De strijd in de olie.
Gisteren is ons de oprichting geseind van de Nederlandsche Koloniale Petroleum Maatschappij met een kapitaal van 25 miljoen, waarvan 5 1/2 miljoen gestort. De heele lijst van hooge heeren, die in het bestuur dezer nieuwe onderneming zitten, werd ons erbij gemeld. Daaronder was de naam van den heer Joost van
Vollenhoven als gedelegeerd commissaris. Wanneer men nu weet dat deze oppermachtige der
Deli Maatschappij bij zijn terugkomst in Indië reeds optrad als vertegenwoordiger van de American
Petroleum Cy.; wanneer men verder verneemt dat deze Amerikaansche onderneming, welker belangen in opmerkelijke mate parallel loopen met die van de groote Standard Oil, reeds ongeveer tien maanden geleden concessies heeft aangevraagd o.m. in de buurt van Idi in Atjeh en dat die concessies thans begeerd
worden door de nieuwe Nederlandsche Koloniale Petroleum Mij., dan is het geen stoute combinatie, te veronderstellen, dat we hter in weer anderen vorm de Standard Oil zien optreden.
We herinneren er aan, dat het vorig jaar in ons blad mededeelingen zijn gedaan over de toespitsing van den strijd tusschen de Koninklijke en de Standard Oil. De Amerikaansche reuzenonderneming, op de wereldmarkt steeds meer de gestaag groeiende Koninklijke ontmoetende, nam zich voor, deze maatschappij op eigen terrein te gaan bestrijden. Men zag de American Petroleum Cy. geboren worden en overal vergunning aandragen tot het doen van raijnbouwkundige opsporingen, in Borneo, in het Rembangsche, in Atjeh kortom wair maar verwacht kon worden dat het vloeibare en brandbare goud zou zijn te vinden. Agenten van de Standard Oil werken overal in den Archipel en houden hun Amerikaansche patroons op de hoogte. Intusschen heeft deKoninklijke deze actie beantwoord met een tegenzet. Zij is in Amerika gaan werken. Het centrum van die werkzaamheden is San Francisco; daar is een hoofdkantoor gevestigd, onder leiding van den heer Pantaleoa van Eck. Waarschijnlijk zal het voor het doel van de Koninklijke niet noodig blijken, dat ze zelve gaat boren. Haar actie daar zal zich kunnen bepalen tot het oprichten van een raffinaderij en het opkoopen van olie.
Het kan een warme strijd worden, al zal de buitenwacht er maar weinig van merken. Misschien worden we, als we meenen dat deze oeconomische schermutseling op 't hevigst loopt, nog eens verrast met het bericht, dat de strijdenden een eeuwigen vriendschapsband hebben gesloten tot schade van de verbruikers, die de verzoening duur zouden betalen!
We kunnen nog meedcelen dat de benoodigde machine-deelen reeds maandenlang te Idi liggen, om met boringen te kunnen beginnen, zoodra de aangevraagde concessies zullen zijn verleend.
Die laten echter nog op zich wachten.
Bron : De Sumatra post, 27-04-1912
|