Bron : Algemeen Handelsblad , 28-11-1891
SCHEEPSTIJDINGEN.
SS Bremerhaven. (IJmuiden, 27 Nov.) Het stoomschip Bremerhaven, naar New-York, is gisteren door het breken van de stuurketting tegen de remmingwerken van de Hembrug geloopen, waaraan belangrijke scha-de werd toegebracht.
|
Bron: NRC 16 October 1892
Maassluis, 15 oktober.
Het stoomschip BREMERHAVEN van New York binnen, is even boven Maassluis aan de grond gevaren; de sleepboten ZUID-HOLLAND en NIEUWERSLUIS hebben hedenochtend vergeefs getracht het af te slepen. Het moet nu lichten.
|
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 18-10-1892
Scheepstijdingen
Maassluis,16 Oct. Het st. Bremerhaven,van Newyork, is gisteren even boven deze plaats aan den grond ge-varen, doch met assistentie der sleepbooren Oostzee en Zuid-Holland weder vlot gekomen en naar Rotter-dam opgestoomd.
|
Bron: NRC 18 October 1892
Maassluis, 17 oktober.
Het (opm: Nederlandse) stoomschip BREMERHAVEN is j.l. zaterdagavond (opm: 15 oktober), na een gedeelte van de lading te hebben gelost, met assistentie van de sleepboten OOSTZEE en ZUID-HOLLAND vlot gekomen en opgestoomd naar Rotterdam.
|
Bron: NRC 24 Maart 1894
Rotterdam, 23 maart.
Volgens bij Lloyd’s ontvangen telegram uit New York is het Nederlandse stoomschip BREMERHAVEN aldaar aangekomen met schade door ijs.
|
Bron: NRC 28 Maart 1894
Londen, 24 maart.
Het Nederlandse stoomschip BREMERHAVEN, van Rotterdam te New York aangekomen, heeft drie boeg-platen beschadigd en lekkage in het voorruim. Het schip maakt 100 ton water in 24 uur.
|
Bron: NRC 28 April 1894
IJmuiden, 27 april.
Het stoomschip BREMERHAVEN, heden van New York alhier binnengekomen, heeft bijzonder slecht weer gehad. Een stortzee brak op het achterschip en liep tot boven de commandobrug. Het stuurrad op het ach-terschip, zomede de kompasstandaard, werden verbrijzeld en een ijzeren rek. waarop tegen de machine-kamer handspaken staan, werd eveneens stukgeslagen.
|
Bron: Algemeen Handelsblad 28 April 1894
Scheepstijdingen
Bremerhaven. (IJmuiden, 27 April.)
Het stoomschip Bremerhaven, alhier van New-York aangekomen, heeft slecht weer doorgestaan en stuurrad,
kompasstandaard enz. verloren.
|
Bron: Het nieuws van den dag : kleine courant 22 Januari 1895
Londen, 21 januari.
Het Ned. st. Bremerhaven is van Amsterdam met belangrijke dekschade te Newyork aangekomen.
|
Bron: NRC 22 Januari 1895
Rotterdam, 21 januari.
Volgens van Lloyd’s ontvangen telegram arriveerde het stoomschip BREMERHAVEN te New York met tame-lijk veel dekschade.
|
Bron: NRC 22 Januari 1895
Rotterdam, 21 januari.
Het Nederlandse stoomschip BREMERHAVEN, de 3e januari van Amsterdam naar New York vertrokken, heeft, benevens de reeds gemelde schade, enige boegplaten ingedrukt.
|
Bron: Het nieuws van den dag : kleine courant 15 Mei 1895
Londen, 13 Mei.
Het Ned. st. Bremerhaven, van Philadelphia vertrokken, is wegens schade aan de machine aldaar uit zee te-ruggekeerd.
|
Bron: NRC 28 Januari 1896
Rotterdam, 27 januari.
Volgens telegram van Lloyd's is het Nederlandse stoomschip BREMERHAVEN met schade te New York binnengelopen, veroorzaakt door op zee uitgebroken brand. De brand werd, voor er veel schade aan de lading werd toegebracht, geblust.
|
Bron: Zierikzeesche Nieuwsbode 9 April 1896
Brand aan boord van een petroleum-tanksteamer.
Op 17 Januari vertrok de Nederlandsche tankhoot “Bremerhaven" uit Baltimore, met 4000 ton petroleum in de tanks, met bestemming naar Antwerpen,
Drie dagen latar schoot de wind naar het NN0, het werd stormweer met zware zeeën, die over dek sloegen.
Nu was er tusschen de petroleumtanks en het kolenruim voor de ketels een zoogenaamde cofferdam, dat is een compartiment, bestaande uit twee zeer dicht op elkander geplaatste dwarsschotten, waartusschen tot aan dek water is. De cofferdam moet hier dienst doen als petroleumafsluiter, want, komt er een lek in de tank, dan moet, als de cofferdam aan de zijde van het kolenruim goed dicht is, de brandbare olie in het water in plaats van in het kolenruim te recht komen.
