'.
Daar er eerst over wegsleepen van het wrak werd gesproken, heeft hij de inlaatcirculatie gesloten.
Aan eenige voorwerpen, waarop de naam "Volturno" geschilderd was, bemerkte men met welk schip men te doen had. De machinekamer bevond zich in goeden staat. De dekken waren alle ingezakt, daarover lagen de omgevallen masten. De stuurinrichting was vastgeroest en gedeeltelijk gesmolten.
't Was onmogelijk met dit gerei te werken.
In de tuimel, waarin getuige zich gewaagd heeft, was 't nog warm. Op het voorschip trof getuige een viertal lijken aan, die totaal onherkenbaar en geheel verkoold waren.
Toen besloten werd, het schip voor alle zekerheid te laten zinken, heeft de machinist de klep uit de binnen-injectie gehaald en de inIaatcirculatie weer geopend, waardoor een dikke straal water de machinekamer binnendrong.
Het ruim en de meergenoemde tumel waren vreeseIijk door den brand gehavend.
De laatste getuige, de stuurman B.T.W. Van de Veen, is niet aan boord der "Volturno'' geweest. Hij zegtc nog, dat het achterschip van de Engesche boot boven dat van zijn schip uitstak en aldus de reddingboot wegrukte.
Het onderzoek wordt hiermede gesloten.
De raad zal later uitspraak doen.
Bron : Leidsch Dagblad, 07/04/1914
Raad voor de Scheepvaart
Uispraak werd gedaan betreffende de aandrijving van het S.S. "Charlois" met het EngeIsche wrak "Volturno" op 18 December j.l. op den Atlantischen Oceaan. De oorzaak van de ramp, welke het S.S "Charlois" heeft getroffen, moet naar 's Raads oordeel worden loegeschreven aan de plotseling invallende bui. Ten gevolge van deze is de "Charlois" loofgierig geworden, terwijl de "Volturno" een uitgebrand leeg schip, West op is gedreven.
Voorts is de Raad van meening, dat het doen zinken van het wrak van de "Volturno" uit zeemansoogpunt als een prij-zenswaardige daad moet worden beschouwd. Toen de gezagvoerder ten gevolg van het defecte stuurgerei en den grooten afstand waarop hij zich vain de naastbijzijnde haven bevond, geen mogelijkheid zag het schip binnen te sleepen, handelde hij in het belang van de veiligheid der scheepvaart, derhalve in het algemeen belang, door de "Volturno" te doen zinken.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zie voor meer informatie over deze ramp met de "Volturno" :
Drawing: Duncan Haws
Gegevens van de "Volturno" :
Built by Fairfield Shipbuilding & Engineering Company, Glasgow, Scotland, 1906.
3,602 gross tons; 340 (bp) feet long; 43 feet wide.
Steam triple expansion engines, twin screw. Service speed 14 knots.
1,024 passengers (24 first class, 1,000 third class).
Built for New York & Continental Line, British flag, in 1906 and named Volturno.
Sold to Northwest Transportation Line, British flag, in 1909. Rotterdam-New York service.
Transferred to Uranium Line, British flag, in 1910.
Destroyed by fire in the North Atlantic on October 9, 1913.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bron : Leidsch Dagblad, 30/12/1914
De Storm
De zuid-westerstorm heeft ook te Rotterdam veel schade aangericht. Op de rivier en in de havens werd een negental zeeschepen van hun trossen geslagen, waardoor ook aanvaringen met kleinere schepen ontstond-en en averij werd aangericht. Een sleepbootje, dat volliep, werd op het droge gezet. Aan het petroleum-etablissement sloeg een motorlichter te gelijk met het stoomschip "Charlois" los. Het motorschip dreef af naar de Schiehaven aan de overzijde der rivier. Het stoomschip dreef de petroleumhaven binnen.
Bron : Nieuwsblad van het Noorden, 10/04/1914
Laatste berichten
Lizard, 8 April.
Gepasserd Charlois, st. v. Philadelphia n. Rotterdam, met defect stuurgerei.
|
De tanker "Charlois" (gebouwd in 1888) van de American Petroleum Company te Rotterdam, op weg van New York via Halifex naar Rotterdam, wordt op de Noordzee vermist. Na onderzoek kon later, in de jaren vijf-tig, worden vastgesteld, dat de "Charlois" onder de Noorse kust op 57. 30' N / 04. 30' O, op 10 februari 1917 door de Duitse onderzee-boot "U 59" moet zijn getorpedeerd en de voltallige bemannng (32 opvarenden) daarbij is omgekomen.
|