Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 7e jaargang 1961 Nrs 1 - 6
Only in Dutch.

Essofoon - 7e jaargang 1961
No. 1 - Januari 1961

TWEE ESSO-TANKERS WORDEN VERGROOT TOT 86.100 DWT.

Esso Nederland N.V. heeft aan Verolme's Verenigde Dok en Scheepsbouw Maatschappij opdracht gegeven de door haar bestelde tanker te vergroten
van 77.000 tot 86.100 DWT.
Ook door Esso Tankers Inc. is aan Verolme opdracht gegeven één van de twee door haar bestelde 77.000 tons tankers te vergroten tot 86.100 DWT.
De reeds in aanbouw zijnde tanker, waarvoor de kiel op 16 augustus j.l. werd gelegd, wordt afgebouwd op 77.000 DWT. Dit schip zal in december 1961
worden opgeleverd.
Met de bouw van de eerste 86.100 tons tanker wordt in 1961 een aanvang gemaakt. Dit schip komt in augustus 1962 in de vaart. De laatste van de drie
bestelde tankers zal in juli 1963 worden opgeleverd en dan voor de Esso Tankvaart Maatschappij N.V. gaan varen.
De vergroting van de tonnage wordt verkregen door de 77.000 tons tankers te verbreden van 112 voet 6 duim tot 125 voet.
De voornaamste technische gegevens van de 86.100 tons tankers luiden:
lengte over alles .....................    261   m
lengte tussen de loodlijnen   .....   260   m
breedte op het grootspant .......     38   m
holte ....................................     19   m
diepgang op het zomermerk (zout water)   14,30 na dienstsnelheid ...........    16,4 mijl
voortstuwing door enkele schroef, gedreven door een turbine van ............   26.500 pk
Het zijn de grootste tankers waarvan de bouw aan een Europese werf is opgedragen.

Wat is volgens onze begrippen groot of klein ?
Een kiezelsteen van uw tuinpad is een klein ding vergeleken bij een
granietberg uit de alpen. Maar wist u, dat een kiezelsteen ten opzichte van een atoom zo groot is als de gehele aarde ten opzichte van deze zelfde
kiezelsteen ? Hiermede willen wij aantonen dat het begrip groot of klein altijd nog zeer betrekkelijk blijft.
Zo ook met de schepen.
Wat 25 jaar geleden een supertanker was, waarvoor de bouwers zich achter de oren krabden om zo'n monsterschip te kunnen bouwen, is thans
een klein schip geworden ten opzichte van de heden ten dage gebouwde en nog te bouwen schepen. De evolutie gaat snel en wij weten nog niet
of over wederom 25 jaar een 77.000-tonner nog een groot schip zal zijn.
Wanneer de tanker van Esso Tankers Inc. (77.000 ton) gereed is, zal hij een hoeveelheid van 105 miljoen liter aardolie kunnen vervoeren. De
Esso-raffinaderij te Rotterdam zou die hoeveelheid grondstof kunnen verwerken tot brandstof voldoende voor eigen behoefte gedurende 10 dagen,
zomede een hoeveelheid gas voor het vullen van 140.000 flessen Esso-gas; een hoeveelheid benzine waarmee 800 auto's vijf maal de aarde zouden
kunnen rondrijden; een hoeveelheid jet fuel waarmee een DC 8 vliegtuig 25 retourvluchten Amsterdam-New York zou kunnen maken; een hoeveelheid
midden-destillaten waarmee 35.000 huiskamers (pim. 10.000 woonhuizen) één seizoen zouden kunnen worden verwarmd en tenslotte een hoeveel-
heid zware brandstof waarmee de drie thans in de vaart zijnde tankers van de Esso Tankvaart Mij vier maal op en neer naar de Perzische Golf heen
en terug zouden kunnen varen.
Met de bouw van dit schip is een bedrag gemoeid van ongeveer 50 miljoen.

