Uit de petroleum-industrie. Ten aanzien van de nieuwe Nederlandsche Koloniale Petroleum Mpij., verneemt het „Fin. Weekbl. v. d. fondsen.", "van gezaghebbende zijde", dat er hier geen sprake zijn mag van 'n bedreiging van de positie der „Koninklijke" in Nederlandsch-Indië, noch ook van 'n vijandelijken représaille-maatregel, waarachter de Standard Oil Company zou moeten worden gezocht. Volgens de aan dit blad verstrekte inlichtingen betreft het hier eenvoudig de oprichting eener concurreerende Nederlandsche petroleum-onderneming, niet tegenover maar naast de „Koninklijke", en zeker van niet minder nationalen aard dan deze, welke er ongetwijfeld in slagen zal zich, evenals de „Koninklijke", 'n loonend bedrijf te verzekeren, aangezien daartoe de voorraden olie, welke onze overzeesche bezittingen herbergen, volkomen toereikend zijn. Indien er dus -- besluit de zegsman van genoemd blad -- ongerustheid of zenuwachtigheid bij 't publiek of de pers door de oprichting der Nederlandsche Koloniale Petroleum Mpij. mocht zijn ontstaan, dan mag de oorzaak daarvan niet gezocht worden in de bedoelingen der oprichters, wien, niet minder dan den bestuursleden der "Koninklijke", onze nationale belangen ter harte gaan. (Wegens het belang der zaak, wilden wij het bovenstaande niet onvermeld laten. Het is ons echter bekend dat men in andere kringen, die mogen worden volkomen ter zake kundig te zijn, een veel gereserveerder opinie is toegedaan, waartoe mede het feit aanleiding  geeft, dat de directie der nieuwe maatschappij is toevertrouwd aan twee directeuren der door, de Standard Oil Cy. gecontroleerde American Petroleum Cy. te Rotterdam. Intusschen mag verwaoht worden dat het bestunr der nieuwe maatschappij spoedig authentieker mededeelingen omtrent aard en werkkring der onderneming zal verstrekken, indien alsdan ook wordt medegedeeld, wie de houders zijn der reeds geplaatste Fl. 500,000 preferente aandeelen, die naar het schijnt, de maatschappij zullen controleeren, dan zal dit waarschijnlijk het beste middel zijn om de zaak tot klaarheid te brengen. Red. Hbld.) Bron : Algemeen Handelsblad, 01-05-1912