Om negen uur 's morgens van den 20en bemerkte men, dat de petroleum, die door den cofferdam zijpelde, in het kolenruim te recht kwam en, daar de deuren van dat ruim niet hermetisch sloten, zich over de stook-plaats verspreidde. Weldra dreef daar een laag petroleum en ten slotte ontvlamde de vloeistof. Alle poging-en van machinisten en stokers om met zeilen, matten, zwabbers enz. den vlam te dooven, mislukten, en ten slotte begonnen ook de kolen in het ruim vuur te vatten. Er bleef nu niets anders over dan de stookplaats te verlaten of zich levend te laten braden. De stopkleppen van de machines werden gesloten en de machine-kamer werd van de stookplaats afgesloten door de deur in het waterdichte schot te sluiten. De peilglazen werden stuk geslagen om de stookplaats vol stoom te zetten en de voeding machine te werk te stellen, ten einde het water, dat door de peilglazen en elders weggeblazen werd, aan te vullen. Hierdoor voorkwam men nog het verbranden van den ketel. Aan vuren uithalen was onder deze omstandigheden niet te denken. Vooral had men gezorgd, dat er bij voortduring een flinke straal water op de brandende massa in het kolen-ruim liep. Toen werd de stookplaats afgesloten en alle gaten en reten, waardoor lucht kon intreden, werden dichtgestopt.
Men dacht niet beter of deze maatregelen zouden toch niets baten, daar aan petroleumbranden weinig is te doen. De booten werden buiten boord gezwaaid, gereed om te strijken, doch daar men door het stil staan der machines geen stuur had, beukte de zee het schip alsof het een klip was en sloeg de eene boot na de andere stuk.
De 34 opvarenden waren in een positie, die zoo hachelijk was, als waarin ooit eenig zeevarende verkeerd kan hebben. Elk oogenblik liep de ketel gevaar te springen, of de petroleumtank te ontploffen en zoo dat niet gebeurde, dan was er kans om door de zee verzwolgen te worden. Tot middernacht bleef de toestand onver-anderd; toen kreeg men een stoomschip in het zicht, seinpijlen werden afgestoken, maar er werd geen noti-tie van genomen, de stoomer vervolgde zijn koers. Na nog ruim een paar uur tusschen hoop en wanhoop gezweefd te hebben, kwam men tot de ervaring, dat de storm den brand op de stookplaats geheel en het water dien in het kolenruim grootendeels gebluscht had. Men bluschte die nu geheel en toen ging men het water uit de stookplaats scheppen, waarna er een vier-en-twintig uur verliep, eer men zoover was, dat men de vuren weer kon aansteken. De grootste voorzichtigheid moest worden in acht genomen, want de olie bleef aan het zijpelen en doordrong alles. Men zette koers naar New-York en kwam daar behouden aan, maar had al dien tijd in den toestand van den man verkeerd, die uit een pijp, zonder dopje, korte tabak op een geopend kruitvat moest zitten rooken.
|
Bron: NRC 15 April 1897
Volgens telegram van Lloyd’s is het stoomschip BREMERHAVEN te New York aangekomen met schade aan de boegplaten, veroorzaakt door het ijs. De schade wordt gerepareerd.
|
Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 31-01-1898
Scheepstijdingen
New-York, 19 Jan.
Het Ned. stoomschip Bremerhaven, van Antwerpen alhier aangekomen, heeft 7 dezer op 48° N.B. 30° W. L., tijdens stormweer, een schroefblad verloren.
|
Bron: Middelburgsche Courant 15 Maart 1898
Naar men ons meldt is heden morgen het Ned. ss. Bremerliaven van New-York naar Antwerpen, bij Borssele aan den grond gevaren en zit zeer gevaarlijk. Men was bezig de lading petroleum uit te pompen.
|
Bron: NRC 15 Maart 1898
Vlissingen, 14 maart.
Het Nederlandse stoomschip BREMERHAVEN, van New York naar Antwerpen, is in het Pas van Terneuzen, dwars van Borssele, aan de grond gevaren. Sleepboten zijn in de nabijheid voor assistentie. Het heeft onge-veer 800 ton petroleum overboord gepompt. Later bericht van de 14e dezer: De BREMERHAVEN is vlot en met assistentie van een sleepboot afgesleept.
|
Bron: Vlissingse Courant 16 Maart 1898
ZEETiJDINGEN
Het Ned. tankstoomschip "Bremerhaven" van New-York naar Antwerpen, is gisterenmorgen op de Spijker-plaat aan den grond gevaren doch is na een gedeelte der lading petroleum te hebben uitgepompt en met behulp van twee sleepbooten vlot gekomen en heeft de reis naar Antwerpen voortgezet.
|
Bron: NRC 25 Maart 1898
Antwerpen, 21 maart.
Het Nederlandse stoomschip BREMERHAVEN is in het droogdok geplaatst. Het blijkt schade te hebben aan verscheidene bodemplaten.
|
Bron: Het nieuws van den dag : kleine courant 10 Februari 1902
Nagekomen berichten
Liverpool 10 februari,
De gezagvoerder van de Anselma de Larrinaga, rapporteert de Bremerhaven op 3 Febr. op 48° 32' N.Br. 28° 11' W.L, te hebben aangetroffen met het machineruim vol water. Niettegenstaande het stormachtige weder gelukte het het stoomschip op sleeptouw te kunnen nemen, doch den 5den dezer oordeelde de bemanning het raadzaam de Bremerhaven die in zinkenden staat verkeerde, te verlaten en op de Anselma de Larrinaga over te gaan, wat aan al de 34 opvarenden gelukte, en waarna dit stoomschip de reis voort-zette.
|