PERSONALIA
Van de Tankvloot.
In dienst getreden:
H. J. Crucq          ass. werktuigkundige
F. X. de Rooy      ass. werktuigkundige
H. Schansman   ass. werktuigkundige

Aan boord "Esso Amsterdam" werd drieling geboren.
Op zondag 23 oktober werd aan boord van de "Esso Amsterdam"', die zich op dat moment onder commando van kapitein Westra in de Middellandse
Zee bevond met ballast op weg naar Mena al Ahmadi, een drieling geboren. Het was hondemoeder “Dinky”, eigenaresse mevrouw Siliakus, echtgenote
van de hoofdwerktuigkundige Siliakus, die tussen 10 en 11 uur het leven schonk aan drie welgeschapen nakomelingen.
Na lang debatteren kregen zij de namen “Mena” (van Mena al Ahmadi), “Sunny” (geboren op zondag) en “Bonnie”  (My bonnie went over the ocean).
Op maandag werd de gehele bemanning getrakteerd op beschuit met muisjes en kreeg moeder “Dinky”  veel kraambezoek te verwerken, Het merendeel
van de geschenken bestond uit tafeltennisballen, die door de gelukkige moeder dankbaar werden aanvaard.

No. 2 - Februari 1961

PERSONALIA
Van de Tankvloot.
In dienst getreden:
P. F. J. Vogelaar     ass. werktuigkundige
F. A. C. Feenstra   ass. werktuigkundige
K. Pals                    vierde stuurman
Vertrokken:
F. C. Bahlman
waarnemend hoofdwerktuigkundige

De oppervlakte van het IJselmeer verstrakte in januari. Miraden ijsschotsen en -schotsjes vroren aan elkaar en steeds minder schepen waagden
de overtocht. Alleen de grotere gaven de strijd nog niet op. Zo ook de „Esso Nederland 63", die op 26 januari met 1150 ton stookolie voor depot
Groningen de oversteek waagde, gelijk met vier andere tankschepen en een ijsbreker voor eventuele assistentie.
Om acht uur 's morgens werd van de Oranjesluizen te Amsterdam vertrokken en op dezelfde tijd in de avond kon de kapitein vanuit Harlingen
melden dat het schip zonder schade was binnengelopen en de reis naar Groningen zou worden voortgezet.

No. 3 - Maart 1961

Uitvoerig is de foto van de voorpagina door vele deskundigen bekeken. "Esso Amsterdam" of "Esso Rotterdam" was de vraag.
Na enige discussie hielden de experts het op de "Esso Amsterdam", liggend aan de zeesteiger van de raffinaderij te Rotterdam,
waar het schip een alleszins indrukwekkende aanblik biedt. Het schip vervoert per reis 40 miljoen liter aardolie.

Esso in het kort.

De "Esso Nederland", die geruime tijd in time-charter was gegeven aan Esso Petroleum Company, is weer gaan varen voor
Esso Nederland N.V. en wel vanaf 3 maart.

Aan boord van de "Esso Nederland 71".

Jeanne Speet, een van de redactrices van het weekblad „Televizier", maakte speciaal voor de lezers en lezeressen
van „Essofoon" een reisje met de "Esso Nederland 71'", de nieuwste tanklichter van onze maatschappij. Haar typisch
vrouwelijke indrukken, die overigens ook voor het mannelijk deel van onze employés interessant zijn, vindt u in bijgaand
artikel.
Het interieur van de „Esso Nederland 71", waar de bemanning in de vrije uren rust en gezelligheid vinden.

Sinds vorig jaar is onze binnenvloot uitgebreid met een tank-lichter, die zelfs de meest fervente landrot tot enthousiast varens-gezel zou
weten te maken. Er is dan ook maar weinig, dat het interieur van de nieuwe, 1200 ton metende "Esso Nederland 71' onderscheidt van het
comfortabele huis aan de walkant.We denken bijvoorbeeld aan de centraal verwarmde cabines, aan de ruime douchecel en aan het modem
ingerichte "ontspanningslokaal" dat met zijn gezellige hoekbank en fauteuiltjes meer lijkt op een huiselijk salonnetje dan op een verblijfs-
ruimte van een nuchtere stoere tanklichter die bestemd is om olie te vervoeren van de Rotterdamse raffinaderij naar de verschillende depots
in ons land.
Niemand zal bij het betreden van deze kamer nog aan de ouder-wetse "kajuit" durven denken. Om van de "roef" maar helemaal te zwijgen.
Wie zou het wagen bij het zien van het helder gelakte en blinken-de eetzaaltje met televisie en radio nog het woord "roef" in zijn mond te
nemen?
Nee, op de "Esso Nederland 71" schijnen al deze termen niet meer van toepassing te zijn. De „hut" van de kapitein is een klein kantoortje
en de stuurhut, met zijn radarscherm en elektrisch werkend roer, blijkt een ultramodern "ontvangcentrum". De aanwijzingen van de stuurman
die voor op het ruim. zestig meter lange dek staat, komen via een microfoontje de stuurhut binnen.
En dan de keuken met het grote, gezellige oliefomuis. Menig huisvrouw zou er jaloers op zijn!
Het aankoppelen van de „Esso Nederland 71" aan een van de steigers van de raffinaderij voor het innemen
van nieuwe lading.

Ingenieuze vondst
Maar ondanks al deze technische snufjes is bij de bouw van de tanklichter rekening gehouden met de mogelijkheid dat er wel eens iets
mis kan gaan, dat een van de moderne installaties wel eens zou kunnen weigeren.
Dat is misschien nog wel de meest ingenieuze vondst van dit nieuwe complex, dat tanklichter heet. Het komt immers maar al te dikwijls
voor, dat door te grote mechanisering een object zijn doel voorbijschiet. Een elektrisch werkend roer, waarbij een lichte druk op een knop
voldoende is om een zwaar schip als de „Esso Nederland 71" in de juiste richting te sturen, is prachtig ,maar wat doet de knapste en meest
ervaren kapitein wanneer zo'n druk op de knop plotseling niet meer de juiste gevolgen heeft. Een dergelijk defect kan honderdenéén oor-
zaken hebben. Laten wij als gedegen landrotten maar eens denken aan onze stofzuiger ons strijkijzer of een lichtschakelaar, die het op
de meest ongelegen tijdstippen plotseling plegen te vertikken.
Stel, dat het 1200 ton metende vaartuig op zo'n precair ogenblik juist een buurman aan het passeren is en midden in het water ligt of dat
het plotseling snel moet uitwijken voor een tegenligger. De kapitein van de "Esso Nederland 71" kan dan rustig letterlijk en figuurlijk het
roer in handen nemen, zonder van de elektrische besturing afhankelijk te zijn.

De radarinstallatie
Nee, het was in het begin niet gemakkelijk voor de kapitein om bij het varen in duisternis, bij regen of in de mist, zich te verlaten op de witte
stipjes die op het radarscherm dat in een met een zwart gordijn afgeschermde cabine in de stuurhut is opgesteld, verschenen Ieder obstakel
in de vaart ziet er op het scherm immers hetzelfde uit. Het is niet te zien of een bepaalde witte stip of streep een stuk land is, of een schip.
De radarinstallatie op het dek kan een straal van enkele kilometers beslaan, maar hoe groter men de afstand van de omgeving instelt, des te
kleiner worden de waar te nemen obstakels.
Normaal stelt men in op een afstandswaarneming van enkele honderden meters.
Nu de bemanning van de “Esso Nederland 71" gewend is aan de radarinstallatie aan boord, betekent dit inderdaad een groot winstpunt voor
het transport. Regen en mist vormen nu geen handicap meer. Dank zij de beelden op het radarscherm kunnen zij zonder gevaar door blijven
varen.
De “Esso Nederland 71", de nieuwste tanklichter van onze maatschappij, die met 1,200 ton laadvermogen op
weg is van de Petroleumhaven in Amsterdam naar het Botlekgebied.

Topsnelheid.
De snelheid waarmee de nieuwe tanklichter door de binnenwateren vaart, mag voor de automobilist aan de wal belachelijk schijnen, voor de
ter zake ingewijden betekent een snelheid van twintig kilometer per uur op het ogenblik wel zo'n beetje het summum wat er op dit gebied te
verwachten valt. Het is dan ook met een niet te miskennen superioriteit, dat de bemanningsleden (zeven in getal) naar de andere vracht-
schepen kijken die zij op hun waterweg tegenkomen. Welhaast ieder binnenvaartschip weten zij met gemak in te halen.
Dit neemt overigens niet weg, dat een reisje van Amsterdam naar Rotterdam bijvoorbeeld toch altijd nog niet korter duurt dan negen uren.
De grote tanklichter kan deze afstand namelijk niet via de kortste weg maken. Daarvoor zijn de binnenwateren te smal en te ondiep.
Wie dit soort tanklichters op de Nederlandse binnenwateren wil zien varen, zal daarvoor altijd de grote, brede kanalen en rivieren moeten op-
zoeken. Amsterdam-Rotterdam gaat daarom via het brede Amsterdam-Rijnkanaal en de sluizen van Vreeswijk waar een oponthoud van een
half uur aan de orde van de dag (nacht) is.

Dubbele bemanning.
Zeven bemanningsleden... Deze dubbele bemanning op de grote tanklichter maakt het mogelijk om het vervoer dag en nacht te laten doorgaan.
Zij werken in twee ploegen. Dat komt er dus in de praktijk op neer, dat een werkdag voor deze varensgezellen bestaat uit twaalf uren, ook al
mogen zij volgens het werkschema een uur pauze nemen.
Maar wat doe je met een etenspauze als er net een brug in zicht is? Welk bemanningslid blijft dan rustig achter zijn stapel boterhammen of
warme hap zitten? De vlag moet immers gestreken, de mast neergehaald. Of er moet een sluis binnen worden gelopen, iets dat altijd extra
aandacht vereist van de bemanning. En zo leven en varen Esso-olietransporteurs-te-water voort. Op steeds grotere schepen, in steeds
comfortabeler omgeving, met een steeds grotere snelheid.

PERSONALIA
Van de Tankvloot.
In dienst getreden:
W. A. v. d. Ende    elektricien

No. 4 - April 1961

Geen ETM Nieuws in deze aflevering.

No. 5 - Mei 1961

Dokken bij Verolme
Tegen het einde van dit jaar moet de ongeveer 77.000 DWT Esso-tanker, die bij Verolme op Rozenburg -wordt gebouwd, gedokt worden in
een dok dat thans nog niet gereed is. Momenteel worden bij Verolme twee dokken gebouwd. Eén voor 50.000 en één voor 100.000 tons
schepen, waarvoor in totaal 180.000 kubieke meter beton moet worden gestort.
De tanker van 77.000 ton, die Verolme thans bouwt voor Esso Petroleum Company Ltd., moet voor het einde van dit jaar in het grootste van
de twee in aanbouw zijnde reparatiedokken, hetgeen een hoog arbeids-tempo vereist.
Het dok voor 50.000 tons schepen heeft een lengte van 230 meter en een breedte van 35,5 meter. Het dok voor 100.000 tons schepen meet
een lengte van niet minder dan 275 meter en een breedte van ongeveer 41 meter. De vloerdikte is vijf meter.
Om u een voorstelling te geven van de grootte van dit dok zijn de volgende vergelijkingen interessant;
het groothandelsgebouw van Rotterdam zou zonder moeite tweemaal in de bouwput passen;
van het beton, dat nodig is voor beide dokken, kunnen 20 gebouwen als het groothandelsgebouw worden neergezet;
van hetzelfde beton kan een rijwielpad van 2,5 meter worden aangelegd tussen Rome en het Botlekgebied.
het betonijzer, dat wordt verwerkt, zou achter elkaar uitgelegd een afstand vormen tussen Montreal in Canada en het Botlekgebied;
het aantal kubieke meter grond, geladen op vrachtauto's, zou een stoet vormen van de Botlek tot aan Rome;
de pompkamer van het grootste dok heeft een hoogte, die vergelijkbaar is met een flatgebouw met negen etages.
Terwille van het nageslacht heeft men op het diepste punt van deze pompkamer, op 22 meter beneden N.A.P., een koperen koker in het beton
gestort, inhoudende een oorkonde en enige foto's.

Esso in het kort.

De Franse Esso-Tankers zijn voorzien van een boegbeeld. zoals die in het verre verleden werden toegepast. De "Esso Parentis", die in mei aan de
pier meerde, was voorzien van zo'n boegbeeld.

De grootste tanker ter wereld is dezer dagen in Japan in gebruik gesteld. Het is de "Universe Daphne" van 106.000 DWT, geregistreerd onder
Liberiaanse vlag en eigendom van de Assocated Universe tankship Inc. te New York.

No. 6 - Juni 1961

PERSONALIA
Van de Tankvloot.
Vertrokken :
R. P. Sciarone       4e werktuigkundige
F. X. de Rooy      ass. werktuigkundige